Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank 's-Gravenhage, Roermond, 22 de Abril de 2011

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak22 de Abril de 2011
Uitgevende instantie:Roermond

RECHTBANK ’S-GRAVENHAGE

Zittingsplaats Roermond

Zaaknummer: AWB 10 / 44231

Uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser], eiser

(gemachtigde mr. M.R.F. Berte),

en

de minister voor Immigratie en Asiel, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 14 juli 2010 heeft verweerder geweigerd eiser een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd met als doel “beperking conform beschikking minister” te verlenen.

Bij besluit van 29 november 2010 heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 april 2011. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde mr. D.B. Deckers. Als tolk is verschenen G.A. Rodenrijs.

Overwegingen

  1. Eiser heeft op 13 november 2000 een aanvraag om toelating als vluchteling ingediend. Bij besluit van 22 oktober 2002 is deze aanvraag afgewezen en bij uitspraak van 14 juli 2003 heeft deze rechtbank het tegen dit besluit ingediende beroep met toepassing van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) ongegrond verklaard (AWB 02 / 87220). Het door eiser tegen deze uitspraak gedane verzet is bij uitspraak van 10 oktober 2003 ongegrond verklaard.

  2. Op 14 juli 2004 heeft eiser een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. Deze aanvraag is bij besluit van 17 juli 2004 afgewezen. Het hiertegen ingediende beroep is bij uitspraak van 4 augustus 2004 door deze rechtspraak, zittingsplaats Groningen, ongegrond verklaard (AWB 04 / 32427).

  3. Bij brief van 10 maart 2009 heeft eiser zich op het standpunt gesteld dat hij in aanmerking dient te komen voor een verblijfsvergunning op grond van de Regeling afwikkeling nalatenschap oude vreemdelingenwet (Ranov), zoals neergelegd in het Wijzigingsbesluit Vreemdelingencirculaire (WBV 2007/11), dan wel voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd met als doel “beperking conform beschikking minister”.

  4. Bij besluit van 14 juli 2010 heeft verweerder geweigerd eiser een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd met als doel “beperking conform beschikking minister” te verlenen, nu eiser niet in het bezit is van een geldige machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) en niet gebleken is dat hij onder één van de categorieën vrijgestelde vreemdelingen valt en zijn beroep op de zogenoemde hardheidsclausule faalt. Voor zover eiser heeft gesteld in aanmerking te komen voor de Ranov heeft verweerder gesteld dat de Ranov bij besluit van 19 december 2008 (WBV 2008/31) met ingang van 1 januari 2009 is beëindigd.

  5. Tegen het besluit van 14 juli 2010 heeft eiser bij schrijven van 14 juli 2010 bezwaar gemaakt. Bij besluit van 29 november 2010 heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard. Bij fax van 24 december 2010 heeft eiser tegen voormeld besluit van 29 november 2010 beroep ingesteld. Op 21 januari 2010 heeft eiser de gronden van beroep ingezonden. De rechtbank overweegt als volgt.

  6. Voor zover eiser heeft gesteld dat hij in aanmerking...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT