Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Rotterdam, 20 de Octubre de 2010

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak20 de Octubre de 2010
Uitgevende instantie:Rechtbank Rotterdam

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Sector civiel recht

Vonnis van 20 oktober 2010 in de gevoegde zaken

met zaaknummer / rolnummer 264896 / HA ZA 06-1916 van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

HANDICO TRANSPORT B.V.,

gevestigd te Rotterdam,

eiseres,

advocaat mr. R.W.J.M. te Pas te Rotterdam,

tegen

  1. de rechtspersoon naar het recht van de plaats van haar vestiging

    IHG LOGISTICS GMBH & CO. KG.,

    gevestigd te Hilden, Duitsland;

  2. de rechtspersoon naar het recht van de plaats van haar vestiging

    IHG FASHION LOGISTICS GMBH,

    gevestigd te Essen, Duitsland,

    gedaagden,

    advocaat mr. H.T. Kernkamp te Rotterdam

    en

    met zaaknummer / rolnummer: 265072 / HA ZA 06-1930 van

  3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

    [eiser sub 1 (06-1930)] B.V.,

    gevestigd te Tilburg,

  4. [eiser sub 2 (06-1930)],

    wonende te Haaren,

    eisers,

    advocaat mr. B.S. Janssen te Rotterdam,

    tegen

  5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

    HANDICO TRANSPORT B.V.,

    gevestigd te Rotterdam,

    gedaagde,

    advocaat mr. R.W.J.M. te Pas te Rotterdam,

  6. de rechtspersoon naar het recht van de plaats van haar vestiging

    IHG LOGISTICS GMBH & CO. KG.,

    gevestigd te Hilden, Duitsland,

    gedaagde,

    advocaat mr. H.T. Kernkamp te Rotterdam

    Partijen zullen hierna afzonderlijk Handico, IHG Logistics, IHG Fashion, [eiser sub 1 (06-1930)] en [eiser sub 2 (06-1930)] genoemd worden.

  7. De procedure in de zaak met kenmerk 264896 / HA ZA 06-1916

    1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

    - de dagvaarding d.d. 24 februari 2006;

    - akte zijdens Handico houdende overlegging van vijf producties;

    - vonnis d.d. 7 maart 2007 in de voegings- aanhoudings- en vrijwaringsincidenten;

    - vonnis d.d. 16 mei 2007 in het aanhoudingsincident;

    - vonnis d.d. 19 september 2007 in het aanhoudings- en het vrijwaringsincident;

    - conclusie van antwoord van IHG Logistics en IHG Fashion;

    - vonnis d.d. 28 november 2007, waarbij een comparitie van partijen is gelast;

    - akte ter gelegenheid van de comparitie van partijen van Handico, met één productie;

    - proces-verbaal van de comparitie van partijen, gehouden op 8 mei 2007, en de daarbij verder in het geding gebrachte stukken.

    1.2. Ter comparitie is vonnis gevraagd.

  8. De procedure in de zaak met kenmerk 265072 / HA ZA 06-1930

    2.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

    - de dagvaarding d.d. 10 februari 2006;

    - akte zijdens [eiser sub 1 (06-1930)] en [eiser sub 2 (06-1930)] houdende overlegging van vier producties;

    - vonnis d.d. 19 september 2007 in het aanhoudings- en het vrijwaringsincident;

    - conclusie van antwoord van Handico;

    - conclusie van antwoord van IHG Logistics en IHG Fashion;

    - vonnis d.d. 28 november 2007, waarbij een comparitie van partijen is gelast;

    - akte ter gelegenheid van de comparitie van partijen van Handico, met één productie;

    - proces-verbaal van de comparitie van partijen, gehouden op 8 mei 2007, en de daarbij verder in het geding gebrachte stukken.

    2.2. Ter comparitie is vonnis gevraagd.

  9. De vaststaande feiten in beide zaken

    Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van de in het geding gebrachte producties, staat tussen partijen - voor zover van belang - het volgende vast:

    3.1. Tussen IHG Logistics als afzender en Handico als vervoerder is op 10 september 2004 een overeenkomst gesloten tot het vervoer over de weg van een container met 2.513 stuks leren jassen van Rotterdam naar Essen in Duitsland, waar de zending moest worden afgeleverd aan IHG Fashion. IHG Logistics had het vervoer op zich genomen van Duitse ladingbelanghebbenden (Leather Sound Fashion GmbH).

    3.2. Handico heeft op haar beurt [eiser sub 1 (06-1930)] opdracht gegeven tot het vervoer van de zending. [eiser sub 1 (06-1930)] heeft dit vervoer feitelijk uitgevoerd.

    3.3. Op de op 10 september 2004 voor het vervoer opgemaakte CMR-vrachtbrief met kenmerk NL 0260209 staan Handico en [eiser sub 1 (06-1930)] (laatstgenoemde “in opdracht van Handico”) als vervoerders vermeld, ECT Delta als afzender en IHG Fashion als geadresseerde.

    3.4. De chauffeur van [eiser sub 1 (06-1930)], [eiser sub 2 (06-1930)], heeft de met de partij jassen beladen container op vrijdag 10 september 2004 met een trekker met oplegger bij ECT Delta opgehaald en deze combinatie met de container op een door [eiser sub 1 (06-1930)] gehuurd parkeerterrein in Tilburg geplaatst om gedurende het weekend over te staan. Op zondag 12 september 2004 bleek dat de container was geopend en dat 1.270 jassen uit de container waren verdwenen. [eiser sub 1 (06-1930)] heeft de overige 1243 jassen ter bestemming aan IHG Fashion afgeleverd.

    3.5. Ter zake van de zending jassen was door de ladingbelanghebbenden een verzekering afgesloten met Assekuranzkontor Friedrich Barkmann oHG (hierna: Barkmann) te Hamburg. Als gesubrogeerde verzekeraar heeft Barkmann in Duitsland op 21 oktober 2005 tot vergoeding van de geleden schade een Mahnverfahren gestart voor het Amtsgericht Hamburg tegen IHG Logistics, welke procedure geresulteerd heeft in een Mahnbescheid van 20 november 2005.

    Nadat IHG Logistics in verzet (Widerspruch) was gekomen, is de behandeling van de zaak verwezen naar de Kammer für Handelssachen van het Landgericht Essen, welk gerecht de zaak onder dossiernummer 42 O 19/06 in behandeling heeft. Dit gerecht heeft de Klagebegründung van Barkmann bij beslissing d.d. 31 juli 2006 ter kennis gebracht van IHG Logistics. In het kader van die procedure heeft IHG Logistics op 15 augustus 2006 een Streitverkündung doen uitgaan aan Handico, [eiser sub 1 (06-1930)] en [eiser sub 2 (06-1930)]. Bij beslissing van 16 april 2008 is IHG Logistics ten gunste van Barkmann veroordeeld tot betaling van € 18.210,90 te vermeerderen met de in artikel 27 CMR bedoelde rente.

  10. De vordering in de zaak met kenmerk 264896 / HA ZA 06-1916

    4.1. De vordering luidt dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad voor recht verklaart:

    - primair: dat een eventuele schadevordering van een of meer gedaagden jegens Handico verjaard is;

    - subsidiair: dat Handico niet, althans tot niet meer dan de in artikel 23 CMR jo. artikel 25 CMR genoemde limieten door gedaagden, althans door één van hen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT