Kort geding van Rechtbank Assen, Voorzieningenrechter, 2 de Marzo de 2011

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 2 de Marzo de 2011
Uitgevende instantie:Voorzieningenrechter

vonnis

RECHTBANK ASSEN

Sector civiel recht

zaaknummer / rolnummer: 84764 / KG ZA 11-21

Vonnis in kort geding van 2 maart 2011

in de zaak van

[eiser],

wonende te [woonplaats],

eiser,

advocaat mr. M.A.R. Schuckink Kool te 's Gravenhage,

tegen

STAAT DER NEDERLANDEN,

wonende te Den Haag,

gedaagde,

advocaat mr. A.Th.M. ten Broeke te 's Gravenhage.

Partijen zullen hierna [eiser] en de Staat genoemd worden.

  1. De procedure

    1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

    - de dagvaarding van 7 februari 2011;

    - de mondelinge behandeling op 21 februari 2011;

    - de pleitnota van [eiser] en de door hem overgelegde producties;

    - de pleitnota van de Staat en de door hem overgelegde producties.

    1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

  2. De feiten

    2.1. De voorzieningenrechter zal bij de beoordeling van het geschil uitgaan van de navolgende feiten en omstandigheden.

    2.2. Mevrouw [eigenares] is eigenares van het voormalig campingterrein met opstallen, bestaande uit toiletgebouwen, opslagruimte, badmeesterswoning en kantine aan de [adres] te [woonplaats]. Zij woont in het woonhuis direct naast het campingterrein.

    2.3. [eiser] heeft de woning, te weten de onlosmakelijk verbonden badmeesterswoning en de kantine, aan de [adres] te [woonplaats] op voornoemd perceel met ingang van september 2009 gekraakt. Op 5 augustus 2010 heeft de dochter van mevrouw

    [eigenares] [eiser] namens haar moeder gesommeerd om het gekraakte te verlaten. [eiser] heeft hieraan geen gevolg gegeven.

    2.4. Met ingang van 1 oktober 2010 is in werking getreden de Wet van 24 juli 2010 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, de Leegstandwet, en enige andere wetten in verband met het verder terugdringen van kraken en leegstand (Wet Kraken en leegstand). Op grond van deze wet zijn de volgende artikelen aan het Wetboek van Strafrecht (Sr) en het Wetboek van Strafvordering (Sv) toegevoegd:

    - lid 1 van artikel 138 a Sr:

    Hij die in een woning of gebouw, waarvan het gebruik door de rechthebbende is beëindigd, wederrechtelijk binnendringt of wederrechtelijk aldaar vertoeft, wordt, als schuldig aan kraken, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.

    - Artikel 551a Sv:

    In geval van verdenking van een misdrijf als omschreven in de artikelen 138, 138a en 139 van het Wetboek van Strafrecht kan iedere opsporingsambtenaar de desbetreffende plaats betreden. Zij zijn bevoegd alle personen die daar wederrechtelijk vertoeven, alsmede alle voorwerpen die daar ter plaatse worden aangetroffen, te verwijderen of te doen verwijderen.

    2.5. Op 8 november 2010 heeft het Gerechtshof Den Haag uitspraak gedaan over de Wet Kraken en leegstand ( LJN: BO3682). Onder verwijzing naar rechtspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) ( onder meer McCann/UK van 13 mei 2008, Zehentner/Oostenrijk van 16 juli 2009, A/Nederland van 20 juli 2010 en Conka/België van 5 februari 2002) heeft het Gerechtshof onder meer overwogen dat degene die met uitzetting wordt bedreigd in de gelegenheid moet zijn de zaak aan de rechter voor te leggen, voordat de ontruiming wordt geëffectueerd. Voorts is overwogen dat noch de Wet Kraken en leegstand, noch nauwkeurig omschreven en deugdelijk gepubliceerde beleidsregels van het Openbaar Ministerie, voldoende waarborg bieden dat bij dreigende ontruiming afdoende gelegenheid bestaat het oordeel van de voorzieningenrechter in te roepen en dat het Openbaar Ministerie diens oordeel zal afwachten voordat tot ontruiming zal worden overgegaan.

    2.6. De Staat heeft cassatie ingesteld tegen deze uitspraak. Tevens is incidenteel cassatieberoep ingesteld. In afwachting van de uitspraak van de Hoge Raad heeft het College van procureurs-generaal een beleidsbrief gestuurd aan de hoofden van de parketten waarin het beleid met ingang van 1 december 2010 staat vermeld.

    In deze beleidsbrief, gepubliceerd in de Staatscourant ( Stcrt. 2 december 2010, nr. 19500), staat het volgende vermeld:

    (…) Een ontruiming wordt door of namens het Openbaar Ministerie schriftelijk bij de bewoners van het te ontruimen pand aangekondigd, tenzij er sprake is van de hieronder genoemde uitzonderingsgevallen.

    In de aankondiging wordt vermeld dat de ontruiming zal plaatsvinden binnen acht weken na de aankondiging (eventueel, maar niet noodzakelijk, met vermelding van de precieze voorgenomen ontruimingsdatum), doch niet binnen de eerste zeven dagen van die termijn, teneinde de krakers in de gelegenheid te stellen binnen die zeven dagen een kort geding aanhangig te maken door middel van het uitbrengen van een dagvaarding tegen de Staat met daarin een datum en tijd van behandeling. Bij de berekening van deze termijn wordt de Algemene Termijnenwet aangehouden.

    Indien (tijdig) van deze mogelijkheid gebruik wordt gemaakt, zal het vonnis...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT