Kort geding van Rechtbank Arnhem, Voorzieningenrechter, 25 de Junio de 2010

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak25 de Junio de 2010
Uitgevende instantie:Voorzieningenrechter

vonnis

RECHTBANK ARNHEM

Sector civiel recht

zaaknummer / rolnummer: 200128 / KG ZA 10-305

Vonnis in kort geding van 25 juni 2010

in de zaak van

[eisers],

eisers,

advocaat mr. R.A.F. Willems te ‘s-Hertogenbosch,

tegen

[gedaagde],

gedaagde,

advocaat mr. H.M. Punt te Amsterdam.

Partijen zullen hierna [eiser sub 1], [eiser sub 2] en [gedaagde] genoemd worden.

  1. De procedure

    1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

    - de dagvaarding

    - de mondelinge behandeling

    - de pleitnota van [gedaagde].

    1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

  2. De feiten

    2.1. Partijen wonen allen aan de [adres] te [woonplaats]. Zij zijn daar eigenaar van verschillende percelen grond, [gedaagde] van perceel (kadastraal bekend gemeente [gemeente], ook wel bekend als [gemeente]) L 104, [eiser sub 1] van perceel L 125 en L 127, en [eiser sub 2] van perceel L 126. De percelen van [eiser sub 1] en [eiser sub 2] enerzijds en het perceel van [gedaagde] anderzijds worden gescheiden door de [adres] en liggen ongeveer tegenover elkaar.

    De percelen van [eiser sub 1] en [eiser sub 2] liggen aan de rivierzijde van de dijk, het perceel van [gedaagde] aan de andere kant. Alle percelen hebben hun uitrit naar de dijk. [eiser sub 1] en [eiser sub 2] hebben een gezamenlijke uitrit. De uitritten van [eiser sub 1] en [eiser sub 2] enerzijds en die van [gedaagde] anderzijds komen vrijwel, maar niet precies, tegenover elkaar op de [adres] uit. Van de uitrit van [gedaagde] loopt langs de zuidwestgrens van zijn perceel en langs zijn woning door naar de noordwestgrens van zijn perceel een weg (hierna: de weg) die uitkomt op de [adres 2]. Langs (een gedeelte van) deze weg van [gedaagde] staat een haag

    2.2. Ten nutte van (onder meer) de huidige percelen van [eiser sub 1] en ten laste van het huidige perceel van [gedaagde] is op 13 juni 1934 de volgende erfdienstbaarheid gevestigd:

    “(…) recht van uitweg, om te komen van en naar den [adres 2] (…) met bepaling dat het onderhoud van het hek aan den [adres 2] is voor rekening van den eigenaar van het lijdend erf en dat het hek boven aan den dijk voor rekening van de eigenaren der heerschende erven zal zijn.”

    Krachtens akte van toedeling van 12 december 1983 is deze erfdienstbaarheid als onderdeel van de ruilverkaveling “Lek en Linge” als volgt hergevestigd:

    “Ten behoeve van de kavels [gemeente] L 124, L 125, L 127 en ten laste van de kavel [gemeente] L 104 wordt gevestigd de erfdienstbaarheid van weg om te komen en te gaan van en naar de [adres 2], naar en van de heersende kavels uit te oefenen op de minst bezwarende wijze (…) waarbij de kosten van het onderhoud van die weg bij helfte ten laste komen van de eigenaar van de lijdende kavel en bij helfte ten laste van de eigenaars van de heersende kavels.”

    2.3. Ten behoeve van het huidige perceel van [eiser sub 2] en ten laste van het huidige perceel van [gedaagde] is op 13 juni 1934 eveneens een erfdienstbaarheid van weg gevestigd “van en naar den dijk en den [adres 2]”. In de vestigingsakte zijn onder meer de volgende voorwaarden opgenomen:

    “De erfdienstbaarheid is gevestigd zoo voor de tegenwoordige als voor elke toekomstige bestemming van het heerschend erf.

    De uitweg mag niet worden bereden met motor- rij of voertuigen, alzoo wel met rij- en voertuigen met paarden bespannen.

    De op de uitweg aanwezige, reeds gestelde of nog te stellen hekken zullen na gebruik moeten worden gesloten.”

    Ook deze erfdienstbaarheid is ter gelegenheid van voornoemde ruilverkaveling hergevestigd, en wel als volgt:

    “Ten behoeve van de kavel [gemeente] L 126 en ten laste van de kavel [gemeente] L 104 wordt gevestigd de erfdienstbaarheid van uitweg om te komen van en te gaan naar de [adres 2] en van de heersende kavel, uit te oefenen langs de zuidwestgrens van de lijdende kavel, met bepaling dat de weg niet mag worden bereden met motorrij- of voertuigen alzo wel met rij- en voertuigen met paarden bespannen en dat de op de weg aanwezige reeds gestelde of nog te stellen hekken na gebruik moeten worden gesloten (…)”.

    2.4. Het parcours van de beide erfdienstbaarheden loopt over de weg van [gedaagde].

    De weg is in 2006 geasfalteerd door [gedaagde]. In de loop van 2004 heeft [gedaagde] een tweedelig ijzeren hek met spijlen en een deurkruk (hierna: het hek) geplaatst bij de toegang van de weg vanuit de [adres]. Beide delen van het hek kunnen met de hand worden geopend. Eenzelfde hek heeft [gedaagde] bij de toegang van de weg vanaf de [adres 2] geplaatst. De hekken zijn voorzien van een cijferslot.

    2.5. [eiser sub 1] heeft ter plaatse een agrarisch bedrijf. In dat verband wordt de weg behalve door hem zelf mede door toeleveranciers van zijn bedrijf gebruikt. [eiser sub 2] oefent op zijn perceel ter plaatse het beroep van kunst- en portretschilder uit en ontvangt in dat verband daar ook bezoekers en leveranciers, die daartoe eveneens gebruikmaken van de weg.

    2.6. Tussen partijen bestaat onenigheid over de uitoefening van de erfdienstbaarheden. Dat heeft onder meer geleid tot een bodemprocedure voor de rechtbank Arnhem (zaak- /rolnummer 133550 / HA ZA 05-2038). Daarin heeft de rechtbank, na tussenvonnis gewezen te hebben op 7 juni 2006, bij eindvonnis van 25 oktober 2006 (hierna:

    het eindvonnis), in conventie, onder andere beslist:

    “4.1. verklaart voor recht dat [eiser sub 2] de uitweg niet mag (laten) berijden met motorvoertuigen,

    4.2. verklaart voor recht dat [eiser sub 1] en [eiser sub 2] slechts op de voor [gedaagde] minst bezwarende wijze gebruik mogen maken van hun recht van erfdienstbaarheid, wat onder meer inhoudt dat zij geen onnodig lawaai mogen veroorzaken, rustig moeten rijden, niet onnodig mogen stoppen op de weg anders dan voor het openen of sluiten van de hekken, en vervuiling die zonder inachtneming van het nieuwe asfalt-wegdek overmatig genoemd kan worden moeten opruimen,

    4.3. verklaart voor recht dat [eiser sub 1] en [eiser sub 2] in die zin ‘aansprakelijk zijn’ voor de wijze waarop bezoekers van hun erf gebruik maken van het recht van erfdienstbaarheid dat, indien bezoekers of leveranciers zich aan een overschrijding van het minst bezwarende gebruik als zojuist bedoeld schuldig maken, daarmee inbreuk wordt gemaakt op het eigendomsrecht van [gedaagde], welke inbreuk, indien deze in het kader van de uitoefening van de erfdienstbaarheden plaatsvindt, geacht wordt door de eigenaar van het desbestreffende heersende erf te zijn begaan, dat wil zeggen [eiser sub 1] en/of [eiser sub 2],

    4.4. verbiedt [eiser sub 1] en [eiser sub 2] gebruik te maken van het dienende erf, anders dan op de minst bezwarende wijze als onder 4.2 van het dictum bedoeld, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100,-- per overtreding, tot een maximum van

    € 10.000,--,

    4.5. beveelt [eiser sub 1] en [eiser sub 2] om na gebruik van de uitweg het hekwerk aan de [adres] meteen te sluiten, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100,-- per overtreding, tot een maximum van € 10.000,--

    4.6. verklaart de onder 4.4 en 4.5 van het dictum gegeven veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad”

    en in reconventie:

    4.9. verklaart voor recht dat [eiser sub 1] en [eiser sub 2] beiden gerechtigd zijn de uitweg over het

    erf van [gedaagde] te berijden met voertuigen (met uitzondering - wat [eiser sub 2] betreft - van

    motorvoertuigen) en wel ongeacht of deze al dan niet via de [adres] van of naar hun erf

    kunnen komen,

    4.10. beveelt [gedaagde] deze rechten van erfdienstbaarheid, zoals geformuleerd in het dictum

    onder 4.9, niet te belemmeren, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom

    van € 100,-- per overtreding, tot een maximum van € 10.000,--”

    2.7. Op 9 november 2006 is het eindvonnis aan [eiser sub 1] en [eiser sub 2] betekend, met gelijktijdig bevel om aan het daarin bepaalde te voldoen. Tegen dat vonnis en het tussenvonnis van 7 juni 2006 is hoger beroep ingesteld (zaaknummer 104.003.220).

    2.8. Om vast te kunnen stellen of [eiser sub 1] en [eiser sub 2] voldoen aan het in conventie bepaalde in het eindvonnis, heeft [gedaagde] een of meer automatische fotocamera’s langs zijn weg geplaatst die het verkeer over deze weg fotograferen, met vermelding van datum en tijdstip van iedere foto. Op deze wijze ontstaan fotoseries, aan de hand waarvan [gedaagde] op een lijst, die doornummert, bijhoudt of – in zijn ogen – overtredingen worden begaan door [eiser sub 1] en [eiser sub 2]. [gedaagde] heeft de overtredingen op de lijst ingedeeld in 7 categorieën, te weten ‘Nodeloos extra lawaai’, ‘Pen laten slepen - krassen’, ‘Hek dichtslaan (aan spijl), ‘Hek opengelaten’, ‘Ongeoorloofd stilstaan op pad’, ‘Snelheid te hoog + lawaai’ en ‘Vuil op pad’.

    2.9. Op basis van zijn genoemde lijst heeft [gedaagde] (via zijn raadsman), [eiser sub 1] en [eiser sub 2] diverse malen bericht dat zij het eindvonnis hebben overtreden en dat zij om die reden dwangsommen verschuldigd zijn geworden. In dat kader heeft [gedaagde] uit hoofde van het eindvonnis executoriaal beslag gelegd op de onroerende zaken van [eiser sub 1] en [eiser sub 2] aan de [adres].

    2.10. [eiser sub 1] en [eiser sub 2] hebben in verband daarmee [gedaagde] gedagvaard in kort geding (zaak- rolnummer 176078 / KG ZA 08-643). Daarin hebben zij – kort gezegd – een verbod gevorderd tot executie van het eindvonnis en een bevel tot opheffing van de executoriale beslagen die [gedaagde] ten laste van hen heeft gelegd. In die procedure is bij vonnis van 21 november 2008 geoordeeld dat [eiser sub 1] op grond van het eindvonnis wegens het niet rustig rijden € 600,00 aan dwangsommen heeft verbeurd, € 200,00 wegens beschadigingen aan het wegdek (door het slepen van de vergrendelingspen van het hek over de asfaltlaag van het wegdek) en € 600,00 voor het niet tijdig sluiten...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT