Hoger beroep van Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland), 8 de Junio de 2011

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 8 de Junio de 2011
Uitgevende instantie:Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)

GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH

Sector civiel recht

Uitspraak: 8 juni 2011

Zaaknummer: HV 200.079.191/01

Zaaknummer eerste aanleg: 98167 / FA RK 09-1750

in de zaak in hoger beroep van:

[X.],

wonende te [woonplaats],

appellante,

hierna te noemen: de vrouw,

advocaat: mr. N.H.J. van der Pluijm,

tegen

[Y.],

wonende te [woonplaats],

verweerder,

hierna te noemen: de man,

advocaat: mr. M. de Bluts.

  1. Het geding in eerste aanleg

    Het hof verwijst naar de beschikking van de rechtbank Roermond van 22 september 2010.

  2. Het geding in hoger beroep

    2.1. Bij beroepschrift met producties, ingekomen ter griffie op 17 december 2010, heeft de vrouw verzocht voormelde beschikking voor wat betreft de wijziging van het echtscheidingsconvenant/ouderschapsplan tussen partijen van 6 december 2005, in die zin, dat de man ten behoeve van de verzorging en opvoeding van de minderjarige kinderen van partijen aan de vrouw zal hebben te betalen een bedrag van € 350,-- per maand per kind te vernietigen als onjuist en ongegrond en, opnieuw rechtdoende, onder verbetering van de gronden en te bepalen dat de man dient bij te dragen in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige kinderen van partijen met ingang van 1 januari 2010 met een bedrag van € 523,-- per kind per maand, althans met een bedrag en met ingang van een datum, zoals het hof juist acht.

    2.2. Bij verweerschrift, ingekomen ter griffie op 1 februari 2011, heeft de man verzocht, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de vrouw in haar hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren dan wel het hoger beroep van de vrouw af te wijzen, althans zodanige voorzieningen te treffen, daarbij alle omstandigheden in aanmerking nemende, zoals het hof juist acht.

    2.3. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 20 april 2011. Bij die gelegenheid zijn gehoord:

    - de vrouw, bijgestaan door mr. Van der Pluijm;

    - de man, bijgestaan door mr. De Bluts.

    2.4. Het hof heeft voorts kennisgenomen van de inhoud van:

    - het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg d.d. 29 april 2010;

    - productie 13 van de advocaat van de vrouw, ingekomen ter griffie op 24 februari 2011.

  3. De beoordeling

    3.1. Partijen zijn op 14 augustus 2001 te Leiderdorp gehuwd.

    Uit het huwelijk van partijen zijn geboren:

    - [zoon] (hierna: [A.]), op [geboortedatum] 2001 te [geboorteplaats];

    - [dochter] (hierna: [B.]), op [geboortedatum] 2003 te [geboorteplaats].

    [A.] en [B.] hebben het hoofdverblijf bij de vrouw.

    3.2. Partijen hebben op 21 december 2005 het huwelijk omgezet in een geregistreerd partnerschap en dit geregistreerd partnerschap vervolgens met wederzijds goedvinden laten ontbinden.

    Ten aanzien van de gevolgen van de ontbinding van het geregistreerd partnerschap hebben partijen op 6 december 2005 een echtscheidingsconvenant/ouderschapsplan opgesteld.

    Voor wat betreft de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [A.] en [B.] zijn partijen overeengekomen dat de man met ingang van 1 december 2005 een bedrag van € 225,-- per kind per maand betaalt, te vermeerderen met de jaarlijkse wettelijke indexering met ingang van 1 januari 2007.

    3.3. Bij de bestreden beschikking heeft de rechtbank, voor zover thans van belang, het echtscheidingsconvenant/ouderschapsplan tussen partijen d.d. 6 december 2005 gewijzigd, in die zin, dat de man met ingang van 1 januari 2010 als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [A.] en [B.] moet voldoen een bedrag van € 350,-- per kind per maand.

    3.4. De vrouw kan zich met deze beslissing niet verenigen en zij is hiervan in hoger beroep gekomen.

    3.5. De grieven van de vrouw richten zich tegen de overwegingen van de rechtbank met betrekking tot de draagkracht van de man en lenen zich voor een gezamenlijke bespreking.

    Ingangsdatum wijziging

    3.6. De ingangsdatum van de wijziging van de eerder tussen partijen overeengekomen onderhoudsbijdrage, zijnde 1 januari 2010, is tussen partijen niet in geschil, zodat ook het hof die datum als uitgangspunt zal nemen.

    Behoefte kinderen

    3.7. De door de rechtbank vastgestelde behoefte van [A.] en [B.] ad € 523,-- per kind per maand is in hoger beroep niet in geschil, zodat deze vast staat.

    Wijziging verzoek eerste aanleg

    3.8...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT