Voorlopige voorziening van Rechtbank Haarlem, Voorzieningenrechter, 25 de Noviembre de 2010

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak25 de Noviembre de 2010
Uitgevende instantie:Voorzieningenrechter

RECHTBANK HAARLEM

Sector bestuursrecht

zaaknummer: AWB 10 - 5553 WWB

Uitspraak van de voorzieningenrechter van 25 november 2010

in de zaak van:

[verzoekster],

wonende te [woonplaats],

verzoekster,

gemachtigde: mr. P.E. Stam, advocaat te Zaandam,

tegen:

het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad,

verweerder.

  1. Procesverloop

    Bij besluit van 1 oktober 2010 heeft verweerder de aanvraag van verzoekster in het kader van de Wet werk en bijstand (WWB), tot toekenning van een woonkostentoeslag, afgewezen, omdat verzoekster zich niet heeft gehouden aan de verplichting (opgenomen in het besluit van 10 december 2009) om het huurcontract van verzoeksters woning op haar eigen naam te stellen.

    Tegen dit besluit heeft verzoekster bij brief van 15 oktober 2010 bezwaar gemaakt. Verzoekster heeft op 22 oktober 2010 de gronden van haar bezwaar aangevuld.

    Bij brief van 22 oktober 2010 heeft zij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

    Het verzoek is behandeld ter zitting van 15 november 2010, waar verzoekster zich heeft laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde, en waar verweerder zich heeft laten vertegenwoordigen door mr. Ph.H. Arnold, werkzaam bij de gemeente Zaanstad.

  2. Overwegingen

    2.1 Verzoekster ontvangt sinds 22 oktober 2007 van verweerder een uitkering in het kader van de WWB. Daarnaast heeft zij vanaf 4 december 2007 van verweerder bijzondere bijstand ontvangen in de vorm van een woonkostentoeslag over de periode 22 oktober 2007 tot en met 21 oktober 2008. Bij besluit van 10 december 2009 heeft verweerder (onder meer) aan verzoekster nog eenmaal een woonkostentoeslag toegekend over de periode 22 oktober 2009 tot en met 21 april 2010. De woonkostentoeslag is slechts voor een half jaar toegekend, omdat verzoekster zich, naar de mening van verweerder, onvoldoende heeft ingespannen om een andere, goedkopere, woning te bemachtigen. Verzoekster heeft op 2 juni 2010 bij verweerder een aanvraag ingediend tot verlenging van de toekenning van de woonkostentoeslag met ingang van 22 april 2010. Bij besluit van 28 juni 2010 heeft verweerder deze aanvraag afgewezen. Hiertegen heeft verzoekster geen rechtsmiddelen aangewend. Op 3 september 2010 heeft verzoekster bij verweerder opnieuw een woonkostentoeslag aangevraagd. Verweerder heeft deze aanvraag bij het bestreden besluit afgewezen, onder verwijzing naar het eerdere afwijzende besluit van 28 juni 2010.

    2.2 Verzoekster kan zich niet met het bestreden besluit...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT