Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Rotterdam, 18 de Mayo de 2011

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak18 de Mayo de 2011
Uitgevende instantie:Rechtbank Rotterdam

RECHTBANK ROTTERDAM

Sector civiel recht

Zaak-/rolnummers: 293389 / HA ZA 07-2544

294484 / HA ZA 07-2685

294482 / HA ZA 07-2684

294476 / HA ZA 07-2680

294478 / HA ZA 07-2681

294475 / HA ZA 07-2679

Uitspraak: 18 mei 2011

VONNIS van de enkelvoudige kamer in de zaken van:

[opposant],

wonende te [woonplaats],

opposant,

gedaagde in voorwaardelijke reconventie,

advocaat mr. E.J. Eijsberg,

- tegen -

de openbare rechtspersoon DE GEMEENTE ROTTERDAM,

zetelend te Rotterdam,

geopposeerde,

eiseres in voorwaardelijke reconventie

advocaat mr. R.W. van Harmelen,

en

[opposant1],

wonende te [woonplaats],

opposant,

gedaagde in voorwaardelijke reconventie,

advocaat mr. E.J. Eijsberg,

- tegen -

de openbare rechtspersoon DE GEMEENTE ROTTERDAM,

zetelend te Rotterdam,

geopposeerde,

eiseres in voorwaardelijke reconventie,

procureur mr. R.W. van Harmelen,

en

  1. [opposant2]

  2. [opposant3],

    beiden wonende te [woonplaats],

    opposanten,

    gedaagden in voorwaardelijke reconventie,

    advocaat mr. E.J. Eijsberg,

    - tegen -

    de openbare rechtspersoon DE GEMEENTE ROTTERDAM,

    zetelend te Rotterdam,

    geopposeerde,

    eiseres in voorwaardelijke reconventie,

    advocaat mr. R.W. van Harmelen,

    en

  3. [opposant4]

  4. [opposant5],

    beiden wonende te [woonplaats],

    opposanten,

    gedaagden in voorwaardelijke reconventie,

    advocaat mr. E.J. Eijsberg,

    - tegen -

    de openbare rechtspersoon DE GEMEENTE ROTTERDAM,

    zetelend te Rotterdam,

    geopposeerde,

    eiseres in voorwaardelijke reconventie,

    advocaat mr. R.W. van Harmelen,

    en

    [opposant6],

    wonende te [woonplaats],

    opposant,

    gedaagde in voorwaardelijke reconventie,

    advocaat mr. E.J. Eijsberg,

    - tegen -

    de openbare rechtspersoon DE GEMEENTE ROTTERDAM,

    zetelend te Rotterdam,

    geopposeerde,

    eiseres in voorwaardelijke reconventie,

    advocaat mr. R.W. van Harmelen,

    en

  5. [opposant7],

  6. [opposant8],

    beiden wonende te [woonplaats],

    opposanten,

    gedaagden in voorwaardelijke reconventie,

    advocaat mr. E.J. Eijsberg,

    - tegen -

    de openbare rechtspersoon DE GEMEENTE ROTTERDAM,

    zetelend te Rotterdam,

    geopposeerde,

    eiseres in voorwaardelijke reconventie,

    advocaat mr. R.W. van Harmelen.

    Partijen zullen hierna worden aangeduid als “opposanten” respectievelijk “de gemeente”. Opposanten zullen waar nodig afzonderlijk worden aangeduid met hun achternamen.

    1 Het verloop van het geding

    1.1 De rechtbank constateert dat aan de zijde van opposanten kennelijk een vergissing is opgetreden ten aanzien van de nummering van de producties, in die zin dat er geen producties genummerd 24 tot en met 27 zijn overgelegd terwijl er meerdere niet identieke producties zijn overgelegd onder de nummers 29, 30 en 31. Daarom zal de rechtbank hieronder waar nodig aangeven welke genummerde producties zijn overgelegd en met welk processtuk dit is geschied.

    1.2 De rechtbank heeft in alle zaken kennis genomen van de volgende stukken:

    - verzetdagvaardingen van 13 september 2007 (in de zaak met zaak-rolnummer 293389 / HA ZA 07-2544) en 14 september 2009 (in de overige zaken) en de door opposanten overgelegde producties 1 tot en met 23;

    - conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie, met producties 1 tot en met 15;

    - tussenvonnis van deze rechtbank van 28 mei 2008, waarbij de onderhavige zaken zijn gevoegd;

    - tussenvonnis van deze rechtbank d.d. 24 december 2008 waarbij een comparitie van partijen is gelast;

    - proces-verbaal van de comparitie van partijen, gehouden op 23 april 2009

    - de ter gelegenheid van de comparitie door opposanten overgelegde producties 29 t/m 38;

    - de door de gemeente bij brief van 9 maart 2009 overgelegde productie;

    - de conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie, met daarbij één productie genummerd 28;

    - de conclusie van repliek in conventie, tevens houdende conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie, met daarbij twee producties genummerd 29 en 30;

    - de conclusie van dupliek in conventie, tevens conclusie van repliek in voorwaardelijke reconventie tevens houdende producties;

    - conclusie van dupliek in voorwaardelijke reconventie, met één productie genummerd 31;

    - pleitnotities van de zijde van de gemeente, met één productie;

    - pleitnotities van de zijde van opposanten;

    - schriftelijke reactie van de zijde van de gemeente;

    - antwoord pleitnota aan de zijde van opposanten.

    2 De feiten

    Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet ook op de inhoud van de in zoverre niet betwiste inhoud van de n het geding gebrachte producties, staat tussen partijen - voor zover van belang - het volgende vast:

    2.1 Opposanten zijn leden van de Vereniging van Eigenaars [adres1], [adres2] en [adres3] (hierna: de VVE). De respectievelijke aandelen in de VVE bedragen:

    - voor opposant [opposant]: 2/32

    - voor opposant [opposant1]: 1/32

    - voor opposanten [opposant2] en [opposant3]: 2/32

    - voor opposanten [opposant4] en [opposant5]: 2/32

    - voor opposant [opposant6]: 1/32

    - voor opposanten [opposant7] en [opposant8]: 2/32.

    2.2 Bij besluit van 10 januari 2001 (hierna: het aanschrijvingsbesluit) heeft de gemeente de VVE aangeschreven om binnen 6 weken na dagtekening van het besluit de in de bijbehorende voorzieningenlijst vermelde (herstel)werkzaamheden te (laten) verrichten aan de panden [adres1], [adres2] en [adres3], bij gebreke waarvan de (herstel)werkzaamheden van gemeentewege op kosten van de VVE of haar rechtsopvolger(s) worden uitgevoerd.

    2.3 Tevens bij besluit van 10 januari 2001 heeft de gemeente [opposant] aangeschreven om binnen 6 weken na dagtekening van het besluit de in de bijbehorende voorzieningenlijst vermelde (herstel)werkzaamheden te (laten) verrichten aan het appartement [adres4], bij gebreke waarvan de (herstel)werkzaamheden van gemeentewege op kosten van [opposant] zullen worden uitgevoerd. Tegen dit besluit is geen bezwaar gemaakt.

    2.4 Tegen het aanschrijvingsbesluit als genoemd onder 2.2 is bij brief van 12 februari 2001 namens de VVE bezwaar gemaakt. Bij beslissing op bezwaar van 2 november 2001 heeft de gemeente de bezwaren deels gegrond verklaard en het besluit voor het overige in stand gelaten. De gedeeltelijke gegrondverklaring ziet op een aantal vervallen onderdelen van de twee gebrekenlijsten en bijbehorende voorzieningenlijsten (met de respectievelijke nummers 20000792 en 20000674) zoals opgenomen in het advies van de Commissie bezwaar en beroep (pagina 4 en 5), en op een aanvulling van de motivering. Tegen de hiervoor genoemde beslissing op bezwaar zijn geen rechtsmiddelen ingesteld.

    2.5 Bij brief van 12 maart 2002 aan de VVE heeft de gemeente meegedeeld dat door medewerkers van de afdeling Woningtoezicht is geconstateerd dat niet is voldaan aan het aanschrijvingsbesluit. Daarbij is aangekondigd dat de werkzaamheden door de gemeente zouden worden uitgevoerd. Ook aan [opposant] persoonlijk is op gelijke datum terzake van het aanschrijvingsbesluit als genoemd onder 2.3 een identieke brief verzonden.

    2.6 Op 13 april 2002 is Bouw- en Onderhoudsbedrijf Dickhoff-Spindler (hierna: Dickhoff-Spindler) begonnen met de uitvoering van de werkzaamheden inzake het VVE-gedeelte. De werkzaamheden aan het appartement van [opposant] zijn uitgevoerd op 2 april 2002.

    2.7 Bij brief van 10 oktober 2003 zijn opposanten verzocht hun VVE-deel van de door de gemeente gemaakte kosten in verband met de uitgevoerde werkzaamheden te betalen, een en ander vermeerderd met 15% beheerskosten. Bij deze brief was een factuur gevoegd, die achteraf onjuist bleek te zijn samengesteld, hetgeen de gemeente bij creditnota’s heeft hersteld.

    2.8 Eveneens bij brief van 10 oktober 2003 is [opposant] aangeschreven terzake van de gemaakte kosten voor de werkzaamheden aan het appartement [adres4], vermeerderd met 15% beheerskosten. Bij deze brief was een factuur gevoegd, die achteraf onjuist bleek te zijn samengesteld, hetgeen de gemeente bij creditnota heeft hersteld.

    2.9 In afwachting van de uitkomst van een aan de onderhavige zaak verwante juridische procedure bij de rechtbank Rotterdam, heeft de gemeente het incassotraject tijdelijk stilgezet. Dit is aan opposanten medegedeeld bij brieven van 9 en 11 augustus 2005. Bij brief van 28 maart 2007 heeft de gemeente medegedeeld dat de incassoacties weer zullen worden hervat. De gemeente heeft vervolgens diverse aanmaningen gestuurd waarop geen betaling is gevolgd.

    2.10 Jegens opposanten zijn op 3 juli 2007 overeenkomstig de respectievelijke VVE-aandelen dwangbevelen uitgevaardigd terzake van de kosten van de uitgevoerde werkzaamheden aan het VVE-gedeelte. Op dezelfde datum is jegens [opposant] een tweede dwangbevel uitgevaardigd terzake van de kosten in verband met de onder 2.3 bedoelde werkzaamheden ad € 3.245,84 (exclusief rente en invorderingskosten). Alle dwangbevelen zijn aan opposanten betekend op 8 augustus 2007.

    3 De vorderingen in oppositie

    De vorderingen in oppositie luiden - verkort weergegeven - om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad opposanten tot goed opposant te verklaren terzake de dwangbevelen en deze buiten effect te stellen en het verhaal te verbieden, met veroordeling van de gemeente in de buitengerechtelijke kosten en de kosten van het geding.

    Tegen de achtergrond van de vaststaande feiten hebben opposanten aan hun vorderingen de volgende stellingen ten grondslag gelegd.

    3.1 De dwangbevelen bevatten geen grondslag, althans daarin is niet aangegeven welk wettelijk voorschrift is overtreden. Daarbij zijn de in het dwangbevel gepresenteerde kosten niet behoorlijk en inzichtelijk gespecificeerd.

    3.2 De gemeente heeft onzorgvuldig en in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur - en daarmee onrechtmatig - gehandeld jegens opposanten. Er dient daarom een uitzondering gemaakt te worden op het beginsel van formele rechtskracht.

    3.2.1 Opposanten hebben diverse malen verzocht om inzage in de door de gemeente opgevraagde offertes, welke verzoeken tevens een verzoek om een lonendheidsberekening betroffen. De gemeente heeft pas anderhalf jaar nadat de werkzaamheden waren uitgevoerd inzicht verschaft in de gemaakte kosten en heeft nooit een...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT