Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank 's-Gravenhage, 4 de Agosto de 2011

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 4 de Agosto de 2011
Uitgevende instantie:Rechtbank 's-Gravenhage

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE

Sector Strafrecht

Meervoudige strafkamer

Parketnummers 09/753748-08 en 09/535612-08 (t.t.z. gev.)

Datum uitspraak: 4 augustus 2011

Tegenspraak

(Promis)

De rechtbank 's-Gravenhage heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1979,

adres: [adres].

  1. Het onderzoek en verhandelde ter terechtzitting

    Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 19 mei 2011 en 21 juli 2011.

    De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. S.M. van der Kallen en van hetgeen door de raadsvrouw van verdachte mr. J.I. Echteld, advocaat te Gouda, en door de verdachte naar voren is gebracht.

    Namens de benadeelde partij, [aangeefster], heeft mr. G.C. Blom, advocaat te Nieuwerkerk aan den IJssel de vordering toegelicht.

    1.1 Preliminair verweer van de raadsvrouw

    De raadsvrouw heeft verzocht het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk te verklaren in de vervolging in de zaak met parketnummer 09/435612-08, omdat zou zijn gehandeld in strijd met de fundamentele beginselen van een goede procesorde en/of de bepalingen zoals neergelegd Kaderbesluit betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten (hierna: Kaderbesluit). De raadsvrouw voert daartoe - kort samengevat - aan dat aan de procedure tot het verkrijgen van aanvullende toestemming gebreken kleven en dat de daaruit volgende beschikking van de Spaanse overheid op onjuiste gronden is verleend. Tevens stelt zij zich op het standpunt dat het ne bis in idem-beginsel in de weg staat aan de vervolging, aangezien verdachte eerder voor hetzelfde feit van zijn vrijheid zou zijn beroofd. Subsidiair voert zij aan dat, nu in de beschikking ten aanzien van de aanvullende toestemming van de Spaanse strafkamer uitsluitend wordt gerefereerd aan de verkrachting, verdachte niet kan worden vervolgd voor de eenvoudige mishandeling.

    1.2 De feiten

    Op 5 september 2008 is jegens verdachte een Europees aanhoudingsbevel uitgevaardigd op verdenking van wederrechtelijke vrijheidsberoving, waarna verdachte op 8 september 2008 in Spanje is aangehouden. De Spaanse autoriteiten hebben op 16 september 2008 ingestemd met de overlevering aan Nederland. Verdachte heeft daarbij geen afstand gedaan van het specialiteitsbeginsel als bedoeld in artikel 27, tweede lid van het Kaderbesluit. Op 23 september 2008 is verdachte aan Nederland overgeleverd. Hij is op 26 september 2008 in bewaring gesteld, waarna de voorlopige hechtenis op 8 oktober 2008 is opgeheven bij gebrek aan ernstige bezwaren ter zake van het feit waarvoor hij is overgeleverd (de wederrechtelijke vrijheidsberoving).

    Op 3 november 2008 is verdachte opnieuw aangehouden, ditmaal op verdenking van verkrachting en mishandeling. Voor deze feiten is verdachte op 6 november 2008 in bewaring gesteld. Op 14 november 2008 heeft het Openbaar Ministerie de Spaanse autoriteiten verzocht om verdachte te mogen vervolgen voor verkrachting en mishandeling. Op 4 december 2008 heeft de raadkamer bij deze rechtbank de voorlopige hechtenis opgeheven en verdachte onmiddellijk in vrijheid gesteld, oordelende dat het Openbaar Ministerie nog geen vervolgingsrecht toekomt ter zake van de feiten waarvoor niet is overgeleverd (de verkrachting en de mishandeling).1

    Op 24 maart 2009 is verdachte door de rechter-commissaris gehoord in het kader van de overlevering. Verdachte heeft desgevraagd opnieuw aangegeven geen afstand te willen doen van het specialiteitsbeginsel. Ter verkrijging van de aanvullende toetstemming is op 31 maart 2010 een nieuw Europees aanhoudingsbevel uitgebracht. In dit arrestatiebevel zijn de wederrechtelijke vrijheidsberoving en verkrachting aangekruist als lijstfeiten. De mishandeling wordt afzonderlijk genoemd. Bij beschikking van 9 juni 2010 hebben de Spaanse autoriteiten het verzoek tot aanvulling van de overlevering onder verwijzing naar het arrestatiebevel van 31 maart 2010 ingewilligd.

    1.3 Geldend recht

    Het specialiteitsbeginsel zoals neergelegd in artikel 27 tweede lid van het Kaderbesluit in beginsel staat in beginsel in de weg aan de vervolging, berechting of vrijheidsberoving van overgeleverde personen voor andere feiten (begaan vóór de overlevering) dan waarvoor de overlevering is toegestaan. Op het uitgangspunt dat alleen kan worden vervolgd voor feiten welke in het Europees arrestatiebevel worden beschreven, wordt in het eerste lid van artikel 27 van het Kaderbesluit een uitzondering geformuleerd voor het geval waarin van de overleverende autoriteit aanvullende toestemming is verkregen. Het specialiteitsbeginsel is op grond van het derde lid onder a van artikel 27 Kaderbesluit echter niet van toepassing indien 'de gezochte persoon, hoewel hij daartoe de mogelijkheid had, niet binnen 45 dagen na zijn definitieve invrijheidstelling het grondgebied van de lidstaat waaraan hij was overgeleverd, heeft verlaten, of indien hij na dit gebied verlaten te hebben daarnaar is teruggekeerd'. Eenzelfde bepaling treft men aan in artikel 14, eerste lid, sub a van de Overleveringswet, waarbij het de overlevering van burgers door Nederland aan de buitenlandse autoriteiten betreft.

    1.4 Het oordeel van de rechtbank

    Op grond van bovenstaande bepalingen concludeert de rechtbank dat het specialiteitsbeginsel wordt doorbroken nadat verdachte 45 dagen vrijwillig en in vrijheid op Nederlands grondgebied heeft doorgebracht. Het verstrijken van deze termijn doet het vervolgingsrecht van het Openbaar Ministerie ten aanzien van feiten begaan vóór de overlevering in volle omvang herleven. In de onderhavige zaak is verdachte op 8 oktober 2008 in vrijheid gesteld bij gebrek aan ernstige bezwaren voor het feit waarvoor overlevering is toegestaan en op 3 november 2008 opnieuw van zijn vrijheidberoofd ter zake van nieuwe feiten. Op dat moment was de termijn van 45 dagen nog niet verstreken en heeft de raadkamer van deze rechtbank geoordeeld dat het Openbaar Ministerie nog niet ontvankelijk was ten aanzien van de mishandeling en de verkrachting. Verdachte heeft derhalve enkele weken onrechtmatig in detentie doorgebracht. Doordat verdachte echter ook nadien in Nederland is gebleven, is de termijn van 45 dagen alsnog verstreken. De rechtbank concludeert dan ook dat op 31 maart 2010 ten overvloede door het Openbaar Ministerie om aanvullende toestemming bij de Spaanse autoriteiten is gevraagd. Het uit het specialiteitsbeginsel voortvloeiende vervolgingsbeletsel was toen immers niet meer van kracht. Eventuele gebreken aangaande deze procedure voor het verlenen van aanvullende toestemming doen naar het oordeel van de rechtbank dan ook geen afbreuk aan ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie ten aanzien van de tenlastegelegde verkrachting en mishandeling in de zaak met parketnummer 09/435612-08.

    Ten overvloede overweegt de rechtbank dat ook indien men er vanuit gaat dat wel aanvullende toestemming van de Spaanse autoriteiten had moeten worden verkregen, dit niet hoeft te leiden tot partiële niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie ten aanzien van de mishandeling, zoals de raadsvrouw heeft gesteld. Het feit dat de mishandeling niet uitdrukkelijk is genoemd in de beschikking van de Spaanse strafkamer, staat aan de ontvankelijkheid ter zake van dit feit niet in de weg. De Hoge Raad heeft immers in zijn arrest van 27 november 2007 (LJN BB3994) bepaald dat de rechter het aanhoudingsbevel bij de uitleg van de beslissing van de overleverende autoriteit mag betrekken. Toestemming gegeven door het overleverende land geldt ten aanzien van alle in het verzoek opgenomen misdrijven, waarbij niet relevant is of de overleverende staat deze misdrijven in de toestemming al dan niet uitdrukkelijk vermeldt. Nu in de toewijzing van de aanvulling op de overlevering expliciet wordt verwezen naar het arrestatiebevel van 31 maart 2010 en daarbij geen voorbehoud wordt gemaakt, komt de rechtbank tot het oordeel dat de overlevering van verdachte door de Spaanse rechter is ingewilligd ten aanzien van alle op het arrestatiebevel genoemde feiten.

    Ten aanzien het verweer inzake schending van het ne bis in idem beginsel, overweegt de rechtbank dat ook dit geen doel treft. Op grond van artikel 68 van het Wetboek van Strafrecht en artikel 3 tweede lid van het Kaderbesluit (geïmplementeerd in artikel 9 Overleveringswet) kan een verdachte niet worden vervolgd of overgeleverd voor een feit waarover reeds eerder - door Nederland of een ander land - ten aanzien van zijn persoon een onherroepelijke beslissing is genomen. Van een zodanige situatie is in casu echter geen sprake, nu over het feit waarvoor verdachte in eerste instantie is overgeleverd (de wederrechtelijke vrijheidsberoving) nog niet onherroepelijk is beslist. Daarenboven kunnen de feiten in de zaak met parketnummer 09/435612-08 niet worden aangemerkt als hetzelfde feit als bedoeld in artikel 68 Sr of artikel 3 tweede lid van het Kaderbesluit. Van een tweede vervolging in strijd met ne bis in idem beginsel is derhalve geen sprake.

    De beoordeling dat verdachte na zijn tweede aanhouding enige tijd onrechtmatig in detentie heeft doorgebracht, is voor de rechtbank evenmin aanleiding om te besluiten tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie. Het betreft hierbij immers niet een zodanig ernstige inbreuk op de beginselen van een behoorlijke procesorde dat aan verdachtes recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak tekort is gedaan.

    Op grond van het bovenstaande verwerpt de rechtbank het beroep op de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie.

  2. De tenlastelegging

    Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:

    Parketnummer 09/753748-08

    hij in of omstreeks de periode van 02 september 2008 tot en met 08 september2008 te [plaats] en/of elders in Nederland en/of in België en/of in Frankrijk en/of in Spanje opzettelijk [aangeefster] en/of...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT