Cassatie van Supreme Court (Netherlands), 18 de Junio de 2010
Datum uitspraak | 18 de Junio de 2010 |
Uitgevende instantie: | Supreme Court (Netherlands) |
18 juni 2010
Eerste Kamer
10/01398
EE/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[Verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. C.C. van Bodegom,
t e g e n
DE OFFICIER VAN JUSTITIE IN HET ARRONDISSEMENT ROTTERDAM,
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als betrokkene en de officier van justitie.
-
Het geding in feitelijke instantie
Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar het navolgende stuk:
de beschikking in de zaak 344673/BO RK 09-2206 van de rechtbank Rotterdam van 4 januari 2010.
De beschikking van de rechtbank is aan deze beschikking gehecht.
-
Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van de rechtbank heeft betrokkene beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De officier van justitie heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.
-
Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
-
Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, W.A.M. van Schendel en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 18 juni 2010.
10/01398
Mr. F.F. Langemeijer
Parket, 23 april 2010
Conclusie inzake:
[Verzoeker]
tegen
Officier van Justitie te Rotterdam
-
Deze BOPZ-zaak leent zich voor een verkorte conclusie. Verzoeker tot cassatie (hierna: betrokkene) is al geruime tijd onder psychiatrische behandeling. Na een vrijwillige opname in een psychiatrisch ziekenhuis heeft een incident van zelfverminking plaatsgevonden dat aanleiding is geweest tot een inbewaringstelling. Op 2 november 2009 heeft de rechtbank te Rotterdam een machtiging verleend tot voortzetting van die inbewaringstelling. Een verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van een daarop aansluitende voorlopige machtiging werd bij beschikking van 30 november 2009 afgewezen, op de grond dat betrokkene ter zitting blijk had gegeven van de nodige bereidheid tot vrijwillig verblijf in een psychiatrisch ziekenhuis en nadat de behandelaar had verklaard hierin...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT