Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 7 de Septiembre de 2010

Datum uitspraak 7 de Septiembre de 2010
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

09/1711 AOW

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

U I T S P R A A K

op het hoger beroep van:

[appellant], wonende te [woonplaats], Duitsland (hierna: appellant),

tegen de uitspraak van de rechtbank Groningen van 2 februari 2009, 08/554 (hierna: aangevallen uitspraak),

in het geding tussen:

appellant

en

de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (hierna: Svb).

Datum uitspraak: 7 september 2010

  1. PROCESVERLOOP

    Namens appellant heeft mr. G. Bakker, advocaat te Groningen, hoger beroep ingesteld.

    De Svb heeft een verweerschrift ingediend.

    Het onderzoek ter zitting heeft, gevoegd met het onderzoek in het geding met reg.nr. 09/1731 ANW, plaatsgevonden op 27 juli 2010. Appellant is verschenen, bijgestaan door mr. Bakker. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. G.J. Oudenes.

    Na de sluiting van het onderzoek zijn de gevoegde zaken weer gesplitst. In deze zaak wordt heden afzonderlijk uitspraak gedaan.

  2. OVERWEGINGEN

    1.1. De Raad gaat uit van de volgende in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden.

    1.2. Appellant, geboren [in] 1933, ontving vanaf 1 november 1998 een pensioen ingevolge de Algemene Ouderdomswet (AOW) naar de norm voor een alleenstaande. Bij brief van 28 maart 2006 heeft de Svb appellant medegedeeld dat is gebleken dat op zijn woonadres aan de [adres 1] te [naam gemeente] meerdere personen zijn ingeschreven en hem verzocht een inlichtingenformulier over de samenstelling van zijn huishouden in te vullen, teneinde te bepalen of hij nog recht heeft op een AOW-pensioen voor een alleenstaande. Bij brief van 10 april 2006 heeft appellant de Svb medegedeeld dat hij het formulier niet kan invullen omdat het adres [adres 1] te [naam gemeente] uitsluitend zijn postadres is. Appellant heeft aangegeven dat hij in zijn caravan zomers door Nederland toert en in de winter met zijn caravan naar het buitenland gaat. Bij brief van 9 november 2006 heeft appellant de Svb medegedeeld dat zijn adres per 15 november 2006 is gewijzigd in [adres 2] te [naam gemeente], dat hij op dit adres kostganger (onderhuurder) is en dat ter zake een notariële akte is opgemaakt.

    1.3. Naar aanleiding van het bij de Svb gerezen vermoeden dat appellant een gezamenlijke huishouding voert met [betrokkene], wonende aan de [adres 2] te [naam gemeente], heeft de sociale recherche van de Svb een onderzoek ingesteld naar de rechtmatigheid van het aan appellant verstrekte pensioen. In dat kader is administratief onderzoek gedaan, hebben een huisbezoek en een buurtonderzoek plaatsgevonden, zijn observaties uitgevoerd en zijn appellant, betrokkene en getuigen gehoord. De resultaten van dit onderzoek zijn neergelegd in een proces-verbaal van 13 december 2007. Op grond van de bevindingen van dit onderzoek heeft de Svb bij besluit van 18 december 2007 het AOW-pensioen van appellant met ingang van november 1998 herzien naar de norm voor een gehuwde, op de grond dat appellant een...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT