Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 23 de Junio de 2010

Datum uitspraak23 de Junio de 2010
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

09/3345 WAO

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

U I T S P R A A K

op het hoger beroep van:

[Appellant], wonende te [woonplaats], Turkije (hierna: appellant),

tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 11 mei 2009, 07/3349 (hierna: aangevallen uitspraak),

in het geding tussen:

appellant

en

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).

Datum uitspraak: 23 juni 2010

  1. PROCESVERLOOP

    Namens appellant heeft mr. N. Türkkol, advocaat te Amsterdam, hoger beroep ingesteld.

    Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.

    Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 12 mei 2010. Namens appellant is mr. Türkkol verschenen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door A. Anandbahadoer.

  2. OVERWEGINGEN

    1.1. Bij besluit van 3 juli 2007 heeft het Uwv appellant met ingang van 5 juli 2005 een uitkering ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) toegekend, berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%. Dit besluit is door het Uwv in het Nederlands en in de Turkse vertaling aan appellant toegezonden.

    1.2. Bij ongedateerde brief, ter post bezorgd op 15 augustus 2007 en door het Uwv ontvangen op 21 augustus 2007, heeft appellant bezwaar gemaakt tegen dit besluit.

    1.3. Op de schriftelijke vraagstelling van het Uwv waarom het bezwaarschrift te laat is ingediend heeft appellant bij brief van 18 oktober 2007 geantwoord dat hij, samen met zijn echtgenote, gedurende de zomerperiode om gezondheidsredenen op een ander adres in Turkije verblijft, zijn echtgenote bij terugkeer op het reguliere adres bij toeval het besluit heeft ontvangen en op ongeveer 10 augustus 2007 aan hem heeft doen toekomen, waarna hij een volmacht voor zijn zoon heeft moeten regelen om het bezwaar op te kunnen maken.

    1.4. Bij beslissing op bezwaar van 30 oktober 2007 (hierna: bestreden besluit) heeft het Uwv het bezwaar van appellant tegen het besluit van 3 juli 2007 niet-ontvankelijk verklaard, aangezien het bezwaarschrift te laat is ingediend en niet is gebleken dat zich bijzondere omstandigheden hebben voorgedaan op grond waarvan de overschrijding van de bezwaartermijn verschoonbaar is te achten.

    1. De rechtbank heeft het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. De rechtbank heeft daarbij overwogen dat sprake was van een late en ongeloofwaardige betwisting van de verzending van het besluit van 3 juli 2007. Voorts heeft zij overwogen dat de door appellant aangevoerde redenen van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT