Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Haarlem, 3 de Abril de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 3 de Abril de 2012
Uitgevende instantie:Rechtbank Haarlem

RECHTBANK HAARLEM

Sector bestuursrecht, meervoudige belastingkamer

Zaaknummer: AWB 11/5487

Uitspraakdatum: 3 april 2012

Uitspraak in het geding tussen

X, wonende te Bonaire, eiser,

gemachtigde: A (wonende te Bonaire),

en

de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank, verweerder.

  1. Procesverloop

    1.1. Op 6 juli 2011 heeft eiser middels een daartoe ingericht aanvraagformulier verweerder verzocht om tot betaling van de tegemoetkoming op grond van de Wet mogelijkheid koopkrachttegemoetkoming oudere belastingplichtigen (Wmkob) over te gaan.

    1.2. Verweerder heeft bij beschikking van 10 augustus 2011 het verzoek afgewezen.

    1.3. Verweerder heeft het daartegen gerichte bezwaar afgewezen bij uitspraak van 29 september 2011.

    1.4. Eiser heeft daartegen beroep ingesteld.

    1.5. Verweerder heeft op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.

    1.6. Eiser heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan verweerder.

    1.7. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 21 februari 2012. Van de zijde van eiser is daar, met kennisgeving aan de rechtbank, niemand verschenen. Namens verweerder is verschenen K. van Ingen, vergezeld van drs. J.A.N. van Gessel van de Belastingdienst Buitenland/kantoor Heerlen. Op dezelfde zitting zijn behandeld de zaken over hetzelfde onderwerp met zaaknummers 11/5072, 11/5230, 11/5753, 11/5215 en 11/5319.

  2. Vaststaande feiten

    2.1. Eiser, geboren op 19 september 1940, is woonachtig te Bonaire.

    2.2. Eiser is rechthebbende op een AOW-uitkering, een – door de Rijksdienst Caribisch Nederland te verstrekken – AOV-uitkering en een overheidspensioen vanuit de BES eilanden.

    2.3. Tot juni 2011 ontving eiser een tegemoetkoming op grond van artikel 33b van de AOW (in deze uitspraak aangeduid als: tegemoetkoming AOW). Die tegemoetkoming bedroeg laatstelijk € 33,09 bruto per maand.

  3. Geschil

    3.1. In geschil is het antwoord op de vraag of eiser per 1 juni 2011 recht heeft op de tegemoetkoming op grond van de Wmkob (in deze uitspraak aangeduid als: tegemoetkoming kob) en of eiser aanspraak heeft op een proceskostenvergoeding.

    3.2. Eiser beantwoordt de in geschil zijnde vraag bevestigend. Verweerder neemt het standpunt in dat eiser geen recht heeft op de tegemoetkoming kob en ook niet op een proceskostenvergoeding.

    3.3. Voor de standpunten van partijen verwijst de rechtbank naar de gedingstukken.

  4. Beoordeling van het geschil

    4.1. Op grond van artikel 14 van de Wmkob is artikel 33b AOW met ingang van 1 juni 2011 komen te vervallen. Op grond van de Wmkob kan met ingang van 1...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT