Voorlopige voorziening+bodemzaak van Centrale Raad van Beroep, 25 de Mayo de 2010

Datum uitspraak25 de Mayo de 2010
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

10/944 WWB-V en 09/5603 WWB, 10/948 WWB-V en 09/5602 WWB

10/949 WWB-V en 09/5604 WWB, 10/987 WWB-V en 09/5605 WWB

10/988 WWB-V en 09/5608 WWB, 10/1009 WWB-V en 09/5606 WWB

10/1010 WWB-V en 09/5609 WWB,10/1017 WWB-V en 09/5607 WWB

10/1058 WWB-V en 10/1056 WWB

Centrale Raad van Beroep

Voorzieningenrechter

U I T S P R A A K

als bedoeld in de artikelen 8:84, tweede lid, en 8:86 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet naar aanleiding van het verzoek om voorlopige voorziening van:

[verzoekers sub 1] en [verzoeker sub 2]

in verband met de hoger beroepen van:

  1. verzoekers sub 1

    tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam van 25 augustus 2009, 09/2477 e.v. (hierna: aangevallen uitspraak 1), en

  2. verzoeker sub 2

    tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam van 5 januari 2010, 09/3960 en 09/3791(hierna: aangevallen uitspraak 2)

    in de gedingen tussen:

    verzoekers

    en

    het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam (hierna: College).

    Datum uitspraak: 25 mei 2010

    1. PROCESVERLOOP

      Namens verzoekers heeft mr. R.W. Koevoets, advocaat te Rotterdam, hoger beroepen ingesteld tegen de aangevallen uitspraken.

      Namens verzoekers zijn tevens verzoeken gedaan om voorlopige voorzieningen. Daarbij is - kort gezegd - de voorzieningenrechter van de Raad verzocht te bepalen dat het College aan (ieder van) verzoekers voor de duur van het hoger beroep een uitkering ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB) toekent naar de norm voor een alleenstaande.

      Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 april 2010. Namens verzoekers zijn verschenen mr. S.C. van Paridon en mr. W.L.C. Rijk, kantoorgenoten van mr. Koevoets. Het College heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. P.R. van der Heijden-Wijnen, werkzaam bij de gemeente Rotterdam.

    2. OVERWEGINGEN

      1.1. Ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) en artikel 21 van de Beroepswet kan, indien tegen een uitspraak van de rechtbank of van de voorzieningenrechter van de rechtbank als bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de Beroepswet hoger beroep is ingesteld, de voorzieningenrechter van de Raad op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.

      1.2. Ingevolge artikel 8:86 van de Awb en artikel 21 van de Beroepswet kan de voorzieningenrechter, indien hij van oordeel is dat na de zitting nader onderzoek redelijkerwijs niet kan bijdragen aan de beoordeling van de hoofdzaak, tevens onmiddellijk uitspraak doen in de hoofdzaak.

      1.3. De voorzieningenrechter is van oordeel dat in dit geval nader onderzoek redelijkerwijs niet kan bijdragen aan de beoordeling van de hoofdzaken en dat ook overigens geen sprake is van beletselen om tevens onmiddellijk uitspraak te doen in de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT