Hoger beroep van Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland), 19 de Mayo de 2011

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak19 de Mayo de 2011
Uitgevende instantie:Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)

GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH

Sector belastingrecht

Tweede meervoudige Belastingkamer

Kenmerk: 10/00767

Uitspraak op het hoger beroep van

de Inspecteur van de Belastingdienst/Limburg, kantoor Heerlen Buitenland,

hierna: de Inspecteur,

tegen de mondelinge uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 24 september 2010, nummer AWB 10/205, in het geding tussen

de heer X,

wonende te Y, en

Z BV,

gevestigd te A,

hierna: belanghebbenden,

en

de Inspecteur

betreffende na te noemen beschikking.

  1. Ontstaan en loop van het geding

    1.1. Bij brief van 12 maart 2009 hebben belanghebbenden gezamenlijk een verzoek ingediend om de heer X in aanmerking te laten komen voor toepassing van de 30%-bewijsregel als bedoeld in artikel 15a, onderdeel j, van de Wet op de loonbelasting 1964. Bij beschikking van 8 mei 2009 heeft de Inspecteur dit verzoek afgewezen. Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de Inspecteur bij de bestreden uitspraak de beschikking gehandhaafd.

    1.2. Belanghebbenden zijn van deze uitspraak in beroep gekomen bij de Rechtbank. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van de Rechtbank van belanghebbenden een griffierecht geheven van € 41.

    Bij mondelinge uitspraak heeft de Rechtbank het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd en de 30%-bewijsregel van toepassing verklaard voor de periode van 15 december 2008 tot 15 december 2018. Voorts heeft de Rechtbank de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbenden ten bedrage van € 1.056 en de Inspecteur gelast het door belanghebbenden betaalde griffierecht van € 41 te vergoeden.

    1.3. Tegen deze uitspraak heeft de Inspecteur hoger beroep ingesteld bij het Hof. Belanghebbenden hebben een verweerschrift ingediend.

    1.4. De zitting heeft plaatsgehad op 24 maart 2011 te ´s-Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen en gehoord, belanghebbenden, alsmede de Inspecteur.

    1.5. De Inspecteur heeft te dezer zitting een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan het Hof en aan de wederpartij.

    1.6. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat in afschrift aan partijen is verzonden.

  2. Feiten

    Op grond van de stukken van het geding en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het Hof komen vast te staan.

    2.1. De heer X, geboren op 16 september 1984, heeft de Roemeense nationaliteit.

    2.2. Op 26 november 2008 heeft de heer X een arbeidsovereenkomst gesloten met Z BV waarbij is overeengekomen dat hij als software developer bij Z BV in dienst treedt. Met ingang van 15 december 2008 is de heer X bij voormelde werkgever in dienst getreden. Per brief van 12 maart 2009 hebben belanghebbenden gezamenlijk om toepassing van de 30%-bewijsregel verzocht met als vermelde gewenste ingangsdatum 15 december 2008.

    2.3. Tot 1 maart 2008 studeerden de heer X en zijn vriendin, die eveneens de Roemeense nationaliteit bezit, in Roemenië. Zij hadden ieder een studentenkamer en woonden niet samen.

    2.4. Per 1 maart 2008 is de heer X voor de duur van zes maanden in het kader van zijn studie naar Berlijn gegaan. In diezelfde periode verbleef zijn vriendin vanwege een stage in het kader van haar studie in Nederland.

    2.5. In juli 2008 heeft belanghebbende gesolliciteerd naar een baan in Nederland, waarna diezelfde maand een eerste gesprek met deze potentiële werkgever in Nederland plaatsvond. Hierna heeft de heer X Nederland weer verlaten. Dit betrof het eerste bezoek van de heer X aan Nederland.

    2.6. Vanaf 1 oktober 2008 werkt de vriendin van de heer X in Nederland. Vanaf 2 oktober 2008 woont de vriendin op het adres B-straat 33a te Y.

    2.7. Op 2 oktober 2008 is de heer X naar Nederland teruggekeerd waar hij een dag later een tweede gesprek had in het kader van de in 2.5 genoemde sollicitatie.

    2.8. Op 6 oktober 2008 heeft de heer X zich ingeschreven bij de gemeentelijke basisadministratie op hetzelfde adres als waar zijn vriendin zich op 2 oktober reeds had ingeschreven.

    2.9. Op 13 oktober 2008 is de heer X vanuit Nederland weer naar Roemenië vertrokken. Op 15 oktober 2008 heeft de in 2.5 vermelde potentiële werkgever hem per mail laten weten dat de heer X de geschikte kandidaat voor de vacature is.

    2.10. Op 7 november 2008 arriveert de heer X wederom in Nederland. Op dat moment had hij nog woonruimte in Roemenië.

    2.11. Op 12 november 2008 bericht voormelde potentiële werkgever de heer X dat de vacature is ingetrokken. Hierop plaatst de heer X op de carrière website Monsterboard.nl zijn curriculum vitae, met daarin als adres het onder 2.6 genoemde adres.

    2.12. Naar aanleiding van de publicatie op Monsterboard.nl heeft Z BV de heer X benaderd. Op 26 november 2008 treden belanghebbenden met elkaar voor het eerst in contact en wordt...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT