Hoger beroep van Court of Appeal of Leeuwarden (Netherlands), 18 de Enero de 2011
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 18 de Enero de 2011 |
Uitgevende instantie: | Court of Appeal of Leeuwarden (Netherlands) |
Arrest d.d. 18 januari 2011
Zaaknummer 107.001.748/01
HET GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN
Arrest van de vierde kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:
[naam] Financiële Diensten B.V.,
gevestigd te Groningen,
appellante,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna te noemen: [naam] Financiële Diensten,
advocaat: mr. M. Schuring, kantoorhoudende te Groningen,
tegen
[naam],
wonende te [woonplaats],
geïntimeerde,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna te noemen: [geïntimeerde],
toevoeging,
advocaat: mr. A.J. Elema, kantoorhoudende te Assen.
Het geding in eerste instantie
In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in de vonnissen uitgesproken op 29 januari 2003 en 10 januari 2007 door de rechtbank Groningen.
Het geding in hoger beroep
Bij exploot van 10 april 2007 is door [naam] Financiële Diensten hoger beroep ingesteld van het vonnis d.d. 10 januari 2007 met dagvaarding van [geïntimeerde] tegen de zitting van 2 mei 2007.
De conclusie van de memorie van grieven luidt:
het uw Gerechtshof behage het vonnis van de Rechtbank Groningen van 10 januari 2007 gewezen tussen appellante als eiseres en geïntimeerde als gedaagde te vernietigen en opnieuw rechtdoende de vordering van oorspronkelijk eiseres toe te wijzen met veroordeling van geïntimeerde in de kosten van de procedure, in beide instanties.
Bij memorie van antwoord is door [geïntimeerde] verweer gevoerd met als conclusie:
"Tot bekrachtiging van het vonnis van de rechtbank Groningen d.d. 10 januari 2007, zo nodig met verbetering en/of aanvulling van gronden, met veroordeling van appellante in de kosten van het geding in beide instanties en met verklaring dat deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad zal zijn, zulks met bepaling dat over de proceskostenveroordeling de wettelijke rente verschuldigd zal zijn met ingang van veertien dagen na de datum van het te dezen wijzen arrest."
Ten slotte hebben partijen de stukken overgelegd voor het wijzen van arrest.
De grieven
[naam] Financiële Diensten heeft vier grieven opgeworpen.
De beoordeling
De feiten
-
De rechtbank heeft in het bestreden vonnis in rechtsoverweging 2 (2.1 tot en met 2.4) een aantal in deze zaak vaststaande feiten weergegeven. Hieromtrent bestaat tussen partijen geen geschil, zodat ook het hof van die feiten zal uitgaan. Het volgende staat (voor zover nog actueel) vast.
1.1 [geïntimeerde] heeft in het kader van een achttal overeenkomsten van geldlening in totaal een bedrag van € 4.805,89 geleend van [naam] Financiële...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT