Kort geding van Rechtbank Amsterdam, 5 de Enero de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 5 de Enero de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Amsterdam

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Sector civiel recht, voorzieningenrechter

zaaknummer / rolnummer: 504962 / KG ZA 11-1869 SR/BB

Vonnis in kort geding van 5 januari 2012

in de zaak van

  1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

    NADA MUSIC B.V.,

    gevestigd te Hilversum,

  2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

    NANADA MUSIC B.V.,

    gevestigd te Hilversum,

  3. [eiser 3],

    wonende te [woonplaats],

    eisers bij dagvaarding van 6 december 2011,

    advocaat mr. G.J.T.M. van den Bergh en mr. B. Brouwer te Amsterdam,

    tegen

  4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

    [naam gedaagde] BEHEER B.V.,

    gevestigd te Hilversum,

  5. [gedaagde 2],

    wonende te [woonplaats],

    gedaagden,

    gedaagde sub 2 (ook voor gedaagde sub 1) in persoon verschenen.

    Eisers worden gezamenlijk in enkelvoud aangeduid als Nanada en gedaagden gezamenlijk in enkelvoud als [gedaagde].

  6. De procedure

    1.1. Op 14 september 2011 heeft een behandeling in kort geding plaatsgevonden in de zaak met nummer 496731/ KG ZA 1235. In die zaak vorderde [gedaagde] in conventie om Nada Music B.V. en Nanada Music B.V. te veroordelen de incasso van het aan [gedaagde] toekomende auteursrechtaandeel te staken en gestaakt te houden en zorg te dragen voor de rechtstreekse uitbetaling van het aan [gedaagde] toekomende auteursrechtaandeel in die landen waarin zich geen auteursrechtenorganisatie bevindt, beide veroordelingen totdat in de bodemprocedure is beslist over de ontbinding van de tussen partijen bestaande muziekuitgave-overeenkomsten. In reconventie vorderden Nada Music B.V. en Nanada Music B.V. om de door [gedaagde] gelegde beslagen ter verzekering van een door [gedaagde] gestelde vordering op Nada Music B.V. en Nanada Music B.V. aan gederfde royaltyinkomsten, op te heffen. Daarnaast vorderden Nada Music B.V. en Nanada Music B.V. in reconventie om [gedaagde] te veroordelen alle onrechtmatige uitingen over Nanada in de media en tegen subuitgevers te staken en gestaakt te houden, alsmede tot het (laten) plaatsen dan wel verzenden van een rectificatie. Ten slotte had Nanada een voorwaardelijke vordering in reconventie tot terugbetaling van door Nanada aan [gedaagde] gedane voorschotbetalingen ingediend.

    1.2. Op de zitting van 14 september 2011 is gesproken over een mogelijke schikking tussen partijen en heeft de voorzieningenrechter in overeenstemming met partijen een raamwerk opgesteld voor een vaststellingsovereenkomst. Op basis daarvan hebben partijen na 14 september 2011 dooronderhandeld hetgeen uiteindelijk heeft geleid tot een op 23 november 2011 door partijen getekende vaststellingsovereenkomst. In deze vaststellingsovereenkomst zijn partijen kort gezegd overeengekomen i) dat [gedaagde] de door hem in het verleden aan Nanada overgedragen uitgaverechten per 1 juli 2011 van Nanada terugkoopt voor een bedrag van € 210.000,00, onder de ontbindende voorwaarde van betaling binnen drie maanden, ii) dat de exploitatie van de terugovergedragen uitgaverechten door Nanada wordt gestaakt (met dien verstande dat Nanada de zogenaamde pipeline-inkomsten met betrekking tot de exploitatie vóór 1 juli 2011 kan blijven innen), en iii) dat het geschil tussen partijen over de afrekening van royalty’s op grond van de muziekuitgave-overeenkomsten in het verleden wordt voorgelegd aan een college van bindend adviseurs.

    1.3. Naar aanleiding van de door partijen op 23 november 2011 gesloten vaststellingsovereenkomst heeft [gedaagde] zijn vordering in conventie in het onder 1.1 vermelde kort geding geroyeerd en hebben Nada Music B.V. en Nanada Music B.V., met uitzondering van de vorderingen aangaande de onrechtmatige uitingen en de rectificaties, hun vorderingen in reconventie geroyeerd.

    Op verzoek van de voorzieningenrechter zijn de overgebleven vorderingen van Nada Music B.V. en Nanada Music B.V. in een nieuw kort geding aan de voorzieningenrechter voorgelegd. De behandeling van dit kort geding heeft na verplaatsing op 21 december 2011 plaatsgevonden.

    1.4. Ter terechtzitting van 21 december 2011 heeft Nanada gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. [gedaagde] heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorzieningen. Beide partijen hebben producties in het geding gebracht. [gedaagde] ook een pleitnota.

    Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.

    Ter zitting waren aanwezig:

    Aan de zijde van Nanada: [naam 1] met mrs. Van den Bergh en Brouwer.

    Aan de zijde van [gedaagde]: [naam gedaagde].

  7. De feiten

    2.1. Nada Music B.V. en Nanada Music B.V. vormen gezamenlijk een muziekuitgeverij en houden zich bezig met de exploitatie, administratie en het beheer van muziekuitgaverechten in binnen- en buitenland. [eiser 3], verder te noemen [eiser 3], is de directeur van voornoemde vennootschappen.

    2.2. [naam gedaagde] Beheer B.V. is een vennootschap van [gedaagde]. [gedaagde] is tekstdichter, componist en auteur van muziekwerken, waarvan een groot deel samen met zijn broer [naam broer gedaagde] (onder de naam ‘[artiestennaam]’) is gecomponeerd.

    2.3. Medio 2009 is tussen partijen een zakelijk conflict ontstaan ter zake de afrekening van royalty’s op grond van de tussen hen (en [broer gedaagde]) in het verleden gesloten muziekuitgave-overeenkomsten.

    Naar aanleiding daarvan hebben [gedaagde] en [broer gedaagde] op 8 juni 2009 de volledige uitgeefrelatie met Nanada buitengerechtelijk ontbonden. Tussen Nanada en [broer gedaagde] is vervolgens een schikking bereikt, waarna de zakelijke relatie tussen hen is voortgezet.

    2.4. Nanada heeft op 17 juli 2009 bij deze rechtbank een bodemprocedure aanhangig gemaakt waarin onder meer een verklaring voor recht wordt gevorderd dat de buitengerechtelijke ontbinding van de tussen partijen gesloten muziekuitgave-overeenkomsten zonder rechtsgevolg dan wel nietig is.

    2.5. Op 5 juli 2010 hebben partijen een Voorovereenkomst gesloten, bedoeld als voorlopige vaststelling van het geschil en een ‘staakt het vuren’, ter voorbereiding van een definitieve schikking in het geschil over de afrekening van royalty’s.

    Artikel 6.4 van deze voorovereenkomst luidt als volgt:

    ‘[gedaagde] garandeert dat hij alle vijandelijkheden tegenover Nanada met onmiddellijke ingang zal staken en gestaakt zal houden zulks onder mededeling daarvan aan ondermeer Buma / Stemra resp. de zusterorganisaties alsmede aan de subpublishers die door hem zijn aangeschreven. Daartoe zal hij in overleg met Nanada een concept opstellen – zulks uiterlijk binnen vier dagen na ondertekening van deze overeenkomst - en deze uiterlijk twee dagen na volledige overeenstemming verzenden onderverzending van een kopie...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT