Cassatie van Supreme Court (Netherlands), 8 de Abril de 2011

Datum uitspraak 8 de Abril de 2011
Uitgevende instantie:Supreme Court (Netherlands)

8 april 2011

Eerste Kamer

09/01318

RM/AS

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

  1. VERENIGING BELANGENBEHARTIGING COMMANDIETEN "BEFRA",

    gevestigd te Utrecht,

  2. -92. de in de bijlage bij de cassatiedagvaarding van 23 maart 2008 onder 2 tot en met 92 genoemde natuurlijke personen,

    EISERS tot cassatie,

    advocaat: mr. G. Snijders,

    t e g e n

  3. de coöperatie COÖPERATIEVE RABOBANK KROMME RIJN U.A.,

    gevestigd te Houten,

    VERWEERSTER in cassatie,

    advocaten: mr. R.S. Meijer en mr. B.T.M. van der Wiel,

  4. SNS SECURITIES N.V., voorheen genaamd FBS Bankiers N.V.,

    gevestigd te Amsterdam,

    VERWEERSTER in cassatie,

    advocaat: mr. K.G.W. van Oven,

  5. MR. R.J. GRAAF SCHIMMELPENNINCK en MR. H.P. DE HAAN RA, in hun hoedanigheid van curatoren in het faillissement van [A] N.V.,

    kantoorhoudende te Amsterdam,

    VERWEERDERS in cassatie,

    advocaat: mr. K.G.W. van Oven,

  6. STICHTING AUTORITEIT FINANCIËLE MARKTEN,

    gevestigd te Amsterdam,

    VERWEERSTER in cassatie,

    advocaat: mr. R.A.A. Duk.

    Eiseres tot cassatie onder 1 zal hierna worden aangeduid als de Vereniging en eisers onder 2 tot en met 92 als de Beleggers; gezamenlijk zullen eisers ook worden aangeduid als de Vereniging c.s. Verweerders zullen worden aangeduid als respectievelijk Rabobank, FBS, [A] en AFM. Verweerders onder 1 tot en met 3 zullen gezamenlijk ook worden aangeduid als de Banken.

  7. Het geding in feitelijke instanties

    Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:

    1. de vonnissen in de zaak 253835/HA ZA 02.2534 van de rechtbank Amsterdam van 11 februari 2004, 6 oktober 2004 en 14 september 2005 (eindvonnis);

    2. het arrest in de zaak 106.004.437/01 (rolnummer 335/06) van het gerechtshof te Amsterdam van 23 december 2008.

    Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

  8. Het geding in cassatie

    Tegen het arrest van het hof hebben de Vereniging c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

    De Banken en AFM hebben afzonderlijk geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

    De zaak is voor de Vereniging c.s. en de Rabobank toegelicht door hun advocaten. Voor FBS, de curatoren en AFM namens hun advocaten door respectievelijk mr. W.H. van Hemel, mr. F.E. Vermeulen en mr. J. de Bie Leuveling Tjeenk, advocaten te Amsterdam.

    De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping.

    De advocaat van de Vereniging c.s. heeft bij brief van 15 februari 2011 op die conclusie gereageerd.

  9. Beoordeling van het middel

    3.1 In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.

    (i) Bij notariële akte van 20 februari 1998 is de Stichting Befra (hierna: Befra) opgericht.

    [Betrokkene 1], die bij deze oprichting als schriftelijk gemachtigde van een directeur van FRA Vermogensadvies B.V. optrad, is bij deze akte tot voorzitter van die stichting benoemd, en FRA Vermogensadvies B.V. tot penningmeester/secretaris.

    (ii) De doelstelling van Befra is in art. 2 van de akte als volgt omschreven:

    "(1) De stichting heeft ten doel: het voeren van beheer over beleggingsvennootschappen en het adviseren op het gebied van vermogensplanning, en voorts al hetgeen met een en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin des woords.

    (2) De stichting tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door het optreden als beherend vennoot in commanditaire vennootschappen."

    (iii) Dergelijke commanditaire vennootschappen zijn opgericht tussen februari 1998 en maart 2000, telkens tussen Befra (vertegenwoordigd door [betrokkene 1]) als beherend vennoot en, in de regel, een natuurlijke persoon als commanditaire vennoot. Befra is met de eisers genoemd onder 10 en 91 in de bijlage bij de cassatiedagvaarding telkens twee commanditaire vennootschappen aangegaan. In enkele gevallen heeft Befra niet met natuurlijke personen, maar met besloten vennootschappen de commanditaire vennootschappen gesloten.

    (iv) In de overeenkomsten op grond waarvan de commanditaire vennootschappen zijn opgericht, is (steeds) bepaald dat de stille vennoot vermogensbestanddelen inbrengt terwijl hij voor deze inbreng een vordering op de vennootschap krijgt. Er is ook bepaald dat de stille vennoot via een privé-rekening voor zijn aandeel in de winst dan wel het verlies van de vennootschap zal worden gecrediteerd of gedebiteerd. Daarmee hebben de stille vennoten vermogensbestanddelen afgestaan aan 'hun' commanditaire vennootschap en het risico aanvaard dat zij bij een negatief bedrijfsresultaat nog aanvullend kapitaal zouden moeten verstrekken. In de overeenkomsten is steeds bepaald dat Befra voor haar optreden als beherend vennoot recht had op een vergoeding.

    (v) Befra had vanaf maart of april 1998 (op eigen naam) een betaalrekening bij de Rabobank. Tussen maart 1998 en eind 1999 zijn bij Rabobank voorts 64 betaalrekeningen en nog diverse beleggingsrekeningen ten name van de commanditaire vennootschappen geopend, waarbij Befra als beherend vennoot beschikkingsbevoegd was. De bij het aangaan van de commanditaire vennootschappen bepaalde inbreng van de stille vennoten werd, in elk geval tot eind 1998, geëffectueerd door overmaking van het bedrag van die inbreng op deze ten name van de commanditaire vennootschappen staande betaalrekeningen bij Rabobank, in een enkel geval door overboeking van een effectenportefeuille op de ten name van de commanditaire vennootschap staande effectenrekening bij Rabobank.

    (vi) Bij brief van 24 februari 2000 heeft Rabobank de relatie met Befra opgezegd.

    (vii) Op 31 maart 1999 heeft Befra met FBS een overeenkomst van vermogensbeheer gesloten, in verband waarmee bij FBS een betaal- en een effectenrekening ten name van Befra zijn geopend. Naar deze betaalrekening heeft Befra diverse bedragen doen overmaken die zijn aangewend voor de verwerving van effecten. Op 1 april 2000 had dit door FBS beheerde vermogen (geheel bestaande uit aandelen) een waarde van ongeveer twee en een half miljoen euro. Na medio april 2000 is aan het vermogensbeheer niet of nauwelijks meer uitvoering gegeven in verband met beslaglegging door enkele van de stille vennoten.

    (viii) Ook met [A] heeft Befra een overeenkomst van vermogensbeheer gesloten, ingaande 5 januari 2000, in verband waarmee een effectenrekening ten name van Befra is geopend. Vanaf de rekeningen van diverse commanditaire vennootschappen zijn bedragen naar deze effectenrekening ten name van Befra overgemaakt, tot in totaal ongeveer één miljoen gulden. Begin 1999 zijn bij [A] beleggingsrekeningen ten name van zes van de commanditaire vennootschappen geopend, enkele op verzoek van Befra, maar ook enkele op verzoek van de stille vennoot. Met deze rekeninghouders heeft [A] afzonderlijke overeenkomsten van vermogensbeheer gesloten. Het behaalde rendement is bijgeschreven op de rekeningen van de desbetreffende commanditaire vennootschappen. Op verzoek van de advocaat van FRA Vermogensadvies B.V. heeft [A] zowel de effectenrekening ten name van Befra als de effectenrekeningen ten name van de commanditaire vennootschappen in of omstreeks februari 2000 geblokkeerd.

    (ix) In de loop van het jaar 1999 is een geschil ontstaan tussen [betrokkene 1] en FRA Vermogensadvies B.V. Daarbij werd [betrokkene 1] verweten dat hij geen inzicht gaf in de stand van zaken bij Befra. In februari 2000 is [betrokkene 1] bij FRA Vermogensadvies B.V. ontslagen, en als voorzitter van Befra afgetreden. FRA Hold B.V. (een houdstermaatschappij 'boven' FRA Vermogensadvies B.V.) is opgetreden als nieuwe bestuurder van Befra, maar is niet erin geslaagd inzicht te krijgen in de vermogenspositie en de verplichtingen van Befra.

    (x) Op 2 augustus 2000 zijn de vennootschappen 'onder' FRA Hold B.V. in staat van faillissement komen te verkeren. Op aanvraag van de curator in dat faillissement is op 8 augustus 2000 ook Befra failliet verklaard.

    (xi) De (rechtspersonen van de) stille vennoten hebben in het faillissement van Befra vorderingen ingediend van in totaal ƒ 29.571.982,08. De curator heeft de vorderingen van (de rechtspersonen van) de stille vennoten (eisers in cassatie onder 2 tot en met 92 alsmede drie personen die niet meer in cassatie optreden) erkend, met inbegrip van een (fictief) rendement op hun inbreng in de commanditaire vennootschappen. Op die basis heeft de curator de stille vennoten bij wege van voorlopige uitdeling in totaal ƒ 19.527.472,62 uitgekeerd.

    (xii) Met het toezicht op de naleving van het bepaalde in en krachtens de Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Wte 1995) was belast de Stichting Toezicht Effectenverkeer (hierna: STE) , waarvan de naam op 1 maart 2002 is gewijzigd in Stichting Autoriteit Financiële Markten (hierna: AFM).

    (xiii) Bij brief van 16 oktober 1998 heeft de STE aan Befra meegedeeld dat zij als cliëntenremisier was ingeschreven in het in art. 21 Wte 1995 bedoelde register en ingevolge art. 10 Wte 1995 was vrijgesteld van het in art. 7 lid 1 Wte 1995 gestelde verbod om in of vanuit Nederland als cliëntenremisier diensten aan te bieden of te verlenen. In deze brief is voorts erop gewezen dat een cliëntenremisier zijn werkzaamheden dient te beperken tot het aanbrengen van cliënten bij - kort gezegd - een geregistreerde of van registratie vrijgestelde effecteninstelling, terwijl het bepaalde in art. 24 Besluit toezicht effectenverkeer 1995 dient te worden nageleefd.

    (xiv) Bij brief van 26 april 1999 heeft [betrokkene 1] namens Befra aan de STE doen weten "als beherende vennoot van diverse beleggingscommanditaire vennootschappen" een rekening bij FBS te hebben geopend.

    (xv) Daarop heeft de STE Befra bij brief van 21 juni 1999 doen weten dat haar registratie als cliëntenremisier was aangevuld. Daarbij verzocht de STE, voor zover zulks nog niet was geschied, een kopie over te leggen van de overeenkomst die Befra had gesloten met de effecten- of beleggingsinstellingen bij wie zij cliënten aanbracht.

    (xvi) Bij brief van 13 april 2000 heeft de STE Befra ("t.a.v. het bestuur") bericht dat zij "het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT