Cassatie van Supreme Court (Netherlands), 22 de Abril de 2011
Datum uitspraak | 22 de Abril de 2011 |
Uitgevende instantie: | Supreme Court (Netherlands) |
22 april 2011
Eerste Kamer
10/01995
EV/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[De vrouw],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
[De man],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. J. van Duijvendijk-Brand.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de vrouw en de man.
-
Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
-
de beschikking in de zaak 62329/FA RK 08-448 van de rechtbank Middelburg van 17 september 2008;
-
de beschikking in de zaak 200.055.700/01 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 17 februari 2010.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
-
-
Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft de vrouw beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De man heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
-
Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
-
Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, F.B. Bakels en C.E. Drion, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 22 april 2011.
Rolnr. 10/01995
Mr M.H. Wissink
Parket: 4 februari 2011
conclusie inzake
[De vrouw]
tegen
[De man]
-
De vrouw heeft tijdig, met een op 17 mei 2010 bij de griffie van de Hoge Raad binnengekomen verzoekschrift, cassatieberoep ingesteld tegen de beschikking van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 17 februari 2010. Bij deze beschikking heeft het hof de beschikking van de rechtbank te Middelburg van 17 september 2008 bekrachtigd waar het betrof een tussen partijen ontstaan geschil over de uitleg van een bijzondere regeling in de huwelijkse voorwaarden over de echtelijke woning (artikel 10 van de huwelijkse voorwaarden).
-
De in cassatie van belang zijnde passage uit artikel 10 van de huwelijkse voorwaarden luidt:
"Indien het huwelijk na vijf jaar wordt ontbonden hetzij door echtscheiding, hetzij door overlijden van de man tijdens een echtscheidingsprocedure, zal...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT