Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 2 de Marzo de 2011

Datum uitspraak 2 de Marzo de 2011
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

10/3146 WW

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

U I T S P R A A K

op het hoger beroep van:

[Appellante], wonende te [woonplaats], (hierna: appellante),

tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem van 15 april 2010, 09/4910 (hierna: aangevallen uitspraak),

in het geding tussen:

appellante

en

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).

Datum uitspraak: 2 maart 2011

  1. PROCESVERLOOP

    Namens appellante heeft mr. M. Winius, advocaat te Amsterdam, hoger beroep ingesteld.

    Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.

    Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 19 januari 2011. Appellante en haar gemachtigde zijn met voorafgaande kennisgeving niet verschenen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door E.C. van der Meer.

  2. OVERWEGINGEN

    1.1. Appellante is op 1 juni 2005 in dienst getreden bij de [werkgever]. In de arbeidsovereenkomst is bepaald dat ten aanzien van de anciënniteitaanspraken de oorspronkelijke datum van indiensttreding bij [naam B.V.], te weten 22 maart 1993, geldt. In artikel 1.5. van de arbeidsovereenkomst is bepaald dat de collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) Grafimedia op deze overeenkomst van toepassing is.

    1.2. Bij vaststellingsovereenkomst van 28 mei 2009 zijn appellante en haar werkgever overeengekomen dat de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden eindigt op 16 juni 2009. Daarbij is een beëindigingvergoeding overeenkomstig het Sociaal Plan TMG 2009-2010 (hierna: Sociaal Plan) overeengekomen. Bij besluit van 9 juli 2009 heeft het Uwv appellante met toepassing van artikel 16, derde lid, van de Werkloosheidswet (WW) tot en met 30 september 2009 een WW-uitkering ontzegd. Bij besluit van 1 oktober 2009 heeft het Uwv appellante met ingang van 1 oktober 2009 een

    WW-uitkering toegekend.

    1.3. Bij beslissing op bezwaar van 26 augustus 2009 (hierna: het bestreden besluit) heeft het Uwv het bezwaar van appellante tegen het besluit van 9 juli 2009 ongegrond verklaard. In het bestreden besluit is het Uwv uitgegaan van een door de werkgever in acht te nemen opzegtermijn van vier maanden, zoals voortvloeit uit artikel 7:672, tweede lid, onder d, van het Burgerlijk Wetboek (BW).

    2. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen het bestreden besluit bij de aangevallen uitspraak ongegrond verklaard. De rechtbank heeft overwogen dat op grond van de CAO Grafimedia de wettelijke opzegtermijn die voortvloeit uit artikel 7:672, tweede lid, onder d, van het BW van toepassing is en...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT