Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Zwolle, Sector kanton, 27 de Julio de 2010

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak27 de Julio de 2010
Uitgevende instantie:Sector kanton

RECHTBANK ZWOLLE – LELYSTAD

sector kanton – locatie Zwolle

zaaknr.: 482693 CV 10-51

datum : 27 juli 2010

Vonnis in de zaak van:

[EISENDE PARTIJ],

wonende te [woonplaats],

eisende partij, verder te noemen: ‘[eisende partij]’,

gemachtigde mw. mr. M.C. Jilderda-Swüste, verbonden aan Arag Rechtsbijstand te Leusden,

tegen

de stichting [GEDAAGDE PARTIJ],

gevestigd en zaakdoende te [vestigingsplaats],

gedaagde partij, verder te noemen: ‘[gedaagde partij]’,

gemachtigde mw. mr. I. de Graaff, advocaat te Zwolle.

Het verdere verloop van de procedure

Eerder is in deze zaak een tussenvonnis gewezen dat op 16 maart 2010 is uitgesproken.

Ter uitvoering van dat vonnis heeft op 15 juni 2010 een comparitie van partijen plaatsgevonden. De door partijen voorafgaande aan de comparitie toegezonden bescheiden zijn aan de gedingstukken toegevoegd. Van het verhandelde ter zitting is proces-verbaal opgemaakt. De door partijen bij brieven van 21 juni 2010 respectievelijk 22 juni 2010 gemaakte opmerkingen zijn aan dat proces-verbaal gehecht.

Het geschil

De vordering van [eisende partij] strekt ertoe dat zal worden verklaard voor recht dat de stichting de beëindigingsovereenkomst nakomt en dat de stichting wordt veroordeeld tot onder meer volledige compensatie van het door [eisende partij] geleden financiële nadeel, onder veroordeling van de stichting in de kosten van de procedure.

De stichting heeft de vordering bestreden en de afwijzing daarvan bepleit, onder aanvoering dat [eisende partij] in de kosten van de procedure dient te worden verwezen.

De vaststaande feiten

Tussen partijen staat als gesteld en erkend dan wel niet (voldoende) betwist, mede op grond van de overgelegde en in zoverre niet bestreden bescheiden, het volgende vast.

  1. [gedaagde partij] is de enige sectororganisatie voor de ambulancezorg in Nederland. Zij ondersteunt de 24 regionale ambulancevoorzieningen. Bij [gedaagde partij] zijn circa 60 personen werkzaam.

  2. [eisende partij], geboren op [datum] 1945, is vanaf 6 november 2000 voor [gedaagde partij] werkzaam geweest, laatstelijk als locatiebeheerder van ‘[de Academie]’ te [vestigingsplaats], zijnde één van de opleidinglocaties van [gedaagde partij]. Het laatst door hem verdiende salaris bedraagt € 2.687,00 bruto per maand exclusief emolumenten.

  3. In verband met een overwogen sluiting van de locatie te [vestigingsplaats] heeft [gedaagde partij] op 20 februari 2007 met [eisende partij] gesproken over de gevolgen daarvan voor het dienstverband met [eisende partij]. In het van dat gesprek opgemaakte verslag is onder meer weergegeven dat [gedaagde partij] na sluiting van die locatie aan [eisende partij] geen vervangende functie kan aanbieden en dat zij om die reden voornemens is om de arbeidsovereenkomst per 1 februari 2008 te beëindigen, waarna volgt: ‘[gedaagde partij] wil [[eisende partij]] binnen 2 maanden een eenmalig voorstel doen tot het bereiken van de 65 jarige leeftijd, waarbij het uitgangspunt is dat [[eisende partij]] wat betreft inkomen nu en na 65 jaren er niet op achteruit gaat. In dat voorstel is het inkopen van de resterende ca. 2 pensioenjaren meegenomen. Dit inkomen bestaat na beëindiging uit een ww uitkering en wachtgeldaanvulling van [gedaagde partij]. (...) [[eisende partij]] geeft (...) aan graag het voorstel van [gedaagde partij] te ontvangen en geeft toestemming aan [gedaagde partij] en PGGM om zijn pensioengegevens te gebruiken om het voorstel te kunnen schrijven. Het verzoek en de toestemming worden schriftelijk gedaan. (...)’

  4. [eisende partij] heeft op 22 februari 2007 een verklaring ondertekend waarmee hij toestemming heeft gegeven aan [gedaagde partij] en pensioenfonds PGGM om pensioengegevens uit te wisselen. PGGM heeft bij brief van 8 maart 2007 opgegeven dat [eisende partij] per 1 januari 2008 aanspraak heeft op een Flex-pensioen van € 5.457,00 bruto per jaar ofwel € 421,00 bruto per maand (exclusief 8% vakantietoeslag) en dat het ouderdomspensioen van [eisende partij] in dat geval € 10.903,00 bruto per jaar zal bedragen. In die brief is voorts verwoord dat bij beëindiging van het dienstverband na het 60ste levensjaar het Flex-pensioen direct moet ingaan. Deze brief is naar [gedaagde partij] gezonden en niet ook naar [eisende partij].

  5. Op of omstreeks 27 juni 2007 heeft PGGM aan [eisende partij] een pensioenoverzicht per 1 januari 2007 gezonden. In dat overzicht is onder het kopje ‘Uw inkomen vóór uw 65ste’ vermeld: ‘Stel dat uw dienstverband stopt, dan ontvangt u op 63ste €...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT