Hoger beroep van Gerechtshof Amsterdam (Nederland), 9 de Febrero de 2010
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 9 de Febrero de 2010 |
Uitgevende instantie: | Gerechtshof Amsterdam (Nederland) |
GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER
ARREST
in de zaak van:
-
[P],
-
[S], echtgenote van [P],
beiden wonende te [X],
APPELLANTEN,
advocaat: mr. J.A.M. van de Sande, te Rotterdam,
t e g e n
[H],
wonende te [Y],
GEÏNTIMEERDE,
advocaat: mr. M. Velsink, te Haarlem.
-
Het geding in hoger beroep
1.1 Appellanten – hierna [P] c.s. – zijn bij dagvaarding van 15 mei 2009 in hoger beroep gekomen van de door de rechtbank te Haarlem onder zaaknummer/rolnummer 132721 HA ZA 07-249 op 29 augustus 2007 en 25 maart 2009 uitgesproken vonnissen.
1.2 [P] c.s. hebben bij memorie vier grieven aangevoerd, bewijs aangeboden en geconcludeerd als aldaar overwogen.
1.3 Geïntimeerde – hierna [H] – heeft bij memorie de grieven bestreden, bewijs aangeboden en geconcludeerd als aldaar verwoord.
1.4 Vervolgens hebben partijen haar standpunten nader mondeling toegelicht aan de hand van overgelegde pleitnotities.
1.5 Tenslotte hebben partijen de stukken overgelegd en arrest gevraagd.
-
Grieven
Voor de inhoud van de grieven wordt verwezen naar de memorie onder 1.2.
-
Feiten
De rechtbank heeft in het vonnis van 29 augustus 2007 in de tweede rechtsoverweging onder 2.1. tot en met 2.11 een aantal feiten vastgesteld. Tegen die vaststelling is geen grief gericht zodat ook het hof die feiten als uitgangspunt zal nemen.
-
Beoordeling
4.1 De zaak betreft het volgende.
[P] c.s., als verkopers, en [H], als koper, hebben een koopovereenkomst gesloten met betrekking tot het woonhuis en aanhorigheden, gelegen aan de [K]laan [nummer] te [A]. Die koopovereenkomst is neergelegd in een door partijen ondertekende koopovereenkomst.
Artikel 10.2. van die overeenkomst houdt in dat bij ontbinding van de overeenkomst op grond van een toerekenbare tekortkoming de nalatige partij ten behoeve van de wederpartij een zonder rechterlijke tussenkomst opeisbare boete van € 36.000,- zal verbeuren.
Artikel 16 van de overeenkomst houdt onder meer in hetgeen de rechtbank in haar vonnis van 27 augustus 2007 onder 2.4 heeft opgenomen.
[H] heeft een financieringsaanvraag ingediend onder meer bij Coöperatieve Rabobank Hoorn en Omstreken, hierna de Rabobank.
Bij offerte van 21 augustus 2006 heeft de Rabobank [H] een financiering aangeboden voor een bedrag van € 412.800,--, bestaande uit een Aflossingsvrije Hypotheek van € 190.000,--, een Overbruggingslening van € 192.800,-- en een Keuze Plus Hypotheek van € 30.000,--. In de offerte is met betrekking tot de Overbruggingslening onder meer vermeld dat het een tijdelijke geldlening betreft die afgelost wordt uit de opbrengst van de woning van [H] aan de [Z]straat [nummer] te [Y] en dat de lening uiterlijk 30 januari 2007 dient te zijn afgelost.
Bij fax van 25 augustus 2006 heeft mevrouw [B] van Financieel Adviescentrum ’t Hollandsch Raadhuys namens [H] een beroep gedaan op de ontbindende voorwaarde van artikel 16.1 sub b van de koopovereenkomst. In de fax is vermeld dat het niet gelukt is de financiering rond te krijgen.
Bij deurwaardersexploot van 12 september 2006 hebben [P] c.s. [H] in gebreke gesteld ter zake van de niet nakoming van zijn verplichtingen uit de koopovereenkomst.
Bij brief van 6 november 2006 heeft de raadsman van [P] c.s. de overeenkomst in verband met het verzuim van [H] ontbonden, aanspraak gemaakt op de verbeurde boete en [H] aansprakelijk gesteld voor eventueel nog door [P] c.s. te lijden schade.
4.2 [P] c.s. vorderen in dit geding, voor zover thans van belang, de veroordeling van [H] tot betaling van een bedrag van € 37.158,-- en tot vergoeding van de schade die [P] c.s. nog meer geleden hebben of zullen...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT