Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Utrecht, 2 de Julio de 2010

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 2 de Julio de 2010
Uitgevende instantie:Rechtbank Utrecht

RECHTBANK UTRECHT

Sector strafrecht

parketnummer: 16-711203-09 [P]

vonnis van de meervoudige kamer d.d. 2 juli 2010

in de strafzaak tegen

[verdachte],

geboren op [1962] te [plaats],

wonende te [woonplaats][plaats], [adres].

Raadsman: mr. W.J. Ausma, advocaat te Utrecht.

1 Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzittingen van 9 juni 2010, 15 juni 2010 en 18 juni 2010, waarbij de officier van justitie, mr. A.S. Bijleveld, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2 De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:

Feit 1: heeft deelgenomen aan een criminele organisatie met het oogmerk van oplichting van banken en/of hypotheekverstrekkers en/of personen;

Feit 2: in vereniging diverse banken en/of hypotheekverstrekkers heeft opgelicht;

Feit 3: in vereniging diverse malen valsheid in geschrift heeft gepleegd;

Feit 4: twee wurgstokken voorhanden heeft gehad;

Feit 5: een gasbusje, een geweer, diverse patroonhouders en diverse scherpe patronen voorhanden heeft gehad;

Feit 6: in vereniging in twee panden hennep heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt dan wel opzettelijk aanwezig heeft gehad.

3 De voorvragen

3.1 De geldigheid van de dagvaarding

De rechtbank zal de dagvaarding partieel nietig verklaren ten aanzien van de volgende onder feit 2 ten laste gelegde zinsnede:

“(zaak 10) op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 november 2006 tot en met 7 augustus 2008 Fortis heeft/hebben bewogen tot het aangaan van een hypothecaire lening (inclusief bouwdepot) (op het pand aan de [adres] te [plaats][woonplaats] met [medeverdachte 1], middels oplichtingsmiddelen V en W als hieronder nader omschreven”.

De rechtbank zal dit onderdeel van de dagvaarding nietig verklaren omdat het middel/de middelen waarmee de ten laste gelegde oplichting van Fortis met betrekking tot het pand aan de [adres] te [plaats] zou zijn begaan niet feitelijk wordt/worden omschreven. Het is aldus niet duidelijk welk verwijt de rechtbank in zoverre dient te onderzoeken en tegen welk verwijt de verdachte zich moet verdedigen.

3.2 De overige voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat zij bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4 De beoordeling van het bewijs

4.1 Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 1 tot en met 6 ten laste gelegde feiten.

Verdachte dient volgens de officier van justitie wegens gebrek aan wettig en overtuigend bewijs partieel te worden vrijgesproken van het onder 1 ten laste gelegde tweede liggende streepje, inhoudende: “oplichting van personen (door hen onder valse voorwendselen te bewegen geld over te maken aan verdachte en/of zijn mededaders)”.

Ten aanzien van feit 2 heeft zij met betrekking tot het pand aan de [adres] te [plaats] (zaak 3) partiële vrijspraak gevorderd ten aanzien van de oplichtingsmiddelen:

- C en D (betreffen een dienstverband van [medeverdachte 2]);

- F (de rechtbank begrijpt: E, betreft een taxatierapport);

- F, G en H (betreffen [bedrijf 4]-facturen).

Voorts heeft de officier van justitie met betrekking tot feit 2 ten aanzien van het pand aan de [adres] te [plaats] (zaak 4) partiële vrijspraak gevorderd voor wat betreft de oplichtingsmiddelen:

- I, J, K (betreffen [bedrijf 4]-facturen);

- K (de rechtbank begrijpt: L, betreft een taxatierapport).

Ten aanzien van feit 3 acht de officier van justitie wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in vereniging stukken valselijk heeft opgemaakt zodat de rechtbank niet toekomt aan beoordeling van het impliciet subsidiair ten laste gelegde gebruikmaken van valse stukken dan wel het voorhanden hebben daarvan.

Met betrekking tot de ten laste gelegde hennepkwekerij in het pand aan de [adres] te [plaats] (feit 6) moet verdachte volgens de officier van justitie worden gekwalificeerd als medepleger en niet als medeplichtige. Ten aanzien van de hennepkwekerij in het pand aan de [adres] te [plaats] (de rechtbank begrijpt: [plaats]) heeft de officier van justitie vrijspraak gevorderd.

4.2 Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft gesteld dat de feiten 1, 2 en 3 wettig en overtuigend bewezen kunnen worden met dien verstande dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de door de officier van justitie gevorderde partiële vrijspraken.

Voorts heeft de raadsman gesteld dat de feiten 4 en 5 wettig en overtuigend kunnen worden bewezen.

Ten aanzien van het onder 6 ten laste gelegde heeft de raadsman betoogd dat verdachte weliswaar op de hoogte was van de aanwezigheid van hennep in het pand aan de [adres] te [plaats] maar dat hij niets te maken heeft gehad met de aanleg en oogst hiervan. Verdachte was ten tijde van de doorzoeking van deze woning per toeval in de woonkamer aanwezig om spullen te bewaken en niet om voor een mogelijke komst van de politie te waarschuwen, aldus de raadsman.

Voorts heeft de verdediging met betrekking tot dit feit aangevoerd dat verdachte niets van de hennepkwekerij in het pand aan de [adres] te [plaats] afwist.

4.3 Het oordeel van de rechtbank

4.3.1 De bewijsmiddelen

Feit 1: criminele organisatie

Feit 2: oplichting

Feit 3: valsheid in geschrift

Zaaksdossier 3 ([adres] te [plaats])

Zaaksdossier 4 ([adres] te [plaats])

In het dossier bevinden zich de volgende documenten:

- een werkgeversverklaring ten aanzien van [medeverdachte 3] met een dienstverband als Sales Manager Verkoop sinds 1 juni 2008 bij [bedrijf 3] met een bruto jaarsalaris van € 58.632,- ;

- een salarisspecificatie van [bedrijf 3] van de maand juli 2008, betreffende inkomen van [medeverdachte 3] van € 4.200,- bruto per maand ;

- een nota van [bedrijf 4], rekeningnummer [rekeningnummer], voor een bedrag van € 22.610,- met betalingskenmerk [betalingskenmerk] ;

- een nota van [bedrijf 4], rekeningnummer [rekeningnummer], voor een bedrag van € 42.840,- met betalingskenmerk [betalingskenmerk] ;

- een nota van [bedrijf 4], rekeningnummer [rekeningnummer], voor een bedrag van € 56.822,50 met betalingskenmerk [betalingskenmerk] ;

- een nota van [bedrijf 4], rekeningnummer [rekeningnummer], voor een bedrag van € 13.685,- met betalingskenmerk [betalingskenmerk] ;

- een nota van [bedrijf 4], rekeningnummer [rekeningnummer], voor een bedrag van € 43.435,- met betalingskenmerk [betalingskenmerk] ;

- een nota van [bedrijf 4], rekeningnummer [rekeningnummer], voor een bedrag van € 26.775,- met betalingskenmerk [betalingskenmerk] .

In de aangifte van [aangever] namens de ABN-Amro bank staat vermeld dat bij de hypotheekaanvraag voor het pand aan de [adres] te [plaats] een werkgeversverklaring is overgelegd van een dienstverband van [medeverdachte 3] bij [bedrijf 3] te [plaats]. In de werkgeversverklaring staat vermeld dat [medeverdachte 3] sinds 1 juni 2008 als Sales Manager Verkoop bij dit bedrijf werkzaam is en een bruto salaris inclusief vakantiegeld verdient van € 58.632,-. Na beoordeling van de aangeleverde stukken is de hypotheekakte voor de hypothecaire geldlening gepasseerd op 22 oktober 2008 ten overstaan van notaris mr. T.J. van der Veer. Op 11 september 2008 is door [A], werkzaam bij [bedrijf 1] bij het label Florius een aanvraag voor een hypothecaire lening ingediend voor een bedrag van € 450.000,-. De hypothecaire lening is verstrekt aan [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2]. In het hypotheekbedrag ten behoeve van de aankoop van het pand aan de [adres] te [plaats], groot € 450.000,-, is een bedrag van € 120.000,- gereserveerd voor een verbouwing. Op grond van ontvangen bouwnota’s is door de ABN-Amro bank via Florius een bedrag van in totaal € 97.861,76 uitbetaald aan [bedrijf 4] te [plaats] .

Op 29 oktober 2008 is de hypotheekakte van de [adres] te [plaats] bij notariskantoor Ottens gepasseerd . In de aangifte van [B] namens Aegon Levensverzekeringen N.V. tegen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] staat vermeld dat bij de hypotheekaanvraag voor het pand aan de [adres] te [plaats] onder meer de volgende inkomensbescheiden zijn aangeleverd:

- een werkgeversverklaring van [medeverdachte 3], ondertekend door [eigenaar bedrijf 3] namens [bedrijf 3];

- een salarisspecificatie van [medeverdachte 3] van juli 2008 van [bedrijf 3].

Door Aegon is een hypothecaire lening verstrekt ten bedrage van € 410.000,- met daarin opgenomen een bouwdepot voor het bedrag van € 80.000,-. Uit onderzoek bleek dat de gedeclareerde bouwwerkzaamheden niet of niet geheel zijn uitgevoerd. [bedrijf 4] Onderhoudsbedrijf is het bouwbedrijf dat de nota’s voor de verbouwing heeft opgemaakt .

[verdachte] heeft ter terechtzitting van 15 juni 2010 verklaard dat de werkzaamheden die staan vermeld op de nota’s van [bedrijf 4] gericht aan [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] met de bedragen € 22.610,-, € 41.039,26 en € 56.822,50 niet zijn verricht. [verdachte] heeft deze nota’s ingediend bij de ABN-Amro bank en heeft [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] hiervoor laten tekenen zodat de rekeningen aan [bedrijf 4] konden worden betaald.

Voorts heeft [verdachte] ter zitting verklaard dat [medeverdachte 3] niet heeft gewerkt bij [bedrijf 3] te [plaats]. [verdachte] heeft [medeverdachte 4] gevraagd of hij bereid was om bouwnota’s op te maken en hoeveel hij hiermee wilde verdienen. [medeverdachte 4] wilde hier

€ 5.000,- voor hebben. [verdachte] ging hiermee akkoord en zo is het geregeld, aldus [verdachte] ter zitting.

[mede-eigenaar van bedrijf 3] is mede-eigenaar van het bedrijf [bedrijf 3]. [mede-eigenaar van bedrijf 3] heeft bij de politie verklaard dat het handschrift op de werkgeversverklaring van [bedrijf 3] ten name van [medeverdachte 3], waarop een dienstverband als Sales Manager Verkoop sinds 1 juni 2008 met een bruto jaarsalaris van € 58.632,- staat vermeld niet van hem is. De...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT