Hoger beroep van Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands), 18 de Mayo de 2010

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak18 de Mayo de 2010
Uitgevende instantie:Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands)

GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE

Sector handel

Zaaknummer : 105.007.279/01

Rolnummer (oud) : C07/1414

Rolnummer rechtbank : 612304 \ CV EXPL 06-2424

arrest van de negende civiele kamer d.d. 18 mei 2010

inzake

[de werknemer],

wonende te [Woonplaats], gemeente [A],

appellant,

hierna te noemen: [de werknemer],

advocaat: mr. J. van de Hel te Nijmegen,

tegen

Cofely Services B.V., voorheen genaamd Axima Services B.V.,

gevestigd te Alphen aan den Rijn,

geïntimeerde,

hierna te noemen: Cofely,

advocaat: mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt te 's-Gravenhage.

Het geding

Bij exploot van 13 november 2007 heeft [de werknemer] hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 14 augustus 2007 door de rechtbank 's-Gravenhage, sector kanton, locatie Alphen aan den Rijn tussen partijen gewezen. Bij arrest van 7 december 2007 heeft het hof een comparitie van partijen bevolen, die op verzoek van partijen geen doorgang heeft gevonden. Bij memorie van grieven (met producties) heeft [de werknemer] tien grieven tegen het vonnis opgeworpen. Bij memorie van antwoord heeft Cofely de grieven bestreden. Ter zitting van 2 april 2010 hebben partijen de zaak – [de werknemer] door zijn proces-advocaat, Cofely door mr. S. de Lange te Eindhoven – doen bepleiten. De pleitnotities zijn overgelegd. Vervolgens hebben partijen arrest gevraagd op de stukken die voor pleidooi zijn overgelegd.

Beoordeling van het hoger beroep

  1. Partijen zijn niet opgekomen tegen de feiten die de kantonrechter onder 3a tot en met 3c en 3e tot en met 3g als vaststaand heeft aangemerkt, zodat het hof ook van deze feiten zal uitgaan.

  2. Kort samengevat gaat het in deze zaak om het volgende.

    2.1 [de werknemer] (geboren op [datum]) is op 1 april 1999 met behoud van anciënniteitsrechten van zijn vorige werkgever in dienst getreden bij Cofely in de functie van Projectleider (ook wel Region Manager genoemd). Op de arbeidsovereenkomst is de CAO voor de Metaalnijverheid (verder: de CAO) van toepassing verklaard.

    2.2 Sinds medio 2001 is het functioneren van [de werknemer] als Projectleider onderwerp van discussie geweest. In april 2001 is voor en met [de werknemer] een loopbaantraject gestart, welk traject er niet toe heeft geleid dat voor [de werknemer] een alternatieve functie werd gevonden. Van oktober 2001 tot en met maart 2002 heeft [de werknemer] een coachingstraject doorlopen, dat onder meer tot doel had [de werknemer] inzicht te geven in coachend leiderschap.

    2.3 Op 10 januari 2002 heeft de heer [de directeur], algemeen directeur van Cofely, een functioneringsgesprek gevoerd met [de werknemer]. In dat functioneringsgesprek is [de werknemer] beoordeeld met een eindoordeel B (voldoende). In het toelichtend formulier wordt als sterke kant van [de werknemer] vermeld:

    [de werknemer] is een sympathieke medewerker met een goede technische kennis

    Als zwakke kant van [de werknemer] is vermeld:

    "[de werknemer] is niet commercieel, neemt geen beslissingen en gaat de confrontatie uit de weg. Daardoor is hij niet in staat de hem toevertrouwde contracten uit te bouwen en winstgevend te maken."

    Achter de tekst "Hij/Zij kan nog groeien in de functie" is op het formulier vermeld:

    nee niet geschikt voor huidige PL functie. Binnen het bedrijfsleven zal het zeer moeilijk worden om op dit niveau een nieuwe functie te vinden!

    2.4 In september en oktober 2002 heeft Cofely door een extern bureau laten onderzoeken of [de werknemer] geschikt is voor de functie van hoofd personeelszaken. In het rapport van 1 november 2002 concludeert de loopbaanadviseur onder meer:

    Als hoofd PZ/HRM zie ik duidelijke afbreukrisico's. In het hele krachtenveld van de organisatie en de diverse belangen kan hij wel eens tot behoorlijke botsingen komen met het management. Als type is hij veel meer een bedrijfsleider of technisch manager. Wil men toch een traject inzetten richting PZ/HRM dan lijkt mij een gedegen opleiding (HBO personeelswerk) en coaching/supervisie zeer noodzakelijk

    2.5 Bij brief van 2 december 2002 schrijft de heer [de directeur] aan [de werknemer]:

    Hierbij ontvangt u de bevestiging van de afspraken die wij in de afgelopen maanden met elkaar hebben gemaakt.

    Reeds in eerdere gesprekken is vastgesteld dat wij vinden dat u aan de functie van Region Manager niet op de juiste wijze invulling gaf. Ook een door ons aangeboden coachingstraject heeft niet de juiste resultaten opgeleverd.

    We hebben in overleg met de heer [B] (extern adviseur) afgesproken dat u tijdelijk op een van onze projecten wordt geplaatst en in de tussentijd een assessment zult krijgen om de juiste richting voor de toekomst te bepalen.

    Insteek hierbij is dat er mede onderzocht gaat worden in hoeverre een functie op een HRM afdeling als passend beschouwd kan worden.

    Als dit is afgerond, zult u samen met de heer [B] met een voorstel in deze komen. Alles wordt gedaan met de insteek om u te behouden voor onze organisatie.

    (…)

    Als het duidelijk wordt hoe we nu met elkaar verder zullen gaan, zullen de huidige arbeidsvoorwaarden onderdeel zijn van een bespreking.

    (…)

    2.6 In januari 2003 is [de werknemer] op tijdelijke basis als projectmanager op het project ESA/Estec begonnen, aanvankelijk om een trainingscentrum in te richten en per juli 2003 in het kader van het inrichten van een testruimte bij ESA/Estec. Deze werkzaamheden zijn geëindigd op het moment dat ook het ESA/Estec project eindigde.

    2.7 Met ingang van 11 mei 2004 heeft [de werknemer] bij Cofely...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT