Cassatie van Supreme Court (Netherlands), 21 de Marzo de 2003

Datum uitspraak21 de Marzo de 2003
Uitgevende instantie:Supreme Court (Netherlands)

21 maart 2003

Eerste Kamer

Nr. C02/015HR

JMH

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

INTRAMED B.V., gevestigd te Waddinxveen,

EISERES tot cassatie,

advocaat: mr. G.C. Makkink,

t e g e n

  1. MICROMAIS B.V., gevestigd te Lage Zwaluwe, gemeente Drimmelen,

  2. MICROCOM AUTOMATISERING B.V., gevestigd te Binnenmaas, gemeente Maasdam,

  3. [verweerder 3], wonende te [woonplaats],

  4. [verweerder 4], wonende te [woonplaats],

    VERWEERDERS in cassatie,

    advocaat: aanvankelijk mr. L.M. Schreuder- Ebbekink, thans mr. R.S. Meijer.

  5. Het geding in feitelijke instanties

    Eiseres tot cassatie - verder te noemen: Intramed - heeft bij exploit van 12 augustus 1997 verweerders in cassatie - verder afzonderlijk te noemen: Micromais, Microcom, [verweerder 3] en [verweerder 4], dan wel gezamenlijk Microcom c.s. - gedagvaard voor de Rechtbank te Breda en gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad voor zover de wet zulks toelaat:

  6. voor recht te verklaren dat de auteursrechten op de door Micromais gexploiteerde MAIS-programmatuur, waaronder mede begrepen de broncode, aan Intramed toebehoren;

  7. Microcom c.s. te gelasten tot bekendmaking, binnen een termijn van 30 dagen na het ten deze te wijzen vonnis, althans binnen een door Uw Rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, waar en onder wie de MAIS-programmatuur en verveelvoudigingen daarvan, in welke vorm dan ook, ongewijzigd of gewijzigd, zich bevinden, zulks op verbeurte van een dwangsom groot ƒ 10.000,-- voor iedere dag dat gedaagden in gebreke blijven aan het ten deze te wijzen vonnis te voldoen alsmede op verbeurte van een dwangsom van ƒ 100.000,-- per keer dat door gedaagden onjuiste of onvolledige informatie wordt verstrekt;

  8. Microcom c.s. te veroordelen tot afgifte binnen 30 dagen na het ten deze te wijzen vonnis, althans binnen een door Uw Rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, van alle MAIS-programmatuur, waar deze zich ook moge bevinden, in welke vorm dan ook, ongewijzigd of gewijzigd, waaronder mede begrepen de functionele en technische ontwerpen alsmede de daarop betrekking hebbende documentatie, zulks op verbeurte van een dwangsom groot ƒ 10.000,-- voor iedere dag dat gedaagden in gebreke blijven daaraan te voldoen;

  9. Micromais te veroordelen om binnen 30 dagen na vonnis, althans binnen een in goede justitie te bepalen termijn, ten overstaan van een daarbij te benoemen rechter-commissaris aan Intramed rekening en verantwoording af te leggen over de door Micromais als gevolg van de inbreuk op het auteursrecht genoten wisten, met bepaling dat, bij al indien Micromais in gebreke mocht blijven op de door de rechter-commissaris bepaalde dag te verschijnen of rekening te doen of de aan de rechter-commissaris overgelegde rekening binnen de daarvoor bepaalde termijn aan Intramed te betekenen, zij daartoe kan worden genoodzaakt door de inbeslagneming en de verkoop van haar goederen tot een nader door Uw Rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, voorts het bedrag der genoten winst zal worden vastgesteld en Micromais zal worden veroordeeld tot afdracht van de genoten winsten aan Intramed, zulks op verbeurte van een dwangsom van ƒ 10.000,-- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat Micromais in gebreke blijft aan het ten deze te wijzen vonnis te voldoen.

  10. Microcom c.s. hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan Intramed van het bedrag ad ƒ 13.733,40 terzake van gemaakte kosten van rechtsbijstand en van deskundigenonderzoek, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot die der algehele voldoening.

  11. Microcom c.s. hoofdelijk te veroordelen tot vergoeding van de overige door Intramed geleden schade, op te maken bij staat.

  12. Microcom c.s. hoofdelijk te veroordelen in de kosten van deze procedure, waaronder de kosten van beslaglegging, van bewaring en van het gerechtelijke deskundigenonderzoek.

    Bij conclusie van repliek heeft Intramed haar eis gewijzigd en bij wege van provisionele eis gevorderd:

  13. Microcom c.s. hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan Intramed van een bedrag van ƒ 500.000,--, althans een door de Rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, als voorschot op de schadevergoeding, welke nader bij staat zal worden opgemaakt.

    Microcom c.s. hebben de vorderingen bestreden.

    De Rechtbank heeft bij tussenvonnis van 6 april 1999 een deskundigenonderzoek gelast, een aantal - voorlopige - vragen geformuleerd, een voorstel tot een te benoemen deskundige gedaan, en iedere verdere beslissing aangehouden.

    Tegen dit tussenvonnis heeft Intramed hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch.

    Bij arrest van 27 september 2001 heeft het Hof het vonnis van de Rechtbank bekrachtigd, behoudens voorzover de Rechtbank daarin heeft aangekondigd de vorderingen tegen Microcom, [verweerder 3] en [verweerder 4] die gegrond zijn op onrechtmatig handelen in 1997, te zullen afwijzen, en het vonnis in zoverre vernietigd. Voorts heeft het Hof de provisionele vordering van Intramed afgewezen en de zaak ter verdere afdoening naar de Rechtbank te Breda verwezen.

    Het arrest van het Hof is aan dit arrest gehecht.

  14. Het geding in cassatie

    Tegen het arrest van het Hof heeft Intramed beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

    Microcom c.s. hebben geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

    De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.

    De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot vernietiging van het bestreden arrest en tot verwijzing van de zaak aan een ander gerechtshof.

  15. Beoordeling van het middel

    3.1 In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.

    (i) Microcom Automatisering B.V. (hierna: Microcom) heeft in de periode vr 31 december 1991 een computerprogramma ontwikkeld onder de naam FDS (fysiotherapie declaratiesysteem). [Verweerder 3] en [verweerder 4] zijn bestuurders en (indirect) aandeelhouders van Microcom.

    (ii) Microcom heeft op 31 december 1991 alle rechten, met name auteurs- en merkenrechten, met betrekking tot FDS, alsmede de exploitatierechten en verplichtingen jegens de gebruikers van FDS, zoals deze op 31 december 1991 tot de onderneming van Microcom behoorden, verkocht en overgedragen aan VVAA Financieel-Economisch Adviesbureau B.V. (hierna: VVAA). Deze overeenkomst bevatte een non-concurrentiebeding, onder meer inhoudende dat Microcom, [verweerder 3] en [verweerder 4] zich tot 1 januari 1997 zouden onthouden van het ontwikkelen en exploiteren van computerprogramma's ten behoeve van hier te lande vrij gevestigde fysiotherapeuten.

    (iii) In 1992 heeft Microcom het computerprogramma MAIS (medisch administratie- en informatiesysteem) op de markt gebracht; dit programma was van de aard als in het concurrentiebeding bedoeld. Op 5 juni 1992 is Micromais B.V. opgericht. Bestuurders en (indirect) aandeelhouders zijn [verweerder 3] en [verweerder 4]. Micromais is met toestemming van Microcom het programma MAIS gaan verhandelen en exploiteren.

    (iv) In mei 1992 heeft VVAA aan de orde gesteld dat Microcom met het programma MAIS mogelijk inbreuk pleegt op het auteursrecht van VVAA op het programma FDS. In een brief van 5 augustus 1992 heeft de raadsman van VVAA het standpunt ingenomen dat het programma MAIS is afgeleid van het programma FDS en dat, wanneer komt vast te staan dat onderdelen van MAIS zijn gekopieerd van FDS dan wel een bewerking daarvan zijn, het auteursrecht van VVAA is geschonden en Microcom de exploitatie van het programma MAIS dient te staken. De raadsman kondigde daarbij aan een voorlopig getuigenverhoor te zullen entameren, tenzij Microcom alsnog bereid zou zijn een exemplaar van MAIS ter beschikking van VVAA te stellen voor onderzoek.

    (v) Op 6 oktober 1992 hebben VVAA en Microcom een vaststellingsovereenkomst gesloten. Zij kwamen hierin overeen de op 31 december 1991 gemaakte afspraken over het onderhoud door Microcom van het programma FDS voortijdig te beindigen en tevens enkele andere zaken te regelen. Art. 4.2 van de vaststellingsovereenkomst luidt:

    VVAA zal haar aanspraken met betrekking tot de door Microcom ontwikkelde MAIS-programmatuur, in de staat zoals deze aan VVAA thans bekend is gemaakt door Microcom, niet verder vervolgen, noch buiten rechte noch in rechte. Aan de brief d.d. 5 augustus 1992 van de raadsman van VVAA aan Microcom zal derhalve geen vervolg worden gegeven.

    (vi) Op 20 mei 1993 heeft VVAA de onder (ii) bedoelde rechten en verplichtingen verkocht en overgedragen aan VVAA Beleggingen B.V. Deze vennootschap heeft deze, op diezelfde datum, ingebracht in de vennootschap onder firma VVAA-RAET Praktijkautomatisering Gezondheidszorg, een en ander zoals deze rechten en verplichtingen tot de onderneming van genoemde vennootschappen behoren.

    (vii) Op 2 december 1996 heeft VVAA-RAET deze rechten en verplichtingen, zoals zij per 31 december 1996 tot de onderneming van de v.o.f. behoren, verkocht en met ingang van 1 januari 1997 overgedragen aan Intramed. Sinds 1 januari 1997 exploiteert Intramed het programma FDS.

    3.2.1 In rov. 4.6 e.v. van het bestreden arrest heeft het Hof, naar aanleiding van de grieven I-IV, waarin de door de Rechtbank vastgestelde strekking van de hierboven onder (v) bedoelde overeenkomst - hierna aan te duiden als: de vaststellingsovereenkomst - werd aangevochten, die strekking onderzocht en geoordeeld (in rov. 4.7.1) dat VVAA en Microcom met die overeenkomst de toen bestaande discussie over mogelijke inbreuk door Microcom op auteursrechten van VVAA op FDS wilden beindigen en ook hebben beindigd en (aan het slot van 4.7.3) dat de vaststellingsovereenkomst inhield dat VVAA daarbij afstand deed van haar auteursrechtelijke aanspraken met betrekking tot het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT