Kort geding van Rechtbank Zwolle, 19 de Julio de 2010

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak19 de Julio de 2010
Uitgevende instantie:Rechtbank Zwolle

vonnis

RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD

Sector civiel recht

zaaknummer / rolnummer: 173182 / KG ZA 10-313

Vonnis in kort geding van 19 juli 2010

in de zaak van

  1. de coöperatieve vereniging

    CV DISCUS U.A.,

    gevestigd te Utrecht,

  2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

    DISCUS HOLDING B.V.,

    gevestigd te Utrecht,

    eiseressen,

    advocaat mr. L.F. Delfgaauw te Capelle aan den IJssel,

    tegen

    de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

    PETSPRODUCTS DISTRIBUTION EUROPE B.V.,

    gevestigd te Deventer,

    gedaagde,

    advocaat mr. H.J. de Groot te Deventer.

    Eisers zullen hierna afzonderlijk CV Discus en Discus Holding en gezamenlijk Discus worden genoemd. Gedaagde wordt aangeduid als PPDE.

  3. De procedure

    1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

    - de dagvaarding

    - de producties van Discus

    - de producties van PPDE

    - de mondelinge behandeling

    - de pleitnota van Discus

    - de pleitnota van PPDE.

    1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

  4. De feiten

    2.1. Op 26 maart 2010 wijst de Voorzieningenrechter van de rechtbank Utrecht vonnis,

    waarin voor zover van belang is opgenomen:

    (…)

  5. De feiten

    2.1. CV Discus is een vereniging van winkeliers die gespecialiseerd zijn in benodigdheden voor dieren. Blijkens haar bedrijfsomschrijving in het handelsregister houdt CV Discus zich bezig met de in- en verkoop van producten voor dierenspeciaalzaken alsmede het behartigen van de commerciële belangen van haar leden, alles in de ruimste zin van het woord. Er zijn circa 140 winkeliers lid van de vereniging. De winkeliers zijn door heel Nederland gevestigd.

    2.2. CV Discus is enig aandeelhoudster en samen met de heer [A] (hierna: [A]) bestuurster van Discus Holding. (…)

    (…)

    2.5. Omdat Discus niet tevreden was over de prestaties van haar toenmalige distributeur DKSH, is Discus Holding op 17 maart 2008 met [B] Beheer mondeling een joint venture overeenkomst aangegaan, waarbij is besloten om PPDE (…) voor Discus de totale inslag, warehousing en order-picking te laten verzorgen. Tevens hebben partijen mondeling een aandeelhoudersovereenkomst gesloten, op grond waarvan [B] Beheer en Discus Holding ieder 50% van de aandelen houden. Bestuurders van PPDE waren aanvankelijk [A] en [B]. [A] heeft zich nadien als bestuurder terug getrokken en is opgevolgd door Discus Holding. Sedert die tijd fungeert [B] als feitelijk bestuurder van PPDE.

    (…)

    2.9. CV Discus heeft haar leden tijdens de ledenvergadering op 25 januari 2010 laten weten dat PPDE voor wat betreft de food producten niet meer als distributeur zal optreden maar dat Mol Diervoeding B.V. te Dalfsen (hierna: Mol Diervoeding) dit per 1 maart 2010 zal gaan doen. Discus heeft haar leveranciers voor wat betreft de food producten verzocht alle goederen die door haar worden besteld per 1 maart 2010 niet meer aan PPDE maar aan Mol Diervoeding te leveren.

    (…)

  6. De beoordeling in conventie

    (…)

    5.2. Discus voert als verweer dat de joint venture overeenkomst door middel van de brief van 27 november 2009 buitengerechtelijk is ontbonden, omdat PPDE niet aan de sommatie heeft voldaan om het te werk stellen van [C] te staken. (…)

    5.4. De voorzieningenrechter is echter van oordeel dat Discus onvoldoende heeft gesteld om de conclusie te kunnen dragen dat het PPDE in haar contractuele en vennootschapsrechtelijke relatie met Discus Holding niet vrij stond om [C] te werk te stellen. (…) Het beroep van Discus Holding op de buitengerechtelijke ontbinding van de overeenkomst treft daarom geen doel. (…)

    5.5. Gezien het voorgaande zal de primaire vordering sub 1 tot nakoming van de joint venture overeenkomst tot 31 maart 2013 ten aanzien van Discus Holding worden toegewezen. De vordering dat Discus Holding zich zal moeten houden aan de inhoud van de door haar zelf opgestelde tekst van de overeenkomst komt echter niet voor toewijzing in aanmerking, nu tussen partijen niet vast staat dat de door Discus Holding opgestelde concept joint venture overeenkomst van september 2009 de inhoud van de mondeling gesloten overeenkomst correct weergeeft. Discus heeft in dit verband als productie 10 nog een memo, d.d. 28 oktober 2009 overgelegd met een groot aantal aandachtspunten die volgens Discus nog moesten worden besproken. Naar het oordeel van de Voorzieningenrechter staat wel vast dat de joint venture overeenkomst tenminste inhoudt dat PPDE zelfstandig zorg draagt voor de opslag en distributie van goederen bestemd voor de leden van CV Discus. Gelet hierop zal de Voorzieningenrechter Discus Holding veroordelen tot nakoming van de overeenkomst zoals partijen deze overeenkomst sinds 17 maart 2008 in dit kader feitelijk hebben gevoerd.

    (…)

    5.6. Voorzover de vordering tot nakoming gericht is tegen CV Discus, zal zij worden afgewezen. De voorzieningenrechter deelt het standpunt van Discus dat CV Discus geen partij is bij de joint venture overeenkomst. (…)

    5.7. De voorzieningenrechter is echter wel van oordeel dat CV Discus, gezien haar feitelijke vervlochtenheid met Discus Holding, onrechtmatig jegens PPDE handelt door handelingen te verrichten waardoor de nakoming van de joint venture overeenkomst wordt gefrustreerd. (…)

  7. De beslissing

    De voorzieningenrechter

    in conventie

    7.1. gelast Discus Holding de gesloten joint...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT