Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 4 de Mayo de 2011

Datum uitspraak 4 de Mayo de 2011
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

10/3120 WIA

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

U I T S P R A A K

op het hoger beroep van:

[Appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant),

tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage van 21 april 2010, 08/9232 (hierna: aangevallen uitspraak),

in het geding tussen:

appellant

en

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).

Datum uitspraak: 4 mei 2011

  1. PROCESVERLOOP

    Namens appellant heeft mr. L.B. de Jong, advocaat, hoger beroep ingesteld.

    Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend en een vraag van de Raad beantwoord.

    Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 maart 2011. Appellant is verschenen, bijgestaan door mr. De Jong. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door M.L. Turnhout.

  2. OVERWEGINGEN

    1.1. Appellant ontving op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) een loongerelateerde uitkering in verband met werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA-uitkering).

    1.2. Bij besluit van 6 maart 2008 heeft het Uwv de WGA-uitkering van appellant met ingang van 29 maart 2009 ingetrokken, omdat de mate van zijn arbeidsongeschiktheid minder dan 35% bedraagt. Bij besluit van eveneens 6 maart 2008 heeft het Uwv appellant een re-integratievisie toegezonden. Het bezwaar tegen deze besluiten is bij besluit van

    12 november 2008 (besluit I) ongegrond verklaard.

    1.3. Bij brief van 3 juli 2009 heeft het Uwv de rechtbank meegedeeld dat aan besluit I geen actueel sociaal medisch oordeel ten grondslag ligt en dat nieuwe onderzoeken door de bezwaarverzekeringsarts en de bezwaararbeidsdeskundige zullen volgen.

    1.4. Naar aanleiding van de resultaten van deze onderzoeken heeft het Uwv zijn standpunt gewijzigd. Bij besluit van 25 september 2009 (besluit II) is het bezwaar van appellant alsnog gegrond verklaard en is aan hem met ingang van 29 maart 2009 een WGA-vervolguitkering toegekend, berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 45-55%. Het Uwv heeft ter zitting bij de rechtbank besluit I ingetrokken.

    1. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen besluit II ongegrond verklaard. In de omstandigheid dat het Uwv besluit I heeft ingetrokken zag de rechtbank aanleiding het Uwv te veroordelen in de proceskosten en te bepalen dat het Uwv aan appellant het door hem betaalde griffierecht vergoedt.

    2. Het hoger beroep van appellant is alleen gericht tegen de ongegrondverklaring van zijn beroep tegen besluit II. Appellant heeft zijn...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT