Verstek van Rechtbank Breda, Sector kanton, 9 de Febrero de 2011

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 9 de Febrero de 2011
Uitgevende instantie:Sector kanton

RECHTBANK BREDA

team kanton Bergen op Zoom

zaak/rolnr.: 643299 CV EXPL 11-806

vonnis d.d. 9 februari 2010

inzake

[eiseres], wonende te [woonplaats],

eiseres,

gemachtigde: gerechtsdeurwaarders C.L.M. de Laat en D.A. Riedijk te Waalwijk,

tegen

[gedaagde],

wonende te [adres],

gedaagde, niet verschenen.

  1. Het verloop van het geding

    De procesgang blijkt uit de aangehechte dagvaarding met producties.

  2. Het geschil en de beoordeling

    2.1 Eiseres heeft op de bij dagvaarding omschreven gronden, welke hier als herhaald en ingelast gelden, gevorderd de tussen partijen bestaande huurovereenkomst te ontbinden, gedaagde te veroordelen tot ontruiming van het gehuurde, met machtiging deze eventueel zelf en op kosten van gedaagde te bewerkstelligen met hulp van de sterke arm, alsmede gedaagde te veroordelen tot betaling van achterstallige huurpenningen, te vermeerderen met rente, schadevergoeding en kosten.

    2.2 Gedaagde is, hoewel behoorlijk gedagvaard, niet ter zitting verschenen en heeft ook niet tijdig een schriftelijk antwoord ingediend of om uitstel verzocht, zodat tegen hem verstek is verleend.

    2.3 Nu de vordering de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, zal deze worden toegewezen, met inachtneming van het volgende.

    2.4 De vordering tot ontruiming van de woning zal worden toegewezen met inachtneming van een redelijke ontruimingstermijn van twee weken.

    2.5 Gelet op artikel 7:271, leden 1, 3, 4 en 5 sub b van het Burgerlijk Wetboek (BW), alsmede artikel 3.1. van de door eiseres in het geding gebrachte huurovereenkomst, moet thans worden uitgegaan van een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd, nu gesteld noch gebleken is dat eiseres die huurovereenkomst vóór 14 januari 2011 heeft opgezegd. Als gevolg hiervan zal de gevorderde schadevergoeding tot 14 april 2011 worden afgewezen, en zal slechts een gebruiksvergoeding worden toegewezen voor de periode dat gedaagde nog het feitelijke genot van de woning heeft.

    2.6 De gevorderde machtiging om de ontruiming zelf uit te (doen) voeren, desnoods met inroeping van de sterke arm, zal worden afgewezen omdat deze wijze van ontruiming niet op de wet berust. Artikel 556 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering (Rv) schrijft voor dat de gedwongen ontruiming geschiedt door een deurwaarder. Onverenigbaar met die regel is dat eiseres niettemin zou worden gemachtigd om zelf de ontruiming te bewerkstelligen; in zoverre derogeert artikel 556 lid 1 Rv bij ontruimingsbeslissingen aan artikel 3:299...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT