Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Utrecht, 8 de Diciembre de 2010

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 8 de Diciembre de 2010
Uitgevende instantie:Rechtbank Utrecht

vonnis

RECHTBANK UTRECHT

Sector handels- en familierecht

Vonnis in hoofdzaak en vrijwaring van 8 december 2010

in de zaak met zaaknummer / rolnummer: 255377 / HA ZA 08-1958 van

de naamloze vennootschap

ING BANK N.V.,

gevestigd te Amsterdam,

eiseres in conventie,

verweerster in reconventie,

advocaat mr. J.M. van Noort,

tegen

  1. [gedaagde sub 1 / eiser vrijwaringszaak],

    wonende te [woonplaats],

    gedaagde in conventie,

    eiser in reconventie,

    advocaat mr. F.G. Kuiper,

  2. [gedaagde sub 2],

    wonende te [woonplaats],

    gedaagde in conventie,

    advocaat mr. D. van Loon,

  3. [gedaagde sub 3],

    wonende te [woonplaats],

    gedaagde in conventie,

    advocaat mr. D. van Loon,

  4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

    [eiser sub 4],

    gevestigd te [woonplaats],

    gedaagde in conventie,

    niet verschenen,

  5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

    CANDLE & EAGLE SERVICES B.V.,

    gevestigd te Kootwijkerbroek,

    gedaagde in conventie,

    niet verschenen,

    en in de zaak met zaaknummer / rolnummer 263198 / HA ZA 09-503 van

    [gedaagde sub 1 / eiser vrijwaringszaak],

    wonende te [woonplaats],

    eiser,

    advocaat mr. F.G. Kuiper,

    tegen

    [gedaagde vrijwaringszaak],

    wonende te [woonplaats],

    gedaagde,

    advocaat mr. M.A. Oostendorp.

    Partijen zullen hierna ING, [gedaagde sub 1 / eiser vrijwaringszaak], [gedaagde sub 2], [gedaagde sub 3], [gedaagde sub 4], Candle & Eagle en [gedaagde vrijwaringszaak] genoemd worden.

  6. De procedure in de hoofdzaak

    1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

    • het tussenvonnis van 25 maart 2009,

    - de brief van 24 augustus 2009 met producties aan de zijde van [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3],

    - de brief van 17 september 2009 met producties aan de zijde van [gedaagde sub 1 / eiser vrijwaringszaak],

    - de brief van 18 september 2009 met productie aan de zijde van ING,

    - de conclusie van antwoord in reconventie van 23 september 2009,

    • het proces-verbaal van comparitie van 30 september 2009,

    • het verzoek van 2 oktober 2009 aan de zijde van ING tot doorhaling van de procedure ten aanzien van [A],

    • de rolbeslissing van 14 oktober 2009,

    • de akte aan de zijde van ING van 11 november 2009,

    • de antwoordakte aan de zijde van [gedaagde sub 1 / eiser vrijwaringszaak] van 9 december 2009,

    • de akte uitlating producties aan de zijde van [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] van 9 december 2009,

    • de akte vermindering van eis aan de zijde van ING van 27 januari 2010.

    1.2. De enkelvoudige kamer heeft de zaak verwezen naar de meervoudige kamer. De rechter ten overstaan van wie de comparitie is gehouden kan vanwege organisatorische redenen dit vonnis niet (mee-)wijzen.

    1.3. Ten slotte is vonnis bepaald.

  7. De procedure in de vrijwaringszaak

    2.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

    • het tussenvonnis van 13 mei 2009

    • het proces-verbaal van comparitie van 30 september 2009

    • de rolbeslissing van 14 oktober 2009

    2.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

  8. De feiten

    3.1. De Stichting Freule Lauta van Aysma (hierna: “de Stichting”) is op 7 december 1994 opgericht in het kader van de splitsing van werkzaamheden van de eerder opgerichte stichting Hervormd Bejaardencentrum Veenendaal. De verplichtingen van laatstgenoemde stichting uit hoofde van een uit 1981 daterende overeenkomst van geldlening met de Nederlandse Waterschapsbank N.V. (verder: “NWB”) zijn bij de oprichting van de Stichting in 1994 aan de Stichting overgedragen. Deze geldlening diende op 1 oktober 2002 integraal door de Stichting te worden afgelost door middel van betaling van een bedrag van

    EUR 10.120.078,54. De Gemeente stond borg voor de nakoming door de Stichting van haar aflossingsverplichting uit hoofde van deze lening.

    3.2. De Stichting heeft in november 1999 een lening afgesloten bij de Bank Nederlandse Gemeenten (hierna: BNG), voor een bedrag van FL.13.438.000,--. Dit bedrag is in december 1999 aan de Stichting uitbetaald. De Stichting heeft hiervan een bedrag van FL. 12.840.000,-- op een depositorekening van ING gestort. Op 12 januari 2000 werd de bij ING geopende Euro deposito op verzoek van de Stichting omgezet in een US dollar deposito van USD 5.846.930,-- Vervolgens heeft de Stichting een op 31 oktober 2000 van het Ministerie van VROM ontvangen afkoopsubsidie op een bij ING aangehouden dollardeposito geplaatst van USD 3.579.337,--. Aldus beheerde ING eind 2000 voor de Stichting twee US Dollar deposito's van in totaal USD 9.426.267,-- (USD 5.846.930,-- + USD 3.579.337,--).

    3.3. In november 2000 vervulden [gedaagde sub 1 / eiser vrijwaringszaak] en [gedaagde sub 2] binnen de Stichting de bestuursfuncties van respectievelijk penningmeester en bestuurslid.

    3.4. De heer [B] (hierna: [B]) vervulde de functie van adviseur van de Stichting.

    3.5. [gedaagde sub 3] voerde op basis van volmacht transacties van de Stichting uit op verzoek van de Stichting en [B].

    3.6. [gedaagde sub[gedaagde sub 4] zijn aandeelhouders van Candle & Eagle.

    3.7. [gedaagde vrijwaringszaak] is relatiemanager bij ING.

    3.8. Voor zover van belang, is in de statuten van de Stichting onder meer het volgende bepaald:

    “Bestuur

    Artikel 3

  9. De stichting wordt bestuurd door een bestuur, bestaande uit ten minste zeven leden.

  10. Minimaal twee diakenen van de Hervormde Gemeente te Veenendaal maken deel uit van het bestuur.

  11. (…)

    (…)

    Artikel 8

  12. Het bestuur vertegenwoordigt de stichting in en buiten rechte.

  13. Deze vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan de voorzitter en secretaris gezamenlijk handelend.

  14. Het bestuur kan volmacht verlenen aan één of meer bestuursleden, alsook aan derden, om de stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.

  15. Een voorafgaand besluit van het bestuur is met inachtneming van het in lid 5 van dit artikel bepaalde nodig voor:

    1. het kopen, vervreemden, bezwaren.

    2. het aangaan van geldleningen zowel ten behoeve als ten laste van de stichting.

    3. het zo eisend als verwerend optreden in rechte, uitgezonderd het nemen van conservatoire maatregelen.

    4. het aangaan van dadingen.

    5. het tekenen van borgtocht of aval.

    6. het aanvaarden van erfstellingen, legaten of schenkingen, waaraan lasten verbonden zijn.

    7. en in het algemeen het aangaan van rechtshandelingen of overeenkomsten die ten onderwerp hebben zaken van een hogere waarde of sommen van een hoger bedrag dan vijf duizend gulden (f. 5.000.-) , waarbij gedeelten van dezelfde handeling of overeenkomst als een geheel worden beschouwd.

  16. de besluiten van het bestuur voor de handelingen vermeld in lid 4 van dit artikel vereisen de voorafgaande goedkeuring van het College van diakenen en van de Centrale Kerkeraad.”

    3.9. Op 2 november 2000 is door [A] en [gedaagde sub / eiser zaak II] een volmacht ondertekend. Voor zover van belang is in deze volmacht met transactiecode: BOV/PLS/INN/FRE-3 onder meer het volgende vermeld:

    “Hereby it is resolved that we, the Foundation “Stichting Freule Lauta van Aysma”(…) hereby appoint:

    Mr. [gedaagde sub 3]

    (…)

    As assistant Treasurer cum Portfolio Manager with regard to the funds deposited at ING Bank (…) in Bank-accounts in our name numbered 02.00.60.572 and 02.02.46.927 and totally amounting to US$ 9,426,267.

    The subject appointment incorporates the empowerment to open and sign for the Foundation account(s) in any Financial Institution, and further to have full authority to contact and engage in & et- all financial business transaction(s) as to the discretion of the appointed Assistant Treasurer cum Portfolio Manager.

    (…)

    Authorised by and on behalf of Foundation “Stichting Freule lauta van Aysma”,

    (…)”

    3.10. Op 2 december 2000 is door de ondernemingen Planetary Investment [gedaagde sub 4] een “Partnership Agreement” met transactiecode BOV/PLS/INN/FRE-3 getekend. In deze “Partnership Agreement” is Planetary Investment LLP aangeduid als “Par[gedaagde sub 4] is aangeduid als “Party B”. Voor zover van belang is in deze “Partnership Agreement” het volgende bepaald:

    “WHEREAS, PARTY A represents to PARTY B that it has the rights to enter into a Partnership Agreements in regards to the development of the Turbo Wing Project for Canada.

    WHEREAS PARTY B represents to PARTY A to secure and invest the total amount of US $ 9,400,000.00 into Planetary Investment LLP for the further benefit of Turbo Wing Canada Ltd. (…)

    PARTY B WILL DO, OR CAUSE TO BE DONE, THE FOLLOWING: (…)

  17. Whereas Party B agrees to invest a total amount of US $ 9,400,000.00 into Turbo Wing Canada Ltd. in form of reserved funds, deposited at ING Bank Utrecht, Account name Freule Lauta van Aysma, (…). Signatory Mr. [gedaagde sub 3].

  18. Whereas Party B agrees to enter into this Partnership Agreement with Party A in exchange for intellectual properties and other considerations.

    PARTY A WILL DO, OR CAUSE TO BE DONE, THE FOLLOWING: (…)

  19. Whereas Party A warrants to have the exclusive license and agreements for the development of the Turbo Wing Project in Canada. Further, Party A will issue an exclusive Turbo Wing license for Marine Developments to Party B for the Netherlands in a separate agreement. (…).

    PROCEDURES

    The parties hereto agree to follow the hereinafter-stated procedures:

  20. PARTY A delivers to PARTY B the following:

    a. Executive Summary of the Turbo Wing Project. Supporting Documents are on hand.

    b. This Partnership Agreement signed and agreed to by all parties involved, by title and name.

    c. Intellectual properties and other consideration upon payment in the amount of US $ 9,400,000.00

    (…)

    P[gedaagde sub 4] B.V., Authorized Signatory of Freule Lauta van Aysma

    __________________ ___________________________

    [gedaagde sub 3] [B]

    Managing Director Assistant Director”

    (…)

    ADDENDUM

    (…)

    Paragraph 13 Page 2

    Whereas Party B agreed to enter into this Partnership Agreement with Party A in exchange for 30% Ownership of Turbo Wing Canada Ltd. In form of 30% Common Shares.

    Paragraph 1 c) Page3

    30 % of Common Shares of Turbo Wing Canada Ltd. upon payment in the amount of US $ 9,400,000.00.”

    3.11. Op 11 december 2000 heeft ING de hierna onder a t/m c vermelde faxberichten ontvangen:

    1. In het eerste...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT