Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 29 de Julio de 2010

Datum uitspraak29 de Julio de 2010
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

09/1028 MAW en 09/1358 MAW

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

U I T S P R A A K

op de hoger beroepen van:

[betrokkene], wonende te [woonplaats] (Duitsland), (hierna: betrokkene),

en

de Minister van Defensie als rechtsopvolger van de Staatssecretaris van Defensie (hierna: minister),

tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage van 26 januari 2009, 07/7465 (hierna: aangevallen uitspraak),

in de gedingen tussen:

betrokkene

en

de minister

Datum uitspraak: 29 juli 2010

  1. PROCESVERLOOP

    Beide partijen hebben hoger beroep ingesteld.

    De Staatssecretaris van Defensie en betrokkene hebben een verweerschrift ingediend.

    Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 17 juni 2010. Betrokkene is verschenen, bijgestaan door mr. H.J.M.G.M. van der Meijden, advocaat te Harderwijk. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. A.E.P. van Zandbergen, werkzaam bij het ministerie van Defensie.

  2. OVERWEGINGEN

    1. Deze gedingen, die aanvankelijk zijn gevoerd ten name van de Staatssecretaris van Defensie, zijn in verband met een wijziging van taken voortgezet ten name van de minister. Waar in deze uitspraak wordt gesproken van minister, wordt daaronder in voorkomend geval (mede) verstaan de Staatssecretaris van Defensie.

    2. Voor een uitgebreidere weergave van de in deze gedingen van belang zijnde feiten en omstandigheden wordt verwezen naar de uitspraak van de Raad van 19 september 2002, 98/7270 MAW en 02/2186 MAW, LJN AR8750, (hierna: uitspraak 1) en de aangevallen uitspraak. De Raad volstaat met het volgende.

      2.1. Met ingang van 29 juni 1992 is aan betrokkene de functie van hoofd bureau Legerplannen (hierna: HBL) toegewezen. Sinds mei 1993 is betrokkene tevens de functie van plaatsvervangend projectofficier HKL/DMKL (hierna: plv PO HKL/DMKL) toegewezen. Een rangsindicatief onderzoek naar de functie van HBL tevens plv PO HKL/DMKL leidde tot een score van 399 punten en een waardering op het niveau van majoor. Een hernieuwd onderzoek leidde tot een score van 412 punten en handhaving van de waardering op het niveau van majoor. Het bezwaar van betrokkene tegen deze gehandhaafde waardering is bij besluit van 18 januari 1994 afgewezen. Tegen dit besluit heeft betrokkene geen rechtsmiddelen aangewend.

      2.2. Betrokkene heeft bij rekest van 19 mei 1996 de minister verzocht zijn functieom-schrijving aan te passen en hem op basis van de aangepaste functieomschrijving te bevorderen tot luitenant-kolonel. Bij besluit van 2 augustus 1996 is dit verzoek...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT