Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Amsterdam, 15 de Abril de 2011
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 15 de Abril de 2011 |
Uitgevende instantie: | Rechtbank Amsterdam |
RECHTBANK AMSTERDAM,
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Parketnummer: 13.706986-10
RK nummer: 11/1271
Datum uitspraak: 15 april 2011
UITSPRAAK
op de vordering ex artikel 23 van de Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank. Deze vordering dateert van 25 februari 2011 en strekt onder meer tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB), uitgevaardigd op 15 juli 2010 door de Substituut-procureur des Konings, België. Dit bevel betreft de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon],
geboren te [geboorteplaats] op [1984],
wonende op het adres [adres] [woonplaats],
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting “Haarlem” te Haarlem.
hierna te noemen de opgeëiste persoon.
-
Procesgang
De vordering is behandeld op de openbare zitting van 1 april 2011. Daarbij zijn de officier van justitie, de opgeëiste persoon en zijn raadsvrouw, mr. N.H. Fridsma, advocaat te Beverwijk, gehoord.
-
Grondslag en inhoud van het EAB
Aan het EAB ligt een vonnis van de Correctionele rechtbank te Antwerpen van 17 mei 2010 ten grondslag.
Bij dit vonnis is aan de opgeëiste persoon een vrijheidsstraf van 2 jaren opgelegd.
Het EAB houdt, gelet op het hieronder, onder punt 5 overwogene, het verzoek in om overlevering ten behoeve van een door de justitiële autoriteiten van de uitvaardigende lidstaat ingesteld strafrechtelijk onderzoek. Dit onderzoek betreft het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schul¬dig heeft gemaakt aan naar het recht van België strafbare feiten.
Deze feiten zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB, alsmede in de brief van de Procureur des Konings van het parket te Antwerpen van 3 maart 2011, waarvan door de griffier gewaarmerkte fotokopieën als bijlagen aan deze uitspraak zijn gehecht.
-
Identiteit van de opgeëiste persoon
De opgeëiste persoon heeft ter zitting verklaard dat de bovenvermelde personalia juist zijn en dat hij de Nederlandse nationaliteit heeft.
-
Strafbaarheid en artikel 2 OLW
Feiten vermeld op bijlage 1 bij de OLW
De uitvaardigende justitiële autoriteit heeft de feiten aangeduid als feiten waarvoor het vereiste van toetsing van dubbele strafbaarheid niet geldt en daarbij in onderdeel e) de lijstfeiten Deelneming aan een criminele organisatie en Informatiecriminaliteit aangekruist.
Het openbaar ministerie heeft de uitvaardigende autoriteit op 23 februari 2011 om nadere informatie verzocht ten aanzien van het aangekruiste lijstfeit Deelneming aan een criminele organisatie en de betrokkenheid van de opgeëiste persoon.
Bij brief van 3 maart 2011 heeft de Procureur des Konings te Antwerpen het volgende meegedeeld:
Dit dossier betreft betalingen met valse kredietkaarten en pogingen daartoe. [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] werden in het bezit gevonden van 12 valse kaarten, waarvan er 6 gebruikt waren voor frauduleuze betalingen en pogingen. Ze werden aangezocht aankopen te doen met deze kaarten en telkens als er 1 niet meer werkte de volgende te proberen. Ze werden daarbij letterlijk begeleid en aan de winkels opgewacht door 2 personen die een stap hoger in de organisatie staan en die dus duidelijk de feiten medeplegen en waarmee zij ook samen op hotel verbleven. Deze 2 mannen waarvan een geïdentificeerd werd als [opgeëiste persoon] gaven hun de opdrachten. [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] wensten geen informatie te geven over [opgeëiste persoon].
De...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT