Hoger beroep van Court of Appeal of Arnhem (Netherlands), 5 de Julio de 2011

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 5 de Julio de 2011
Uitgevende instantie:Court of Appeal of Arnhem (Netherlands)

GERECHTSHOF ARNHEM

Sector belastingrecht

nummer 11/00132

uitspraakdatum: 5 juli 2011

Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

de inspecteur van de Belastingdienst/P (hierna: de Inspecteur)

tegen de uitspraak van de rechtbank Breda van 2 januari 2008, nr. AWB 07/2735, in het geding tussen de Inspecteur

en

X V.O.F. te Z (hierna: belanghebbende).

  1. Ontstaan en loop van het geding

    1.1. Aan belanghebbende is op 2 mei 2006 een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (hierna: BPM) opgelegd van in totaal € 13.109. Deze naheffingsaanslag is opgelegd over de tijdvakken 27 augustus 2001 tot en met 26 augustus 2002 (voor kenteken 00-AA-BB) respectievelijk 29 augustus 2001 tot en met 1 oktober 2003 (voor kenteken AA-BB-00) respectievelijk 19 juni 2003 tot en met 18 juni 2004 (voor kenteken 00-CC-DD). Aan heffingsrente is daarbij een bedrag van € 1.249 berekend.

    1.2. De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar van 2 juli 2007 de naheffingsaanslag en de beschikking heffingsrente gehandhaafd.

    1.3. Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen. De rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) heeft het beroep bij uitspraak van 2 januari 2008 gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar vernietigd en de naheffingsaanslag verminderd tot € 1.326.

    1.4. De Inspecteur heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. Belanghebbende heeft incidenteel hoger beroep ingesteld. Het gerechtshof te ’s Hertogenbosch heeft bij uitspraak van 20 mei 2009, nr. 08/00090, LJN BJ1410, het hoger beroep en het incidenteel hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de Rechtbank bevestigd.

    1.5. De staatssecretaris van Financiën heeft tegen die uitspraak beroep in cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft bij arrest van 25 februari 2011, nr. 09/02514, LJN BN8042 (hierna: het arrest), het beroep in cassatie gegrond verklaard, de uitspraak van het gerechtshof te ’s Hertogenbosch vernietigd en het geding verwezen naar het gerechtshof te Arnhem (hierna: het Hof) ter verdere behandeling en beslissing van de zaak met inachtneming van het arrest.

    1.6. Belanghebbende heeft, daartoe door het Hof in de gelegenheid gesteld, naar aanleiding van het arrest een conclusie na verwijzing ingediend. De Inspecteur heeft, daartoe door het Hof in de gelegenheid gesteld, op de inhoud van die conclusie gereageerd.

    1.7. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 8 juni 2011 te Arnhem. Belanghebbende is vertegenwoordigd door A. De Inspecteur is eveneens verschenen.

    1.8. Belanghebbende heeft ter zitting een pleitnota voorgedragen en overgelegd. De inhoud van deze pleitnota is in deze uitspraak ingelast.

    1.9. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

  2. Feiten

    2.1. Belanghebbende, wier vennoten zijn A en B, exploiteerde een taxionderneming. Bij de uitoefening van het bedrijf heeft zij in de jaren 2001 tot en met 2004 onder meer gebruik gemaakt van twee personenauto’s waarvan het kenteken (00-AA-BB respectievelijk 00-CC-DD) op haar naam was gesteld. In verband met het gebruik als taxi binnen haar onderneming heeft belanghebbende voor beide auto’s verzocht om teruggaaf van BPM. De Inspecteur heeft teruggaaf van BPM verleend.

    2.2. De Belastingdienst heeft op 17 september 2001 bij belanghebbende een bedrijfsbezoek afgelegd met als doel het verstrekken van inlichtingen over fiscale regelgeving en het wijzen op de administratieve verplichtingen overeenkomstig de eisen van het bedrijf. In het 18 september 2001 gedagtekende rapport van het bedrijfsbezoek wordt als reikwijdte van het onderzoek omschreven: ‘Algemene risico’s: - IB, OB - Beoordelen Ondernemerschap 2001 - IB - Zelfstandigenaftrek 2001 - Start - Administratie - Start - Voorlichting’.

    2.3. Bij een boekenonderzoek in 2004 door de Belastingdienst bij belanghebbende is komen vast te staan dat elk van de hiervoor in 2.1 genoemde auto’s één keer door de beide vennoten is gebruikt voor gezamenlijk vervoer met twee familieleden van Nederland naar...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT