Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank 's-Gravenhage, 19 de Enero de 2011

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak19 de Enero de 2011
Uitgevende instantie:Rechtbank 's-Gravenhage

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE

Sector bestuursrecht

Afdeling 3, enkelvoudige kamer

Reg.nrs.: AWB 08/3164 MAW en AWB 08/3166 MAW

UITSPRAAK ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

in het geding tussen

[A], wonende te [plaats 1], eiser 1

en

[B], wonende te [plaats 2], eiser 2,

gemachtigde [C],

en

de Commandant Koninklijke Marechaussee, verweerder.

  1. PROCESVERLOOP

    Bij besluit van 11 oktober 2006, gewijzigd bij besluit van 20 december 2006, is aan eiser 1, destijds [functie] bij de Koninklijke Marechaussee, met ingang van 1 november 2006 de functie [functie] met standplaats [...] toegewezen. Aan deze functie is de rang van [...] verbonden.

    Bij besluit van 1 november 2006 is aan eiser 2, [functie] bij de Koninklijke Marechaussee, met ingang van 1 november 2006 de functie [functie] met standplaats [...] toegewezen. Aan deze functie is de rang van [...] verbonden.

    Eisers hebben tegen de genoemde besluiten geen bezwaar gemaakt.

    Bij besluit van 27 maart 2007 is aan eisers medegedeeld dat zij in het kader van de reorganisatie van de Staf Commandant Koninklijke Marechaussee met ingang van 1 november 2006 zijn geplaatst in de functie [functie] onderscheidenlijk [functie] in de rang van kapitein. Eisers hebben verweerder daarop bij rekest van 2 april 2007 verzocht om herwaardering van de functie [functie].

    Bij brief van 12 september 2007 is aan eisers medegedeeld, dat hun verzoek om herwaardering niet in behandeling zou worden genomen, aangezien dat verzoek betrekking had op een indicatief gewaardeerde functie. Tegen een indicatieve functiewaardering staat geen bezwaarmogelijkheid open.

    Bij afzonderlijke bezwaarschriften van 9 november 2007 hebben eisers tegen dat besluit bezwaar gemaakt.

    Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken ingediend en een verweerschrift ingezonden, gedateerd 20 oktober 2008.

    Beide beroepen zijn gevoegd ter zitting behandeld op 21 januari 2009.

    Eisers hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde, [C].

    Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, [D].

    De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting geschorst ten einde verweerder in de gelegenheid te stellen de rechtbank nader te informeren over een onlangs afgeronde evaluatie betreffende de [functies] en enkele andere aspecten van de beroepen.

    Verweerders gemachtigde heeft de rechtbank bij herhaling nadere stukken toegezonden, onder de verzekering dat de resultaten van de eerder besproken evaluatie binnen afzienbare tijd te verwachten waren.

    Alle producties van verweerder zijn aan eisers toegezonden, die hun reactie daarop aan de rechtbank kenbaar hebben gemaakt.

    Bij brief van 9 november 2010 heeft de rechtbank een aantal nadere vragen aan verweerder gesteld, welke bij brief van 25 november 2010 zijn beantwoord. Eisers hebben bij brief van 15 december 2010 op deze nadere stukken gereageerd.

    Op 23 december 2010 zijn beide beroepen opnieuw gevoegd op zitting behandeld.

    Eisers zijn beiden in persoon verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde.

    Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door zijn gemachtigden [E] en [F].

  2. OVERWEGINGEN

    1. De rechtbank ziet zich eerst ambtshalve gesteld voor de vraag of het bezwaar en het beroep van eisers tijdig zijn ingediend.

      Ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Militaire ambtenarenwet 1931 bedraagt, in afwijking van artikel 6:7 van de Awb, de termijn voor het indienen van een bezwaar- of beroepschrift dertien weken, indien de belanghebbende zich om redenen van dienst buiten Nederland bevindt.

      De...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT