Hoger beroep van Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland), 21 de Septiembre de 2010

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak21 de Septiembre de 2010
Uitgevende instantie:Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)

GERECHTSHOF ‘s-Gravenhage

Nevenzittingsplaats 's-HERTOGENBOSCH

Sector civiel recht

Zevende Kamer

Uitspraak: 21 september 2010

Zaaknummer: HV 200.061.332/01

Zaaknummer eerste aanleg: 193052/09-3821

in de zaak in hoger beroep van:

  1. [Appellante sub 1.], wonende te [woonplaats], en

  2. [Appellante sub 2.], wonende te [woonplaats], en

  3. [Appellant sub 3.], wonende te [woonplaats], en

  4. [Appellant sub 4.], wonende te [woonplaats], en

  5. [Appellante sub 5.], wonende te [woonplaats], en

  6. [Appellante sub 6.], wonende te [woonplaats],

    appellanten,

    hierna te noemen: appellanten,

    advocaat: mr. N. Cohen,

    tegen:

  7. [Geintimerde sub 1.], wonende te [woonplaats], en

  8. [Geintimeerde sub 2.], wonende te [woonplaats],

    geïntimeerden,

    tezamen verder te noemen: [geïntimeerden] c.s.,

    advocaat mr. Ph. van Kampen,

    en de volgende door het hof als zodanig aangemerkte belanghebbenden:

    [Belanghebbende sub 1.], wonende te [woonplaats],

    [Belanghebbende sub 2.], wonende te [woonplaats], Duitsland,

    [Belanghebbende sub 3.], wonende te [woonplaats], Duitsland,

    [Belanghebbende sub 4.], wonende te [woonplaats], Duitsland,

    [Belanghebbende sub 5.], wonende te [woonplaats],

    [Belanghebbende sub 6.], wonende te [woonplaats],

    [Belanghebbende sub 7.], wonende te [woonplaats],

    en

    Associatie Cassa ([belanghebbende sub 8.]) te [vestigingsplaats].

  9. Het geding in eerste aanleg

    Het hof verwijst naar de beschikkingen van de rechtbank Middelburg, sector kanton, locatie Middelburg, van 26 november 2009 en 18 februari 2010, waarvan beroep.

  10. Het geding in hoger beroep

    2.1. Het beroepschrift met bijlagen is bij het hof binnengekomen op 31 maart 2010.

    Verzocht wordt de beschikkingen waarvan beroep te vernietigen en, opnieuw recht doende, kort gezegd, [geintimeerden] c.s. als executeur te ontslaan, met nevenverzoeken.

    2.2. Het verweerschrift met bijlagen is ter griffie van het hof binnengekomen op 21 mei 2010.

    2.3. Het hof heeft voorts kennis genomen van

    - de brief met bijlagen van mr. van Kampen d.d. 5 augustus 2010;

    - de brief met bijlagen van mr. Cohen d.d. 16 augustus 2010;

    - de brief van [belanghebbende sub 8.] van 13 augustus 2010, waarin zij aangeeft niet ter zitting te zullen verschijnen.

    2.4. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op maandag 6 september 2010. Daarbij waren aanwezig [appellante sub 1.] en haar echtgenoot de heer [X.], [appellant sub 3.] en [appellant sub 4.], vergezeld van hun advocaat, alsmede [geintimeerden] c.s. , vergezeld door hun advocaten. De advocaten hebben hun standpunten nader toegelicht aan de hand van pleitaantekeningen. Uitspraak is bepaald op heden.

  11. De beoordeling

    3.1. Het gaat in deze zaak om het volgende.

    3.1.1. Op 8 september 2009 is te Vlissingen overleden [Y.], geboren op [geboortedatum] 1915, verder te noemen: erflaatster.

    3.1.2. Appellanten sub 1 tot en met 5 zijn kinderen uit haar eerste huwelijk met de heer [Z.]. Appellante sub 6 is de dochter van appellante sub 1 en bij testament tot erfgenaam benoemd.

    Erflaatster had uit haar tweede huwelijk, met de heer [A.], twee kinderen. [geïntimeerde sub 2.] is de weduwnaar van de dochter uit dit huwelijk; [geïntimeerde sub 1.] is de dochter van [geïntimeerde sub 2.] en dus kleindochter van erflaatster.

    3.1.3. Erflaatster heeft bij testament over haar nalatenschap beschikt. Daarin zijn [geintimeerden] c.s. tot executeur benoemd, waarbij zij zowel tezamen als ieder afzonderlijk bevoegd zijn tot beheer van en beschikking over de nalatenschap. In het testament wordt onder andere verder bepaald:

    De executeur moet aan een erfgenaam alle door deze gewenste inlichtingen omtrent de uitoefening van zijn taak geven. (…)

    De executeur treedt omtrent de keuze van de te gelde te maken goederen en de wijze van tegeldemaking niet in overleg met de erfgenamen. De executeur behoeft voor de tegeldemaking van een goed niet de toestemming van de erfgenamen.

    De executeurs hebben hun benoeming aanvaard.

    3.1.4. Erflaatster was de pleegdochter en erfgename van de nalatenschappen van het echtpaar [B.] en [C.]. De pleegouders hebben in hun testamenten een testamentair bewind ingesteld over hun vermogen. Bewindvoerder van dit vermogen is thans [belanghebbende sub 8.]. Erflaatster was vruchtgebruikster van de nalatenschap.

    3.1.5. Erflaatster is aanvankelijk wegens verkwisting onder curatele gesteld. Bij beschikking van de rechtbank Den Haag van 14 maart 1988 is de curatele opgeheven en zijn de revenuen van het aan...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT