Hoger beroep van Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands), 10 de Marzo de 2010

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak10 de Marzo de 2010
Uitgevende instantie:Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands)

GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE

Familiesector

Uitspraak : 10 maart 2010

Zaaknummer : 200.040.255/01 en 200.039.903/01

Rekestnr. rechtbank : FA RK 08-7310

In de zaak met zaaknummer 200.040.255/01:

[appellant]

wonende te [woonplaats]

verzoeker, tevens incidenteel verweerder, in hoger beroep,

hierna te noemen: de man,

advocaat mr. P. Vermeulen te Rotterdam.

tegen

[geïntimeerde]

wonende te [woonplaats]

verweerster, tevens incidenteel verzoekster, in hoger beroep,

hierna te noemen: de vrouw,

advocaat mr. K. van der Bijl te Gouda.

In de zaak met zaaknummer 200.039.903/01:

[appellant]

wonende te [woonplaats]

verzoekster, tevens incidenteel verweerster, in hoger beroep,

hierna te noemen: de vrouw,

advocaat mr. K. van der Bijl te Gouda,

tegen

[geïntimeerde]

wonende te [woonplaats]

verweerder, tevens incidenteel verzoeker, in hoger beroep,

hierna te noemen: de man,

advocaat mr. P. Vermeulen te Rotterdam.

PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP

De vrouw en de man zijn ieder afzonderlijk op 7 augustus 2009 respectievelijk 12 augustus 2009 in hoger beroep gekomen van de beschik¬king van 12 mei 2009 van de rechtbank ’s-Gravenhage.

De man heeft op 1 oktober 2009 een verweerschrift tevens houdende incidenteel appel ingediend.

De vrouw heeft op 1 december 2009 een verweerschrift tegen het incidenteel appel ingediend.

De vrouw heeft op 2 december 2009 een verweerschrift tevens houdende incidenteel appel ingediend.

Van de zijde van de vrouw zijn bij het hof op 11 september 2009 en 9 oktober 2009 aanvullende stukken ingekomen.

Van de zijde van de man is bij het hof op 21 oktober 2009 een aanvullend stuk ingekomen.

Op 22 januari 2010 zijn beide zaken mondeling behandeld. Verschenen zijn: de advocaat van de man en de vrouw, bijgestaan door haar advocaat. De man is, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. De advocaat van de man heeft ter zitting nader verklaard dat de man recent geëmigreerd is naar het buitenland. De aanwezigen hebben het woord gevoerd.

De door de man overgelegde stukken, ingekomen bij het hof op 22 januari 2010, zijn buiten de termijn van tien kalenderdagen van de stukken als bedoeld in artikel 1.4.3 van het geldende procesreglement overgelegd. De advocaat van de vrouw heeft ter zitting in hoger beroep bezwaar gemaakt dat het hof kennis neemt van de stukken die door de man zijn overgelegd. Gelet hierop en in aanmerking nemende dat de betreffende stukken niet eenvoudig te doorgronden zijn, zal het hof de overgelegde stukken niet in zijn beoordeling betrekken.

PROCESVERLOOP IN EERSTE AANLEG EN VASTSTAANDE FEITEN

Voor het procesverloop en de beslissing in eerste aanleg verwijst het hof naar de bestreden beschikking, waarbij - met wijziging van de beschikking van het gerechtshof ‘s-Gravenhage van 6 juni 2001 - de door de man met...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT