Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Almelo, 21 de Julio de 2010

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak21 de Julio de 2010
Uitgevende instantie:Rechtbank Almelo

RECHTBANK ALMELO

Sector strafrecht

parketnummer: 08/711023-09

datum vonnis: 21 juli 2010

Vonnis op tegenspraak (promis) van de rechtbank Almelo, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Almelo tegen:

[verdachte],

geboren op [1980] in [geboorteplaats],

wonende in [woonplaats], [woonadres],

nu verblijvende in het huis van bewaring De Karelskamp te Almelo

  1. Het onderzoek op de terechtzitting

    Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 9 april 2010, 9 juni 2010 en 7 juli 2010. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. A.H.J.M. Damen en van hetgeen door de verdachte en diens raadsman mr. P.J. Roelse, advocaat te Amsterdam, naar voren is gebracht.

    Het slachtoffer, [slachtoffer], was op de zitting van 7 juli 2010 aanwezig. Hij heeft gebruik gemaakt van zijn spreekrecht.

  2. De tenlastelegging

    De tenlastelegging is gewijzigd overeenkomstig artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering.

    De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:

    primair:

    bij de wedstrijd FC Twente-Helmond Sport door een vuurwerkbom op het speelveld te gooien een ontploffing heeft veroorzaakt waardoor gevaar voor het speelveld en levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor [slachtoffer] te duchten was;

    subsidiair:

    door een vuurwerkbom op het speelveld te gooien, [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht;

    meer subsidiair:

    door het gooien van een vuurwerkbom geprobeerd heeft [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen.

    Voluit luidt de - gewijzigde - tenlastelegging aan de verdachte, dat:

    hij op of omstreeks 23 december 2009 te Enschede, opzettelijk een ontploffing

    teweeg heeft gebracht door (tijdens de voetbalwedstrijd FC Twente-Helmond

    Sport in het stadion vanaf de tribune) een zogenaamde vuurwerkbom, althans een explosief (voorwerp) aan te steken en op/naar/in de richting van het speelveld te gooien, terwijl daarvan gemeen gevaar voor het speelveld, in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor [slachtoffer]

    en/of een of meer voetbalspeler(s), in elk geval levensgevaar en/of gevaar

    voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen, te duchten was;

    ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou

    kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat

    hij op of omstreeks 23 december 2009 te Enschede

    aan een persoon, genaamd [slachtoffer], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel (te

    weten (blijvende) doofheid van het rechter oor), heeft toegebracht, door

    opzettelijk (tijdens de voetbalwedstrijd FC Twente-Helmond Sport in het

    stadion vanaf de tribune) een zogenaamde vuurwerkbom, althans een explosief (voorwerp) aan te steken en op/naar/in de richting van het speelveld te gooien, waar die [slachtoffer] zich in zijn functie van steward bevond;

    ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou

    kunnen volgen, MEER SUBSIDIAIR, terzake dat

    hij op of omstreeks 23 december 2009 te Enschede ter uitvoering van het door

    verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer],

    opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet (tijdens de

    voetbalwedstrijd FC Twente-Helmond Sport in het stadion vanaf de tribune) een

    zogenaamde vuurwerkbom, althans een explosief (voorwerp) aan te steken en op/naar/in de richting van het speelveld te gooien (waar die [slachtoffer] zich in zijn functie van steward bevond), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

  3. De vordering van de officier van justitie

    De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het primair tenlastegelegde feit zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en met als bijzondere voorwaarden, toezicht van de reclassering gedurende de proeftijd en een stadionverbod gedurende het eerste jaar van de proeftijd.

    Ook vordert de officier van justitie toewijzing van de vordering van de benadeelde partij

    [slachtoffer] tot het gevorderde bedrag van € 7500,--, met oplegging daarbij van de schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 36 f van het Wetboek van Strafrecht.

    Tevens vordert de officier van justitie onttrekking aan het verkeer van de inbeslaggenomen voorwerpen.

  4. De voorvragen

    De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

  5. De beoordeling van het bewijs

    5.1 De vaststaande feiten

    De onderstaande feiten volgen rechtstreeks uit de bewijsmiddelen en hebben bij de behandeling van de zaak niet ter discussie gestaan. Het vaststellen van deze feiten behoeft daarom geen andere motivering door de rechtbank dan een verwijzing naar de betreffende bewijsmiddelen .

    Op 23 december 2009 was verdachte in Enschede aanwezig bij de voetbalwedstrijd FC Twente-Helmond Sport . Tijdens deze wedstrijd is in het stadion een explosief voorwerp aangestoken en vanaf de tribune op het speelveld gegooid . [Slachtoffer] heeft hierdoor doofheid aan het rechter oor opgelopen. Het speelveld is ten gevolge van de ontploffing beschadigd. Toen het voorwerp ontplofte waren er voetbalspelers op het veld aanwezig . Verdachte is, kort nadat het voorwerp op het veld was ontploft, nadat hij door meerdere personen uit het vak is aangewezen, door stewards van de tribune gehaald en overgedragen aan de politie.

    5.2 De standpunten van de officier van justitie en de verdediging

    De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat er op grond van de drie ter terechtzitting afgelegde getuigenverklaringen geen misverstand over kan bestaan dat het verdachte is geweest die het primair tenlastegelegde feit heeft gepleegd. Alle drie getuigen zijn heel stellig in hun bewering dat de man die door de stewards van de tribune is gehaald, de man is die het voorwerp op het veld heeft gegooid. Bovendien heeft verdachte op de foto, waarop volgens één van de getuigen de man staat...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT