Cassatie van Supreme Court (Netherlands), 22 de Marzo de 2011

Datum uitspraak22 de Marzo de 2011
Uitgevende instantie:Supreme Court (Netherlands)

22 maart 2011

Strafkamer

nr. 10/00837

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 5 februari 2010, nummer 21/000073-09, in de strafzaak tegen:

[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1962, ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting "Noord-Holland Noord, locatie Amerswiel" te Heerhugowaard.

  1. Geding in cassatie

    Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. J. Boksem, advocaat te Leeuwarden, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

    Een aanvulling op de schriftuur is eerst na afloop van de bij de wet gestelde termijn bij de griffie van de Hoge Raad ingekomen. De Hoge Raad kan op dit geschrift geen acht slaan.

    De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

  2. Beoordeling van de middelen

    De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

  3. Beslissing

    De Hoge Raad verwerpt het beroep.

    Dit arrest is gewezen door de raadsheer B.C. de Savornin Lohman als voorzitter, en de raadsheren C.H.W.M. Sterk en M.A. Loth, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en uitgesproken op 22 maart 2011.

    Nr. 10/00837

    Mr. Vellinga

    Zitting: 25 januari 2011

    Conclusie inzake:

    [Verdachte]

  4. Verdachte is door het Gerechtshof te Arnhem wegens "Moord" veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 jaren.

  5. Namens verdachte heeft mr. J. Boksem, advocaat te Leeuwarden, twee middelen van cassatie voorgesteld. Na afloop van de termijn als bedoeld in art. 437 lid 2 Sv is nog een toelichting op het tweede middel ingekomen. Daarop kan derhalve geen acht worden geslagen.

  6. Het eerste middel klaagt dat de bewezenverklaring niet uit de gebezigde bewijsmiddelen kan worden afgeleid.

  7. Het Hof heeft ten laste van verdachte bewezenverklaard dat:

    zij in de periode van 19 tot en met 20 juni 2008 te Arnhem opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, hierin bestaande dat verdachte opzettelijk na kalm beraad en rustig overleg, voornoemde [slachtoffer] heeft gedrogeerd en/of verdoofd, door voornoemde [slachtoffer] medicijnen/medicamenten in te laten nemen en/of toe te dienen bevattende de stoffen zolpidem, fluvoxamine en paroxetine en een gasfles handelspropaan (bestaande uit propaan en/of iso-butaan en/of n-butaan en/of isobuteen en/of methylbutaan en/of n-pentaan) heeft opengedraaid, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden;

  8. Het bestreden (promis-)arrest houdt, voor zover voor de beoordeling van het middel relevant, in:

    "Overweging met betrekking tot het bewijs [voetnoot 1]

    De vaststaande feiten

    Op 20 juni 2008 omstreeks 10.40 uur kwam er bij de Centrale meldkamer Groep van de politieregio Gelderland Midden een melding binnen dat de bewoonster van perceel [a-straat 1] te Arnhem suïcidaal was en dat zij haar dochter van 14 jaar ook bij zich had. De bewoners van genoemd perceel zijn: verdachte en haar dochter [slachtoffer], geboren op [geboortedatum] 1993. [voetnoot 2]

    Op 20 juni 2008 omstreeks 09.30 uur zag [betrokkene 1], een vriendin van verdachte, dat er aan haar op 20 juni 2008 omstreeks 03.00 uur een sms-bericht was gestuurd met als boodschap dat "mama weer een briefje had geschreven en er stond ook in dat ze niet meer gereanimeerde wilde worden" (Van het briefje zit een foto in het dossier gevoegd. [voetnoot3]) [Betrokkene 1] zag dat [slachtoffer] de afzender van het sms'je was. [Betrokkene 1] heeft de buurvrouw van verdachte gebeld voor de sleutel van de woning van verdachte. Bij de woning aangekomen, hoorde zij van de buurvrouw dat deze geprobeerd had met de sleutel de deur van de woning te openen maar dat die aan de binnenzijde op slot zat. Omdat zij de woning niet binnen konden, heeft zij, [betrokkene 1], de politie gewaarschuwd. [voetnoot 4] Twee politieambtenaren kwamen op 20 juni 2008 om 10.11 uur ter plaatse. Zij zagen dat de woning aan de voorzijde was afgesloten. Verbalisant [verbalisant 1] heeft zich naar de achterzijde van de woning begeven en zag, door het woonkamerraam aan de achterzijde van de woning, twee personen onder een gekleurde deken onder het raam bij elkaar liggen. Verbalisant [verbalisant 1] zag op het eerste oog geen ademhaling en op kloppen werd niet gereageerd. Tevens hoorde hij een sissend geluid vanuit de woning komen. Als de politie vervolgens het kattenluikje van de achterdeur openbreekt, ruiken zij direct een sterke gaslucht. De brandweer en de ambulance worden gewaarschuwd. De verbalisanten zagen dat de gehele achterzijde van de woning was afgesloten. Zij zagen dat de achterdeur van de woning tevens was afgesloten middels het nachtslot. Op 20 juni 2008 om 10.26 uur is de brandweer ter plaatse gekomen. Door de brandweer werden de ruiten en deuren van de woning aan zowel de voor-als achterzijde van de woning verbroken. In de woning werd door de brandweer een gasfles aangetroffen. De verbalisanten zagen dat de brandweer korte tijd later beide slachtoffers naar buiten brachten via de achterdeur. Even later hoorden zij van het ambulancepersoneel dat de dochter reeds was overleden en dat de moeder inmiddels zelfstandig ademhaalde. [voetnoot 5] Een van de aanwezige brandweermannen heeft verklaard dat hij na het verbreken van de rolluiken en de ruiten aan de voorzijde van de woning zag dat er twee personen naast elkaar op de bank lagen. Even daarna zag hij dat twee andere brandweermannen bezig waren beide personen, dat waren een meisje en een vrouw, vanaf de bank naar buiten te dragen. Hij zag meteen naast die bank een grijze gasfles. Hij zag dat de onderste helft van de gasfles voorzien was van een ijslaagje dat wit was uitgeslagen. Hij zag dat bovenop de gasfles een koperkleurige kraan zat en dat de opening van de kraan in de richting van de twee slachtoffers wees. Hij kon horen dat er gas uit die kraan kwam, hij kon die kraan horen blazen. Hij zag dat een collega brandweerman meteen naar die gasfles liep. Even later liep hij terug naar die collega, die de gasfles in zijn handen had. Hij hoorde geen gas meer uit de kraan komen. [voetnoot 6]

    Op 20 juni 2008 te 12.50 uur werd door de arts Heutz, lijkschouwer van de gemeente Arnhem de schouw verricht van [slachtoffer]. Hij verklaart er niet van overtuigd te zijn, dat de dood als gevolg van een natuurlijke oorzaak is ingetreden. [voetnoot 7]...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT