Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank 's-Gravenhage, 10 de Junio de 2010

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak10 de Junio de 2010
Uitgevende instantie:Rechtbank 's-Gravenhage

RECHTBANK ‘S-GRAVENHAGE

Nevenzittingsplaats Groningen

Sector Bestuursrecht

Vreemdelingenkamer

Zaaknummer: Awb 07/47362

Uitspraak in het geschil tussen:

X

burger van de Democratische Republiek Congo,

eiser,

gemachtigde: mr. P.B.Ph.M. Bogaers, advocaat te Nieuwegein,

en

DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE

(Immigratie- en Naturalisatiedienst),

te ’s-Gravenhage,

verweerder,

vertegenwoordigd door mr. C.H.H.P.N. Kelderman, ambtenaar ten departemente.

  1. Ontstaan en loop van het geschil

    1.1. Op 8 februari 2007 heeft eiser een aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000) ingediend. Verweerder heeft bij besluit van 22 november 2007 afwijzend op de aanvraag beslist.

    1.2. Op 20 december 2007 heeft eiser hiertegen beroep ingesteld. Op 21 februari 2007 zijn de gronden van het beroep ingediend. Op 23 april 2008 en op 27 mei 2008 zijn aanvullende gronden van beroep ingediend. Eiser heeft ter nadere onderbouwing van zijn standpunten tevens bij schrijven van 9 juni 2008, 11 juni 2008, 23 juni 2008, 8 juli 2008, 28 juli 2008, 2 september 2008, 17 september 2008, 1 oktober 2008, 14 oktober 2008, 27 oktober 2008, 16 januari 20009, 10 februari 2009 en 12 maart 2009, nadere stukken ingediend.

    1.3. Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken aan de rechtbank toegezonden. De griffier heeft de van verweerder ontvangen stukken aan eiser toegezonden en hem in de gelegenheid gesteld om nadere gegevens te verstrekken. Verweerder heeft op 7 april 2008 een verweerschrift ingediend. Op 3 april 2009 is een aanvullend verweerschrift ingediend.

    1.4. Het beroep is behandeld ter openbare zitting van 14 april 2009. Eiser is aldaar in persoon verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen. Het onderzoek is ter zitting gesloten.

    1.5. Op 23 april 2009 heeft de rechtbank het onderzoek op grond van artikel 8:68 Awb heropend om kennis te nemen van de onderliggende stukken van de individuele ambtsberichten van 11 mei 2005 en 25 juli 2005.

    1.6. Namens de Minister van Buitenlandse Zaken is bij aangetekend en vertrouwelijk schrijven van 14 mei 2009 aan het verzoek van de rechtbank om toezending van de onderliggende stukken voldaan met verwijzing naar het bepaalde in artikel 8:29, eerste lid, Awb dat van de nader aangeduide delen van de stukken uitsluitend de rechtbank kennis zal mogen nemen. Nadat beide partijen in de gelegenheid zijn gesteld hierop te reageren heeft de rechtbank, in andere samenstelling, op 10 juli 2009 beslist dat beperking van de kennisneming van de onderliggende stukken van de individuele ambtsberichten van 11 mei 2005 en 25 juli 2005 gerechtvaardigd is.

    1.7. Door eiser zijn op 7 augustus 2009, 6 juli 2009 en 12 augustus 2009 nadere stukken ingediend.

    1.8. Nadat partijen hiertoe toestemming hebben verleend, is het onderzoek gesloten op 8 december 2009.

  2. Rechtsoverwegingen

    Feiten en standpunten van partijen

    2.1. Eiser heeft aan zijn asielaanvragen de volgende feiten en omstandigheden ten grondslag gelegd. Eiser werkte als (...) voor het ‘(...)t’ in Congo. Op 5 december 2000 werd hij door soldaten gearresteerd en gevangen gehouden in de Centre Penitentiare et Reduction de Kinshasa (hierna: CPRK) omdat hij werd beschuldigd van het onderhouden van contacten met rebellen en het zijn van dubbelspion. Hoogverraad wordt in Congo met de doodstraf bestraft. Op 1 januari 2001 heeft eiser weten te ontsnappen en hij staat nu als voortvluchtig geregistreerd.

    2.2. Eiser heeft eerder, te weten op 16 februari 2002, een aanvraag ingediend om verlening van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd asiel. Bij besluit van 5 december 2005 is deze aanvraag afgewezen omdat eiser toerekenbaar onvoldoende reisdocumenten en documenten ter staving van zijn asielrelaas heeft overgelegd en het asielrelaas van eiser vervolgens door verweerder ongeloofwaardig is geacht. Dit, zoals is overwogen in het besluit van 5 december 2005, aangezien uit de individuele ambtsberichten van 11 mei 2005 en 25 juli 2005 is gebleken dat eiser niet staat ingeschreven in de registers van de (...) van december 2000 tot en met januari 2001. Uit deze ambtsberichten blijkt volgens verweerder bovendien dat de door eiser overgelegde kopieën van de ‘Avis de Recherche’ (hierna: het opsporingsbericht) en ‘Decision de Renvoi’ (hierna: de renvooibeslissing) vervalst zijn bevonden. Hierom kan volgens verweerder geen geloof worden gehecht aan de verklaringen van eiser dat hij op 5 december 2000 zou zijn gearresteerd wegens hoogverraad en hiervoor gevangen heeft gezeten en is het asielrelaas van eiser reeds om deze reden ongeloofwaardig. Bovendien heeft eiser zijn werkzaamheden voor (...) niet aannemelijk gemaakt.

    2.3. Deze rechtbank, nevenzittingsplaats Assen, heeft bij uitspraak van 22 augustus 2006, Awb 06/61, het tegen het besluit van 16 februari 2002 gerichte beroep van eiser ongegrond verklaard. Daarmee is de beslissing op de aanvraag van 16 februari 2002 in rechte onaantastbaar geworden.

    2.4. Eiser heeft ter onderbouwing van zijn, thans aan de orde zijnde, herhaalde aanvraag van 8 februari 2007 aangevoerd dat het onderzoek dat ten grondslag ligt aan de individuele...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT