Hoger beroep van Court of Appeal of Leeuwarden (Netherlands), 29 de Marzo de 2011

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak29 de Marzo de 2011
Uitgevende instantie:Court of Appeal of Leeuwarden (Netherlands)

Arrest d.d. 29 maart 2011

Zaaknummer 200.022.688/01

HET GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN

Arrest van de eerste kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:

  1. [appellant 1],

    wonende te [woonplaats],

  2. [appellant 2],

    wonende te [woonplaats],

  3. [appellant 3],

    wonende te [woonplaats],

    appellanten,

    in eerste aanleg: gedaagden in conventie en eisers in voorwaardelijke reconventie,

    hierna gezamenlijk te noemen: [appellanten],

    advocaat: mr. S.G.M. van Veldhuizen, kantoorhoudende te Woerden,

    tegen

    Privateer Yachts B.V.,

    gevestigd te [plaats],

    geïntimeerde,

    in eerste aanleg: eiseres in conventie en verweerster in reconventie,

    hierna te noemen: Privateer Yachts,

    advocaat: mr. D. Kuijken, kantoorhoudende te Groningen.

    De inhoud van het tussenarrest d.d. 7 december 2010 wordt hier overgenomen.

    Het verdere procesverloop

    Ter voldoening aan genoemd arrest hebben [appellanten] een akte genomen en gevorderd:

    bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, het aangevallen vonnis te vernietigen, voor zover dat betrekking heeft op de afwijzing van de loonvordering van [appellanten] en Privateer Yachts te veroordelen tot:

    - betaling aan [appellant 1] van een bedrag aan loon van € 10.384,59 bruto;

    - betaling aan [appellant 2] van een bedrag aan loon van € 1.424,52 bruto;

    - betaling aan [appellant 3] van een bedrag aan loon van € 7.858,11 bruto;

    - betaling van de wettelijke verhoging ex art. 7: 625 BW van 50% aan respectievelijk [appellant 1], [appellant 2] en [appellant 3] over bovenstaande bedragen;

    - betaling van de wettelijke rente aan [appellant 1], [appellant 2] en [appellant 3] over de hiervoor gevorderde bedragen, vanaf de dag na de vervaldag van elk door Privateer Yachts verschuldigde betalingen tot de dag der algehele voldoening;

    - betaling van de proceskosten in beide instanties.

    Privateer Yachts heeft een antwoordakte genomen.

    Vervolgens hebben partijen de stukken wederom overgelegd voor het wijzen van arrest.

    De verdere beoordeling

  4. [appellant 1] en [appellant 3] hebben naar aanleidingen van de overweging van het hof in genoemd arrest van 7 december 2010 hun loonvorderingen verminderd.

    [appellanten] hebben daartoe onder meer gesteld dat de vordering van [appellant 3] betrekking heeft op de periode vanaf 17 februari 2003, dat deze vordering dus nog niet was verjaard en daarmee op het oorspronkelijke bedrag kan worden gehandhaafd.

  5. Privateer Yachts heeft in haar antwoordakte gesteld dat zij niet behoefde te verwachten dat het hof zo welwillend met de memorie van grieven zou omgaan als het hof heeft gedaan. Nu het hof in de memorie van grieven een verholen grief heeft gelezen, had Privateer Yachts in de gelegenheid moeten worden gesteld daarop te reageren. Het hof dient Privateer Yachts alsnog in de gelegenheid te stellen om op de wijze als bedoeld in art. 8 van de HISWA CAO (hierna: de CAO) aan te geven welke werkzaamheden [appellanten] verrichtten en op welke wijze inschaling had moeten plaats vinden. Privateer Yachts biedt aan deze beschrijving...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT