Hoger beroep kort geding van Council of State (Netherlands), 5 de Julio de 2010

Datum uitspraak 5 de Julio de 2010
Uitgevende instantie:Council of State (Netherlands)

201004854/2/H3.

Datum uitspraak: 5 juli 2010

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende het hoger beroep van:

het college van burgemeester en wethouders van Zwartewaterland,

verzoeker,

tegen de uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 13 april 2010 in zaak nr. 09/1836 in het geding tussen:

de vereniging Afdeling Kampen-Zwartewaterland van het Koninklijk Verbond van Ondernemers in het Horeca- en Aanverwante Bedrijf Horeca Nederland (hierna: KHN) gevestigd te Kampen,

en

het college.

  1. Procesverloop

    Bij besluit van 18 maart 2009 heeft het college het verzoek van KHN om handhavend op te treden ten aanzien van "Keet de Blokhut" te Zwartsluis afgewezen.

    Bij besluit van 1 oktober 2009 heeft het college het door KHN daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

    Bij uitspraak van 13 april 2010, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank het door KHN daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard en het besluit van 1 oktober 2009 vernietigd.

    Tegen deze uitspraak heeft het college bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 17 mei 2010, hoger beroep ingesteld. De gronden van het hoger beroep zijn aangevuld bij brief van 10 juni 2010.

    Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 20 mei 2010, heeft het college de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

    [partij] is als vertegenwoordiger van "Keet de Blokhut" in de gelegenheid gesteld om op de voet van artikel 8:26 van de Algemene wet bestuursrecht als partij aan het geding deel te nemen.

    Het college en KHN hebben nadere stukken ingediend.

    De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 24 juni 2010, waar het college, vertegenwoordigd door K. Stoppels, werkzaam bij de gemeente, en KHN, vertegenwoordigd door D.A. Hogervorst, directeur van de Stichting Bevordering Eerlijke Mededinging horeca-activiteiten, zijn verschenen.

  2. Overwegingen

    2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.

    2.2. De rechtbank heeft geoordeeld dat voor het verstrekken van alcoholhoudende drank in "Keet de Blokhut" een vergunning op grond van de Drank- en Horecawet (hierna: DHW) verplicht is, omdat de alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse anders dan om niet wordt verstrekt. Nu voor het verstrekken van alcoholhoudende drank in "Keet de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT