Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Arnhem, 15 de Septiembre de 2010
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 15 de Septiembre de 2010 |
Uitgevende instantie: | Rechtbank Arnhem |
vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
Vonnis in hoofdzaak, vrijwaring en ondervrijwaring van 15 september 2010
in de zaak met zaaknummer/rolnummer: 146175 / HA ZA 06-1751 van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
B.V. ROOMBOTERFABRIEK "DE BESTE BOTER",
gevestigd te Son, gemeente Son en Breugel,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. J.A. Bal te Amsterdam,
tegen
-
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RATH & DOODEHEEFVER B.V.,
gevestigd te Zutphen,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. C.W. Houtman te Nijmegen,
-
de naamloze vennootschap
RATH & DOODEHEEFVER GROUP N.V.,
gevestigd te Zutphen,
gedaagde in conventie,
advocaat mr. C.W. Houtman te Nijmegen,
-
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RATH & DOODEHEEFVER GROUP NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Zutphen,
gedaagde in conventie,
advocaat mr. C.W. Houtman te Nijmegen,
-
de stichting
STICHTING RATH & DOODEHEEFVER,
gevestigd te Zutphen,
gedaagde in conventie,
advocaat mr. C.W. Houtman te Nijmegen,
-
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BARGE TRUST B.V.,
gevestigd te Ellecom,
gedaagde in conventie,
advocaat mr. P.M. Wilmink te Arnhem,
-
[eis.6hfdz],
wonende te [woonplaats],
gedaagde in conventie,
advocaat mr. P.M. Wilmink te Arnhem,
-
[eis.7hfdz.],
wonende te [woonplaats],
gedaagde in conventie,
advocaat mr. W.J.G.M. van den Broek te Nijmegen,
en in de zaak met zaaknummer/rolnummer 153634 / HA ZA 07-509 van
-
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RATH & DOODEHEEFVER B.V.,
gevestigd te Helmond,
-
de naamloze vennootschap
RATH & DOODEHEEFVER GROUP N.V.,
gevestigd te Zutphen,
-
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RATH & DOODEHEEFVER GROUP NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Helmond,
-
de stichting
STICHTING RATH & DOODEHEEFVER,
gevestigd te Deventer,
-
[eis.5 vrijw.],
wonende te [woonplaats],
eisers,
advocaat mr. C.W. Houtman te Nijmegen,
tegen
[ged.vrijw.],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
advocaat mr. F.A.M. Knüppe te Arnhem.
en in de ondervrijwaringszaak met zaaknummer/rolnummer 161978 / HA ZA 07-1696 van
[eis.ondervrijw.],
wonende te [woonplaats],
eiser,
advocaat mr. F.A.M. Knüppe te Arnhem,
tegen
-
de naamloze vennootschap
RATH & DOODEHEEFVER GROUP N.V.,
gevestigd te Zutphen,
gedaagde,
advocaat mr. C.W. Houtman te Nijmegen,
-
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RATH & DOODEHEEFVER GROUP NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Helmond,
gedaagde,
advocaat mr. C.W. Houtman te Nijmegen,
-
[ged.3 ondervrijw.],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
advocaat mr. P.M. Wilmink te Arnhem,
-
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
B.V. ROOMBOTERFABRIEK “DE BESTE BOTER”,
gevestigd te Son, gemeente Son en Breugel,
gedaagde,
niet verschenen,
-
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BARGE TRUST B.V.,
gevestigd te Ellecom, gemeente Rheden,
gedaagde,
advocaat mr. P.M. Wilmink te Arnhem.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Roomboterfabriek DBB, Rath & Doodeheefver B.V., Rath & Doodeheefver Group N.V., Rath & Doodeheefver Group Nederland B.V., de Stichting, Barge Trust, [eis.6 hfdz.], [eis.7 hfdz.] en [ged.vrijw.].
-
De procedure in de hoofdzaak
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 7 oktober 2009
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 24 maart 2010, waar in enquête zijn gehoord [getuige1] en [getuige2]
- de rolverwijzing
- de conclusie na getuigenverhoor van Roomboterfabriek DBB
- de akte van depot
- de antwoordconclusie na getuigenverhoor van Rath & Doodeheefver B.V., Rath & Doodeheefver Group N.V., Rath & Doodeheefver Group Nederland B.V., de Stichting, en [eis.7 hfdz.].
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
-
De procedures in de vrijwaringszaak en de ondervrijwaringszaak
2.1. Het verloop van de procedures blijkt uit het tussenvonnis van 7 oktober 2009. Ook in deze zaken is vonnis bepaald.
-
De verdere beoordeling
in de hoofdzaak in conventie en in reconventie
3.1. Roomboterfabriek DBB is in het tussenvonnis van 7 oktober 2009 te bewijzen opgedragen dat zij de in het tussenvonnis onder 4.2 bedoelde en geciteerde brief van Brabant aan Rath & Doodeheefver B.V. van 25 juni 1999 destijds aan Rath & Doodeheefver B.V. heeft verzonden en dat Rath & Doodeheefver B.V. deze heeft ontvangen.
3.2. De rechtbank zal allereerst ingaan op het tweede en moeilijkste deel van de bewijsopdracht, de vraag of Rath & Doodeheefver B.V. de bewuste brief heeft ontvangen. Dit kan niet worden afgeleid uit verklaringen die inhouden dat hij geschreven of gepost is. Over de ontvangst van de brief zijn dan de volgende onderdelen van de verklaringen van belang.
3.3. De getuige [getuige1]:
Ik overhandig u de brief van Brabant aan Rath & Doodeheefver B.V. van 25 juni 1999, zoals ik die destijds ontvangen heb. Ik weet niet meer of ik de brief per fax heb gekregen of een kopie van een fax heb ontvangen, maar sinds die periode zit die brief in mijn dossier Rijen.
Ik was destijds commissaris van Rath & Doodeheefver Group. Als zodanig heb ik de brief gekregen (…). Voor mij staat vast dat de brief...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT