Hoger beroep van Court of Appeal of Arnhem (Netherlands), 22 de Febrero de 2011
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 22 de Febrero de 2011 |
Uitgevende instantie: | Court of Appeal of Arnhem (Netherlands) |
GERECHTSHOF ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.065.340
(zaaknummer rechtbank 108129)
arrest van de derde civiele kamer van 22 februari 2011
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ESB Barges B.V.,
gevestigd te Elburg,
appellante in de hoofdzaak,
verweerster in het incident in hoger beroep,
advocaat: mr. J.W. Munk,
tegen:
-
de vennootschap onder firma
Savoir Faire v.o.f.,
gevestigd te Hardinxveld-Giessendam,
-
[geïntimeerde sub 2],
wonende te [woonplaats], Verenigd Koninkrijk,
-
[geïntimeerde sub 3],
wonende te [woonplaats], Verenigd Koninkrijk,
geïntimeerden in de hoofdzaak,
eisers in het incident in hoger beroep,
advocaat: mr. S. Hindriks-Roose.
-
Het geding in eerste aanleg
Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van het vonnis van
17 maart 2010 dat de rechtbank Zutphen tussen appellante in de hoofdzaak tevens verweerster in het incident in hoger beroep (hierna te noemen: ESB) enerzijds en geïntimeerden in de hoofdzaak tevens eisers in het incident in hoger beroep (hierna gezamenlijk te noemen: Savoir c.s.) anderzijds heeft gewezen; van dat vonnis is een fotokopie aan dit arrest gehecht.
-
Het geding in hoger beroep
2.1 Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding in hoger beroep d.d. 13 april 2010, hersteld bij de dagvaarding in hoger beroep d.d. 6 mei 2010,
- de memorie van grieven tevens akte wijziging eis,
- de incidentele memorie houdende niet-ontvankelijkverklaring in appel in het incident tot onbevoegdverklaring.
2.2 Het hof heeft ESB in de gelegenheid gesteld een antwoordconclusie in het incident te nemen. ESB heeft nagelaten die conclusie te nemen.
2.3 Vervolgens heeft Savoir c.s. de stukken voor het wijzen van arrest aan het hof overgelegd.
-
De motivering van de beslissing in het incident en in de hoofdzaak
3.1 Savoir c.s. heeft ESB gedagvaard voor de rechtbank en een vordering ingesteld, onder meer strekkende tot ontbinding van een overeenkomst. ESB heeft bij incidentele conclusie geconcludeerd tot onbevoegdheid van de rechtbank op grond van artikel 1022 Rv. Savoir c.s. heeft daarop de door ESB opgeworpen exceptie van onbevoegdheid bestreden. De rechtbank heeft bij vonnis van 17 maart 2010 in het incident de vordering van ESB tot onbevoegdverklaring afgewezen en in de hoofdzaak de zaak naar de rolzitting verwezen voor het nemen van een conclusie van antwoord. Tegen dit vonnis heeft ESB hoger beroep ingesteld. Savoir c.s. heeft daarop bij...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT