Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Utrecht, 10 de Junio de 2010

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak10 de Junio de 2010
Uitgevende instantie:Rechtbank Utrecht

RECHTBANK UTRECHT

Sector bestuursrecht

zaaknummer: SBR 09/2278

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van 10 juni 2010

inzake

Woonaccent Makelaars Amersfoort B.V., te Amersfoort, eiseres,

gemachtigden: P.H.M. van Griensven en mr. F.A. Weijzen, advocaat te Amersfoort

tegen

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort,

verweerder,

gemachtigde: mr. L. Kevelam-Groen

Inleiding

1.1 Bij besluit van 18 december 2008 heeft verweerder eiseres gelast om uiterlijk 1 februari 2009 de niet-vergunde vlaggenmast op het perceel aan de Bergenboulevard 2 te Amersfoort te verwijderen en verwijderd te houden, onder verbeurte van een dwangsom van € 500,- per week bij het verstrijken van de begunstigingstermijn, met een maximum van € 2.500,-. Eiseres heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Bij besluit van 21 juli 2009 heeft verweerder dit bezwaar ongegrond verklaard. Tegen dit besluit heeft eiseres beroep bij deze rechtbank ingesteld.

1.2 Het beroep is behandeld ter zitting van 10 juni 2010, waar namens eiseres zijn verschenen P.H.M. van Griensven en mr. F.A. Weijzen.

1.3 Na de sluiting van het onderzoek ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

2.1 De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding verweerder te veroordelen in de door eiseres gemaakte proceskosten. Ter zitting is daarbij de volgende motivering gegeven.

Gronden

3.1 Verweerder heeft ter zitting betoogd dat eiseres geen procesbelang (meer) heeft bij een inhoudelijke beoordeling van haar beroep, nu eiseres voor het verstrijken van de begunstigingstermijn de vlaggenmast heeft verwijderd.

De rechtbank volgt verweerder hierin niet. Als de rechtbank het betoog van verweerder zou volgen, dan zou dat betekenen dat de last onder dwangsom waaraan een overtreder, na indiening van een bezwaarschrift, gehoor heeft gegeven ter voorkoming van de verbeurte van de dwangsom, niet aan een rechterlijk oordeel zou kunnen worden onderworpen. De rechtbank is dan ook van oordeel dat eiseres, ook al is de verbeurte van de dwangsom door haarzelf voorkomen, belang heeft bij een inhoudelijk oordeel over de rechtmatigheid van het bestreden besluit.

3.2 De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of verweerder terecht eiseres heeft verplicht op straffe van een dwangsom de vlaggenmast te verwijderen.

De rechtbank stelt - anders dan door eiseres gesteld - vast dat de vlaggenmast een bouwvergun-ningplichtig bouwwerk is. Voorts staat vast dat voor de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT