Eerste aanleg - meervoudig van Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands), 17 de Noviembre de 2010

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak17 de Noviembre de 2010
Uitgevende instantie:Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands)

GERECHTSHOF 's-GRAVENHAGE

Sector belasting

Nummer BK-09/00195

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer d.d. 17 november 2010

op het beroep van [belanghebbende], te [Z], hierna: belanghebbende, tegen de uitspraak van de Inspecteur, het Hoofd van het Bureau heffingen, (thans: Dienst Regelingen) van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (hierna: de Inspecteur), betreffende na te noemen naheffingsaanslag.

Naheffingsaanslagen en bezwaar

1.1. Aan belanghebbende is door de Inspecteur over de periode 1 januari 1999 tot en met 31 december 1999 een naheffingsaanslag in de verfijnde fosfaatheffing opgelegd ten bedrage van € 9.243,50, uitgaande van een fosfaatoverschot van 2.043 kilogram en een naheffingsaanslag in de stikstofheffing ten bedrage van € 555,88, uitgaande van een stikstofoverschot van 817 kilogram. Tevens is aan belanghebbende een naheffingsaanslag in de bestemmingsheffing opgelegd van € 181,51.

1.2. Belanghebbende heeft tegen de naheffingsaanslagen bezwaar gemaakt. De Inspecteur heeft op 2 maart 2004 de naheffingaanslag in de verfijnde fosfaatheffing ambtshalve verminderd tot een bedrag van € 6.729,56, waarbij is uitgegaan van een fosfaatoverschot van 1.489 kilogram en de naheffingsaanslag in de stikstofheffing verminderd tot € 18,15, waarbij is uitgegaan van een stikstofoverschot van 27 kilogram. Bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar (hierna: de uitspraak) van 22 juni 2004 heeft de Inspecteur de naheffingsaanslagen gehandhaafd.

Loop van het geding

2.1. Belanghebbende is van bovenvermelde uitspraak in beroep gekomen bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Dat Hof heeft bij uitspraak van 5 juli 2005, nr. BK 04/01381, het beroep gegrond verklaard, de uitspraak van de Inspecteur vernietigd en de naheffingsaanslagen vernietigd.

2.2. Op het tegen de uitspraak van het Hof te 's-Hertogenbosch door belanghebbende ingestelde beroep in cassatie heeft de Hoge Raad bij arrest van 3 april 2009, nr. 43.124, de uitspraak van voornoemd Hof vernietigd en de zaak ter verdere behandeling en beslissing verwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage.

2.3. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld zich schriftelijk uit te laten naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad, van welke gelegenheid beide partijen gebruik hebben gemaakt. Vervolgens hebben partijen gebruik gemaakt van de gelegenheid op elkaars schrifturen te reageren.

2.4. Voorafgaand aan de zitting heeft het Hof van de Inspecteur nadere stukken ontvangen op 25 februari 2010 en 9 april 2010.

2.5. De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van het Gerechtshof van 21 april 2010, gehouden te 's-Gravenhage. Aldaar zijn beide partijen verschenen. Van het verhandelde ter zitting is door de griffier een proces-verbaal opgemaakt.

Vaststaande feiten

3.1. Het Hof te 's- Hertogenbosch heeft in zijn uitspraak de volgende, in cassatie niet bestreden, feiten vastgesteld.

"2.1. Belanghebbende oefende in (onder meer) 1999 een varkensbedrijf uit op een oppervlakte van 0,8 ha. Er was sprake van een zogenoemd "grondloos"bedrijf. Belanghebbende hield in 1999 gemiddeld 1.226 vleesvarkens.

2.2. Ten behoeve van de voedselvoorziening voor de varkens werd in belanghebbendes bedrijf gewerkt met een zogheten kegelmenger waarin ten behoeve van de voedselvoorziening voor de varkens tarwe, gerst, soya en energy-mix werden gemengd met aanvullend voer. In het bedrijf kon 150 ton voer, voldoende voor een periode van 50 dagen, worden opgeslagen. Voor de mestopslag beschikte belanghebbende over een kelder van ongeveer 1.700 m3. Dat was voldoende voor de mestproductie van ongeveer 1,5 jaar.

2.3. Belanghebbende heeft voor het jaar 1999 op de voet van titel 2 van hoofdstuk IV van de Meststoffenwet een zogenoemde verfijnde Minas-aangifte gedaan. In zijn aangifte heeft hij een bedrag berekend van fl. 19.830,-- (= € 8.998,46) aan in aanmerking te nemen fosfaatheffing, op basis van een fosfaatoverschot van 2.043 kg. Aan in aanmerking te nemen stikstofheffing heeft belanghebbende een bedrag berekend van fl. 1.226,-- (= € 556,33), op basis van een stikstofoverschot van 817 kg. In zijn aangifte heeft belanghebbende een bedrag van fl. 400,-- (= € 181,51) aan in aanmerking te nemen bestemmingsheffing vermeld. Bedoelde bedragen zijn in het kader van een verleend uitstel van betaling niet voldaan.

2.4. Bij de in 1.1. vermelde naheffingsaanslagen zijn de aldaar genoemde bedragen nageheven. De nageheven bedragen aan fosfaat- en stikstofheffing zijn bij voormelde wijzigingsbeschikkingen, een en ander als in 1.2 aangegeven, verminderd."

Het Hof gaat in het geding na verwijzing uit van evenvermelde feiten. Voorts is in het onderhavige geding op grond van de schriftelijke uitlatingen en het ter zitting verhandelde, als niet meer in geschil dan wel door één der partijen gesteld en door de wederpartij niet of onvoldoende weersproken, nog het volgende komen vast te staan:

3.2. Belanghebbende heeft volgens de hiervoor vermelde aangifte de volgende diercategorieën gehouden:

Diercategorie Aantal Korte omschrijving

411 1.226 Vleesvarkens

3.3. Belanghebbende heeft in de onderhavige periode mest met de volgende mestcodes afgevoerd:

Mestcode Aantal vrachten Korte omschrijving

53A 23 Vleesvarkensmest

Omschrijving geschil en standpunten van partijen

4.1. Tussen partijen is na verwijzing in geschil of de Inspecteur aan belanghebbende terecht de onderhavige naheffingsaanslagen heeft opgelegd, welke vraag belanghebbende ontkennend en de Inspecteur bevestigend beantwoordt.

4.2. Voor een uiteenzetting van de gronden waarop partijen hun standpunten doen steunen verwijst het Hof naar de gedingstukken.

Conclusies van partijen

5.1. Belanghebbende heeft geconcludeerd tot vernietiging van de uitspraak op bezwaar en de naheffingsaanslagen.

5.2. De conclusie van de Inspecteur is dat de naheffingsaanslagen zoals deze luiden na ambtshalve vermindering van 2 maart 2004 dienen te worden gehandhaafd.

Overwegingen omtrent het geschil

Toetsing in en na cassatie

6.1. De Hoge Raad heeft in het tot verwijzing leidend arrest nr. 42.468 geoordeeld:

"3.3.1. Het eerste middel bevat de klacht dat het Hof ten onrechte de besluiten van de Inspecteur niet heeft getoetst aan de wet en de algemene beginselen. Het Hof had, aldus het middel, moeten nagaan of de materiële wetgeving waarop die besluiten zijn gebaseerd, leidt tot willekeurige en onredelijke belastingheffing, of in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel, het zorgvuldigheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel. Het tweede middel betoogt dat de grondslag van de bestreden heffingen, als bedoeld in artikel 24 van de Wet, niet voldoende nauwkeurig kan worden vastgesteld en dat de ter uitvoering van de Wet vastgestelde Regeling hoeveelheidsbepaling dierlijke en overige organische meststoffen (regeling van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 4 december 1997, nr. J. 9712880, Stcrt. 1997, 240; hierna: de Regeling hoeveelheidsbepaling) en de Regeling diervoeders Meststoffenwet (regeling van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 8 december 1997, nr. J. 9712884, Stcrt. 1997, 238; hierna: de Regeling diervoeders) in strijd met de Wet zijn of anderszins onverbindend zijn.

3.3.2. Bij de beoordeling van deze twee middelen, die gezamenlijk worden behandeld, moet worden vooropgesteld dat voor het oordeel dat genoemde regelingen onverbindend zijn, plaats zou zijn ingeval deze regelingen in strijd zouden zijn met een hogere regeling of enig algemeen rechtsbeginsel, dan wel indien een toepassing van deze regelingen niet mogelijk zou zijn op een wijze die leidt tot een resultaat dat de wetgever bij het toekennen van de bevoegdheid tot het nader stellen van regels met betrekking tot de methode van bemonstering en analyse als bedoeld in artikel 52 van de Wet voor ogen heeft gestaan (vgl. HR 8 oktober 2004, nr. 37631, BNB 2005/22).

(...)

3.3.4. Uit de geschiedenis van de totstandkoming van Minas - zoals aangehaald in 3.1.2 en 3.3.3 hiervoor - blijkt dat de wetgever het in de verfijnde mineralenheffingen te belasten mineralenverlies zoveel mogelijk heeft willen vaststellen op basis van werkelijke hoeveelheden en gehalten. De wetgever in formele zin heeft onderkend dat het systeem van bemonstering en analyse van mest kan leiden tot "toevalsfouten" en geringe "systematische fouten", maar heeft niettemin voor dit systeem gekozen.

Onder deze omstandigheden kan niet worden geoordeeld dat het op voorhand duidelijk moet zijn geweest dat het accreditatiesysteem voor laboratoria, de bemonsteringsmethode en de prestatiekenmerken van de bemonsteringsapparatuur voor vloeibare dierlijke meststoffen, zoals neergelegd in de Regeling hoeveelheidsbepaling, alsmede de bemonsterings- en analysevoorschriften neergelegd in de Regeling diervoeders, leiden tot een heffing die de wetgever bij het toekennen van de bevoegdheid tot het nader stellen van regels met betrekking tot de methode van bemonstering en analyse als bedoeld in artikel 52 van de Wet niet op het oog kan hebben gehad. Evenmin is de wetgever met de regelingen getreden buiten de marges die enig algemeen rechtsbeginsel aan die regelingen stelt. De middelen falen in zoverre.

3.3.5. Mogelijke gebreken in de uitvoering door de monsternemers van de door de Regeling hoeveelheidsbepaling voorgeschreven wijze van bemonstering maken niet dat de regelgeving inzake de verfijnde mineralenheffingen als zodanig onverbindend is. Zulke gebreken kunnen er wel toe leiden dat de uitkomsten van de bemonstering niet zonder meer aan de heffingen ten grondslag kunnen worden gelegd."

6.2. Na cassatie stelt belanghebbende zich op het standpunt dat de uitvoeringswetgeving van de Meststoffenwet, zoals de Regeling diervoeders Meststoffenwet en het gedeelte van de Regeling hoeveelheidsbepaling dierlijke en overige organische meststoffen dat ziet op de analyse van mest, onverbindend zijn dan wel vanwege hun gebrekkigheid ongeschikt zijn om als basis voor een rechtmatige fosfaat- en...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT