Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 26 de Noviembre de 2010

Datum uitspraak26 de Noviembre de 2010
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

09/5410 AKW

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

U I T S P R A A K

op het hoger beroep van:

[appellant], wonende te [woonplaats], Marokko (hierna: appellant),

tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 13 augustus 2009, 07/320 (hierna: aangevallen uitspraak),

in het geding tussen

appellant

en

de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (hierna: Svb).

Datum uitspraak: 26 november 2010

  1. PROCESVERLOOP

    Appellant heeft hoger beroep ingesteld.

    De Svb heeft een verweerschrift ingediend, waarna appellant een nadere reactie heeft ingezonden.

    Het geding is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van de Raad op 24 september 2010, waar partijen niet zijn verschenen.

  2. OVERWEGINGEN

    1. De Raad gaat uit van de volgende in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden.

      1.1. Appellant, geboren in 1948, heeft in het verleden in Nederland werkzaamheden verricht. Hij is in 1992 wegens ziekte uitgevallen voor zijn werk en is met behoud van een Ziektewetuitkering naar Marokko teruggekeerd. Uit de stukken komt verder naar voren dat op enig moment in 1992 deze uitkering is beëindigd en dat appellant nog tot het vierde kwartaal van 1992 kinderbijslag ten behoeve van enkele kinderen heeft ontvangen.

      1.2. In oktober 2006 heeft appellant bij de Svb een aanvraag ingediend om aan hem met ingang van 1993 kinderbijslag krachtens de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) toe te kennen ten behoeve van zijn kinderen geboren in 1970, 1973, 1976, 1978, 1980 en 1986. Op het aanvraagformulier heeft appellant aangegeven dat hij over de periode 1993 tot 2006 een uitkering ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) heeft ontvangen.

      1.3. Bij besluit van 13 november 2006 heeft de Svb het recht van appellant op kinderbijslag beoordeeld met ingang van het vierde kwartaal van 2005 en de aanvraag afgewezen op de grond dat appellant niet verzekerd was voor de AKW.

      1.4. Bij besluit van 20 december 2006 (hierna: bestreden besluit) heeft de Svb het door appellant tegen het besluit van 13 november 2006 gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

    2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. De rechtbank heeft - onder verwijzing naar de uitspraak van de Raad van 16 april 2009 (LJN BI1716) - onder meer geoordeeld dat appellant zijn stelling dat hij zijn recht op kinderbijslag voorafgaand aan zijn aanvraag van oktober 2006 heeft veiliggesteld, niet aannemelijk heeft gemaakt.

      ...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT