Hoger beroep van Council of State (Netherlands), 16 de Febrero de 2011

Datum uitspraak16 de Febrero de 2011
Uitgevende instantie:Council of State (Netherlands)

201006437/1/H2.

Datum uitspraak: 16 februari 2011

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

[appellant], wonend te Delft,

tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage van 25 mei 2010 in zaak nr. 09/7311 in het geding tussen:

[appellant]

en

de Belastingdienst/Toeslagen.

  1. Procesverloop

    Bij besluit van 26 november 2007 heeft de Belastingdienst het voorschot huurtoeslag 2007 voor [appellant] herzien en op nihil vastgesteld. Tevens zijn de verstrekte voorschotten van € 1.741,00 teruggevorderd.

    Bij besluit van 2 september 2009, voor zover hier van belang, heeft de Belastingdienst het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar aangemerkt als te zijn gericht tegen het inmiddels genomen besluit van 20 april 2009 over de definitieve vaststelling van de huurtoeslag 2007 en het bezwaar gedeeltelijk gegrond verklaard.

    Bij mondelinge uitspraak van 25 mei 2010, waarvan afschrift van het proces-verbaal is verzonden op dezelfde datum, heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Het proces-verbaal van deze uitspraak is aangehecht.

    Tegen deze uitspraak heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State per fax ingekomen op 6 juli 2010, hoger beroep ingesteld. De gronden van het hoger beroep zijn aangevuld bij brief van 19 augustus 2010.

    De Belastingdienst heeft een verweerschrift ingediend.

    De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.

    De Afdeling heeft de zaak, gevoegd met zaak nr. 201006443/1/H2, ter zitting behandeld op 3 februari 2011, waar uitsluitend de Belastingdienst, vertegenwoordigd door mr. B.M.A. van Eck, is verschenen.

    Na de zitting zijn de zaken gesplitst.

  2. Overwegingen

    2.1. Ingevolge artikel 9, tweede lid, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (hierna: de Awir) heeft de belanghebbende geen aanspraak op een tegemoetkoming, ingeval de partner van de belanghebbende een vreemdeling is die niet rechtmatig verblijf houdt in de zin van artikel 8 van de Vw 2000.

    Ingevolge artikel 21, eerste lid, aanhef en onder a, kan de Belastingdienst een toegekende tegemoetkoming herzien op grond van feiten of omstandigheden waarvan de Belastingdienst bij de toekenning redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn en op grond waarvan de tegemoetkoming vermoedelijk tot een te hoog bedrag is toegekend.

    Ingevolge artikel 26 is een belanghebbende het bedrag van de terugvordering in zijn geheel verschuldigd, indien een herziening van een...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT