Hoger beroep van Court of Appeal of Leeuwarden (Netherlands), 18 de Mayo de 2010
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 18 de Mayo de 2010 |
Uitgevende instantie: | Court of Appeal of Leeuwarden (Netherlands) |
Parketnummer: 24-003111-06
Parketnummer eerste aanleg: 07-995345-06
Arrest van 18 mei 2010 van het gerechtshof te Arnhem, nevenzittingsplaats Leeuwarden, economische kamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 18 december 2006 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1962] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. R.H. Edens, advocaat te Amsterdam.
Het vonnis waarvan beroep
De economische politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad heeft de verdachte bij het vonnis wegens het primair ten laste gelegde veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte van het primair ten laste gelegde zal vrijspreken, het aan verdachte subsidiair ten laste gelegde bewezen zal verklaren en hem ter zake zal veroordelen tot een geldboete van
€ 1000,00, subsidiair 20 dagen hechtenis, voorwaardelijk, met een proeftijd voor de duur van twee jaren.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
verdachte op 8 oktober 2005, in de gemeente [gemeente], terwijl [bedrijf] degene was aan wie door de Staatssecretaris voor Volkhuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer op 21 januari 2005 een vergunning was verleend voor het tot ontbranding brengen van professioneel vuurwerk, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, al dan niet opzettelijk, zich niet heeft gehouden aan de voorschriften bedoeld in het derde en/of vierde lid van artikel 3.3.2 Vuurwerkbesluit, immers heeft/hebben verdachte en/of verdachtes mededader(s) toen aldaar in strijd met voorschrift C 10 van die vergunning er niet voor gezorgd dat (tijdens het tot ontbranding brengen van bedoeld vuurwerk) binnen de gevarenzone geen publiek aanwezig was;
althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[bedrijf] op 8 oktober 2005, in de gemeente [gemeente], als degene aan wie door de...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT