Hoger beroep van Council of State (Netherlands), Haarlem, 23 de Febrero de 2011
Datum uitspraak | 23 de Febrero de 2011 |
Uitgevende instantie: | Haarlem |
201001234/1/V2.
Datum uitspraak: 23 februari 2011
RAAD VAN STATE
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank 's Gravenhage, nevenzittingsplaats Haarlem, van 1 december 2009 in zaak nr. 09/15928 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie.
-
Procesverloop
Bij besluit van 16 december 2008 heeft de ambtenaar belast met de grensbewaking de vreemdeling de toegang tot het Schengengebied geweigerd.
Bij besluit van 22 april 2009 heeft de minister van Justitie het daartegen door de vreemdeling ingestelde administratief beroep ongegrond verklaard. Dit besluit is aangehecht.
Bij uitspraak van 1 december 2009, verzonden op 3 december 2009, heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling bij brief, bij de Raad van State binnengekomen op 31 december 2009, hoger beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht.
Daartoe in de gelegenheid gesteld, heeft de vreemdeling zich bij brief, bij de Raad van State binnengekomen op 3 februari 2010, nader uitgelaten.
De minister heeft een verweerschrift ingediend.
De vreemdeling heeft een nader stuk ingediend.
Vervolgens is het onderzoek gesloten.
-
Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel 3, aanhef en onder a, van Verordening (EG) Nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (PB 2006 L 105; hierna: de Schengengrenscode), is deze van toepassing op iedereen die de binnen- of buitengrenzen van de lidstaten overschrijdt, onverminderd de rechten van de personen die onder het Gemeenschapsrecht inzake vrij verkeer vallen.
Ingevolge artikel 3, aanhef en onder b, van de Schengengrenscode is deze van toepassing op iedereen die de binnen- of buitengrenzen van de lidstaten overschrijdt, onverminderd de rechten van vluchtelingen en personen die om internationale bescherming verzoeken, met name wat betreft non-refoulement.
Ingevolge artikel 5, eerste lid, van de Schengengrenscode gelden voor onderdanen van derde landen de in dat artikellid genoemde voorwaarden voor een verblijf van ten hoogste drie maanden per periode van zes maanden.
Ingevolge artikel 13, eerste lid, van de Schengengrenscode wordt een onderdaan...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT