Hoger beroep van Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland), 12 de Abril de 2011

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak12 de Abril de 2011
Uitgevende instantie:Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)

GERECHTSHOF ‘s-HERTOGENBOSCH

Sector civiel recht

zaaknummer HD 200.044.334

arrest van de achtste kamer van 12 april 2011

in de zaak van

  1. RESTAURANT DE LINDEBOOM “NEW STYLE” V.O.F.,

    gevestigd te [vestigingsplaats] (L),

    en haar vennoten:

  2. [X.],

  3. [Y.],

    beiden wonende te [woonplaats],

    appellanten,

    advocaat: mr. A.V.M. van Dijk,

    tegen:

    [Z.],

    wonende te [woonplaats],

    geïntimeerde,

    advocaat: mr. M.M.J.P. Penners,

    op het bij exploot van dagvaarding van 22 september 2009 ingeleide hoger beroep van de door de rechtbank Maastricht, sector kanton, locatie Sittard-Geleen gewezen vonnissen van 9 juli 2008 en 1 juli 2009 tussen appellanten – tezamen in enkelvoud te noemen: De Lindeboom en de vennoten afzonderlijk te noemen [X.] resp. [Y.] - als opposanten, oorspronkelijk gedaagden en geïntimeerde - [Z.] - als geopposeerde, oorspronkelijk eiseres.

  4. Het geding in eerste aanleg (zaak/rolnr. 281833 CV EXPL 08/0447)

    Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormelde vonnissen, alsmede naar het vonnis van de rechtbank Maastricht, sector kanton, locatie Sittard-Geleen van 19 december 2007 (274674 CV EXPL 07-3461).

  5. Het geding in hoger beroep

    2.1. Bij memorie van grieven heeft De Lindeboom drie grieven aangevoerd en geconcludeerd tot vernietiging van de vonnissen waarvan beroep en, kort gezegd, tot verklaring van De Lindeboom tot goed opposant, tot ontheffing van De Lindeboom van de veroordeling uitgesproken bij het onder zaak/rolnr. 274674 CV EXPL 07-3461 gewezen vonnis van 19 december 2007 en tot ontzegging aan [Z.] van haar vorderingen met veroordeling van [Z.] in de proceskosten in beide instanties.

    2.2. Bij memorie van antwoord met producties heeft [Z.] de grieven bestreden.

    2.3. Partijen hebben daarna de gedingstukken in kopie overgelegd en uitspraak gevraagd.

  6. De gronden van het hoger beroep

    De grieven houden in dat de kantonrechter de in artikel 7:658 BW vervatte zorgplicht van de werkgever onjuist heeft uitgelegd, dat de kantonrechter ten onrechte is toegekomen aan het geven van de bewijsopdracht en dat de kantonrechter ten onrechte heeft geoordeeld dat De Lindeboom niet in het haar opgedragen bewijs is geslaagd.

  7. De beoordeling

    4.1. Het gaat in dit hoger beroep om het volgende.

    1. [Z.], geboren op [geboortedatum] 1944, is op 1 januari 2000 als interieurverzorgster in dienst getreden van (de rechtsvoorgangster van) De Lindeboom, die een restaurantbedrijf exploiteert.

    2. Op 30 mei 2006 is [Z.] bij de uitvoering van haar opgedragen werkzaamheden, het schoonmaken van de ramen in de wintertuin van het restaurant van De Lindeboom, van een huishoudtrap gevallen.

    3. Zij heeft door deze val zes ribben gebroken, waarvan drie ribben op twee plaatsen. Daarnaast heeft een rib haar long geperforeerd waardoor zij een klaplong (fladderthorax) kreeg. [Z.] is van 30 mei 2006 tot en met 8 juni 2006 opgenomen in het Academisch Ziekenhuis Maastricht, waarvan één dag op de intensive care. In het verslag van de afdeling radiologie van 7 december 2007 is vermeld: “status na uitgebreide fracturen van het thoraxskelet rechts met multipele, thans voor zover beoordeelbaar geconsolideerde ribfracturen.” (prod. 3 cva oppositie).

    4. Uit de gegevens van ArboNed (prod. 2 cva oppositie) blijkt, dat [Z.] op 29 februari 2008 nog ongeschikt was voor haar werk.

    5. De Arbeidsinspectie heeft een Ongevallenboeterapport opgemaakt op 13 juni 2007 (prod. 4 cva oppositie). Uit dit rapport blijkt dat het ongeval op 13 november 2006 door [Z.] bij de arbeidsinspectie is gemeld en dat de rapporteur op 17 november 2006 het restaurant van De Lindeboom aan de [vestigingsadres] te [vestigingsplaats] heeft bezocht. De rapporteur heeft daar een trap met vijf treden (inclusief het bovenste platform) van het merk KVS aangetroffen, waarop een veiligheidsinstructie stond afgebeeld.

      Als bevinding van de rapporteur staat vermeld: “Op dinsdag 30 mei 2006, omstreeks 8.30 uur, was mevrouw [Z.], interieurverzorgster in dienst van Restaurant De Lindeboom “New Style” te [vestigingsplaats], aan het werk in de binnentuin. Zij had de ramen al gelapt, maar zag nog vuil zitten in de hoek waar de palm stond. Om dit vuil weg te halen is zij volgens haar verklaring op het werkplatform gaan staan en heeft naar het vuil in de hoek gereikt. Tijdens dit reiken naar de hoek heeft zij onbalans in de trap gevoeld welke zij probeerde op te vangen, maar dit lukte haar niet en zij viel van de trap. Zij kwam daarbij met haar bovenlichaam terecht op een eettafel, die aan de voorzijde in de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT