Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Utrecht, 14 de Julio de 2010

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak14 de Julio de 2010
Uitgevende instantie:Rechtbank Utrecht

vonnis

RECHTBANK UTRECHT

Sector handels- en familierecht

zaaknummer / rolnummer: 256110 / HA ZA 08-2082

Vonnis van 14 juli 2010

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[eiseres] B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats],

eiseres,

advocaat mr. J.M. van Noort,

tegen

de naamloze vennootschap

ASR SCHADEVERZEKERING N.V.

(voorheen geheten FORTIS ASR SCHADEVERZEKERING N.V.),

gevestigd te Utrecht,

gedaagde,

advocaat mr. O.P. van Tricht.

Partijen zullen hierna [eiseres] en ASR genoemd worden.

  1. De procedure

    1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

    - het tussenvonnis van 18 november 2009

    - de akte van [eiseres], tevens houdende wijziging van eis

    - de antwoordakte van ASR

    - de akte uitlating productie van [eiseres].

    1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

  2. De verdere beoordeling

    2.1. In het tussenvonnis heeft de rechtbank ten eerste geconcludeerd dat het primaire verweer van ASR, dat zij niet gehouden is uitkering te doen, niet kan slagen. Vervolgens heeft de rechtbank [eiseres] gelegenheid gegeven bij akte haar vordering nader te onderbouwen en in te gaan op het door ASR in de conclusie van antwoord gevoerde verweer. Bij deze akte heeft [eiseres] haar eis gewijzigd in die zin dat zij thans betaling vordert van in totaal EUR 1.416.869,58, met rente en kosten. Dat bedrag bestaat uit de posten als vermeld onder 26. van de akte. Onderzocht moet thans worden in hoeverre ASR gehouden is de gestelde schade aan [eiseres] uit te keren.

    2.2. Voor de verdere beoordeling is ten eerste van belang vast te stellen welke voorwaarden in de polissen aan schade-uitkering worden gesteld. De rechtbank zal eerst de onder de brandverzekering (waaronder zijn gedekt schade aan opstal, inventaris en goederen) vallende schade bespreken. Vervolgens komt de garageverzekering aan bod.

    De brandverzekering

    2.3. Voor het gedeelte van de verzekering die dekking geeft voor schade aan de opstal gelden de bijzondere voorwaarden volgens model BE 06-1 (52417). De volgende voorwaarden zijn bij de beoordeling van de te vergoeden schade van belang:

    1. Het verzekerde bedrag voor de opstal is EUR 800.000, zoals blijkt uit het polisblad van 2 april 2007. Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast aan het indexcijfer voor bouwkosten, zoals wordt vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek (hierna: CBS) (artikel 3 lid 2).

    2. Onder de dekking vallen ongeacht het verzekerde bedrag bereddingskosten en voorts tot maximaal 10% van het verzekerde bedrag aansprakelijkheid van de verzekerde als verhuurder, kosten van noodvoorzieningen en opruimingskosten (artikel 6).

    3. De uitkering bedraagt maximaal het verzekerde bedrag. Als het verzekerde bedrag lager is dan de waarde waarvan wordt uitgegaan bij de schaderegeling, vergoedt ASR de vastgestelde schade en kosten in de verhouding van het verzekerde bedrag tot de waarde onmiddellijk vóór de gebeurtenis (artikel 11).

      2.4. Voor het gedeelte van de verzekering die dekking geeft voor schade aan de inventaris en goederen gelden de bijzondere voorwaarden volgens model BG 06-1 (52415), die verkort weergegeven als volgt luiden:

    4. Uit het onder 2.3 onder a genoemde polisblad blijkt dat het verzekerde bedrag EUR 100.000 bedraagt. In deze bijzondere voorwaarden is geen indexatie overeengekomen.

    5. Artikel 4 vermeldt dat dekking wordt geboden voor de “schade aan of verlies van de in het gebouw aanwezige goederenvoorraad, inventaris en het huurdersbelang” onder andere ten gevolge van brandschade.

    6. Zonder maximering worden vergoed kosten wegens beredding en salvagekosten (artikel 6, eerste gedeelte). Tot maximaal 10% van het verzekerde bedrag worden vergoed opruimingskosten, tuinaanleg en bestrating, eigendommen van directie, firmanten en personeel, alsmede eigendommen van derden die verzekerde beroepsmatig onder zich heeft (artikel 6, tweede gedeelte).

    7. Met betrekking tot onderverzekering is in artikel 11 lid 2 vastgesteld dat de schade in dat geval wordt uitgekeerd naar evenredigheid van het verzekerde belang.

      2.5. Conform de polisvoorwaarden zijn taxaties verricht van de schade aan de diverse goederen en kosten. Volgens deze taxaties bedraagt de ten gevolge van de brand geleden schade op grond van de uitgevoerde taxaties en voor zover deze valt onder het voor de opstal geldende deel van de brandverzekering:

      - opstal EUR 1.055.234

      - opruiming 53.500

      - huurderving 88.500

      - bestrating 17.500.

      De schade, die onder het deel betreffende goederen en inventaris van de brandverzekering valt bedraagt op grond van de uitgevoerde taxaties:

      - inventaris EUR 118.236

      - goederen 18.575

      - opruiming 1.500

      - eigendommen directie 1.000.

      2.6. [eiseres] stelt dat de verzekerde sommen van de brandverzekering jaarlijks moeten worden geïndexeerd met het laatste indexcijfer voor bouwkosten van het CBS. In het derde kwartaal 2007 bedroeg dat 123 ten opzichte van 122 in het tweede kwartaal 2007. Dit had moeten leiden tot het vaststellen van de geïndexeerde verzekerde som van EUR 806.557. Dat geldt vervolgens ook voor de maximaal te vergoeden gederfde huur, die 10% van de verzekerde som bedraagt.

      ASR stelt dat het - door haar niet nader aangeduide - indexcijfer per 1 september 2006 150 bedroeg, per 1 september 2007 ook 150 en per 1 september 2008 159. Het indexcijfer is volgens ASR in 2007 ten opzichte van 2006 gelijk gebleven, zodat geen indexering behoefde plaats te vinden en de verzekerde som EUR 800.000 is gebleven.

      2.7. De rechtbank stelt ten eerste vast dat uitsluitend met betrekking tot de verzekerde som van de opstal jaarlijkse indexering moet plaatsvinden. Zoals hiervoor is vastgesteld geldt met betrekking tot de verzekerde som voor inventaris en goederen geen indexatieplicht. Voorts overweegt de rechtbank in dit verband als volgt.

      De polisvoorwaarden geven niet exact aan welk indexcijfer voor de bouw wordt bedoeld. Er zijn er immers meerdere, zoals kenbaar is uit de website van het CBS. De eerste is de inputprijsindex bouwkosten (nieuwbouwwoningen en andere nieuwbouw), met als peiljaar 2005. De index was toen 100. Het indexcijfer 2006 bedroeg 103,2 en dat van 2007 was 107,4. Verder bestaat er het prijsindexcijfer voor de gebouwen, prijspeil 2000...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT