Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank 's-Gravenhage, Amsterdam, 19 de Abril de 2010
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 19 de Abril de 2010 |
Uitgevende instantie: | Amsterdam |
RECHTBANK ’s-GRAVENHAGE
Sector Bestuursrecht
Zittinghoudende te Amsterdam
zaaknummer: AWB 09/20770
V-nr:
uitspraak van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken
in het geding tussen:
eiser [naam], van Ghanese nationaliteit,
gemachtigde: mr. M.M. Altena-Staalenhoef, advocaat te Amsterdam,
en:
de minister van Justitie, voorheen de staatssecretaris van Justitie, verweerder,
gemachtigde: mr. B.M. Kristel, werkzaam bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie van Justitie.
-
Procesverloop
Op 17 december 2008 heeft eiser bezwaar ingesteld tegen de schriftelijk kenbare handeling van verweerder van 24 oktober 2008, waaruit blijkt dat aan eiser geen aanbod wordt gedaan voor een verblijfsvergunning op grond van de Regeling afwikkeling nalatenschap oude Vreemdelingenwet (Ranov). Bij besluit van 4 juni 2009 heeft verweerder het bezwaar ongegrond verklaard.
Op 8 juni 2009 heeft de rechtbank het beroepschrift van eiser tegen dit besluit ontvangen. Het eveneens op 8 juni 2009 ingediende verzoek om een voorlopige voorziening is bij uitspraak van 19 november 2009 afgewezen, omdat niet is gebleken van spoedeisend belang.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 9 april 2010. Eiser is vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Verweerder is vertegenwoordigd door zijn voornoemde gemachtigde.
De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten
-
Overwegingen
-
Verweerder heeft zich - kort samengevat - op het standpunt gesteld dat aan eiser geen aanbod voor een verblijfsvergunning op grond van de Ranov moet worden gedaan, omdat sprake is van een contra-indicatie als bedoeld in Wijzigingsbesluit Vreemdelingencirculaire (WBV) 2007/11. Eiser heeft namelijk in verschillende asielprocedures verschillende identiteiten opgegeven. Op 10 december 1987 heeft hij een asielaanvraag ingediend onder de naam [naam 1], geboren in [datum] 1955 te Essase in Ghana. Op 7 april 1988 heeft hij een asielaanvraag ingediend onder de naam [naam 2], geboren in [datum] 1950 te Pekyi in Ghana. En op 12 september 1988 heeft hij een asielaanvraag ingediend onder de naam [naam 3], geboren in [datum] 1952 te Kumasi in Ghana. Gebleken is derhalve dat betrokkene in meerdere procedures meerdere identiteiten heeft opgegeven waaraan geen geloof kan worden gehecht. Door eiser wordt niet betwist dat hij de bovenvermelde namen heeft gebruikt in bovenvermelde asielprocedures, die in rechte vast staan. Tenminste twee van de door eiser gebruikte identiteiten kunnen onmogelijk juist zijn. Eiser heeft destijds bewust om hem moverende redenen de keuze gemaakt om verschillende identiteiten te voeren. De door eiser opgegeven geboortedata en geboorteplaatsen wijken van elkaar af en de door eiser hiervoor gegeven verklaring wordt als ongeloofwaardig en dus ontoereikend beschouwd. Er wordt voorts geen waarde gehecht aan het door eiser...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT